Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor onze militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor onze militairen

DE FACTEUR.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is dat nu, zullen sommige lezers vragen. Dat zal ik U zeggen. De facteur speelt in het leven van den soldaat een zeer groote rol. Napoleon moet eens gezegd hebben, dat de gevechtswaarde en het humeur van de soldaat door zijn maag en door den facteur gaat. Deze uitspraak houdt een grond van waarheid in zich. Geef een soldaat goed te eten en zorg dat zijn post hem tijdig bereikt en ge zult er toe mee werken, dat de geest in een troep hierdoor goed is. Welnu, de facteur is de man, die zorgt voor de post. Men zoekt daarvoor een geschikt en vertrouwd persoon, die zijn facteurschap plichtsgetrouw vervult en wie het geen moeite te veel is om de post ter bestemder plaatse te bezorgen. Hij is de man, die iedereen kent en door iedereen wordt gekend. Nu jongens, vandaag wil ik eens de facteur zijn van ons „Daniëlsleger". Ik heb n.1. veel, ja heel veel brieven gekregen. Genoeg? Neen hoor, daar zijn nog veel jongens, die mij nog nooit hebben geschreven. Kom, waar zitten jullie. We zijn allemaal kameraden onder elkaar en twee kameraden die schrijven elkaar. Dat houdt den band levendig. Dat deed Paulus ook. Wat een kostelijke brieven heeft die wel geschreven. Lees je die wel eens? Doen hoor!! Daar staan meer wijsheden en raadgevingen in, dan in mijn brieven! We spreken dus af, dat jullie me regelmatig schrijven. Neem daar een vasten avond voor. Die houd je vrij om een brief te schrijven naar een oude „Krijgsman", maar die jullie moeilijkheden wel een beetje kent. Van tijd tot tijd zal ik dan optreden als facteur en dan door middel van „Daniël" bezorg ik je post. Afgesproken? Accoord.

Ik zal dan maar beginnen met den oudsten brief. Ieder op z'n beurt. Het is een brief uit Indië. Hij is van D. v. M. Legerno: 220721000.

Het lijkt me 't beste dat ik zijn brief maar uitvoerig mee deel. Trouwens, dat is ook je bedoeling, hè v. M.? Hij schrijft me als volgt:

„De vergeten Bataljons".

„In uw blad no. 10, las ik een artikeltje van de hand „van „Krijgsman" over het vertrek van de 7 Dec. Divisie.

Nu de dienstplichtigen vertrekken, staan de couranten vol en men richt allerlei vereenigingen en bonden op. Toen de vrijwilligers vertrokken, niets van dat alles. Wij zijn nu 15 maanden weg en leven dikwijls (en bij de meeste Nederlanders veracht) vergeten. Het „moeilijke" leven van de dienstplichtigen bestaat hierin, dat zij hun bedje gespreid vinden en alles geregeld en op de meeste plaatsen rustig. Dit alles zullen zij gewoon vinden, dank zij de vrijwilligers, waarvan velen hun jonge leven offerden, en onder vele moeilijke omstandigheden leefden. Wij willen geen onderscheiding of iets dergelijks, maar erkenning en steun van ons Vaderland.

Waarom kan nu wel gebeden worden in de kerken, terwijl dat voorheen weinig voorkwam, voor de jongens in Indië? Contact met de kerk is er practisch niet.

Voor goede leesboeken is nog nooit gezorgd; zijn er in uw kast geen over? Waarom niet voor ons? Kent men geen daden meer, alleen maar woorden? De dienstplichtigen zouden hier nooit gekomen zijn (menschelijk gesproken), als de vrijwilligers hier niet geweest waren; laten dit de Nederlanders nooit vergeten"!

Zie zoo, daar kunnen we het voorloopig mee doen. Jongen, jongen v. M. wat was je boos, toen je dezen brief aan Krijgsman schreef. Dat geeft niks hoor. Een jong paard doet wilde sprongen. Zeg het maar eerlijk. Maar...... nu steek je wel wat hard van wal. Je slaat een beetje te veel op je borst v. M. en zegt: „Zie je, dit alles hebben wij, vrijwilligers nu gedaan. Is dat nu niet dat groote Babel dat ik gebouwd heb? "

Neen, dat moeten we niet doen. Wanneer we alles gedaan hebben, wat we moesten doen, en dat redelijkerwijze van ons verwacht kon worden, dat wij het zouden doen, dan hebben we niets meer dan onzen plicht gedaan. Waarop kunnen wij dan roemen? Dan zijn we nog maar onnutte dienstknechten geweest.

Je schrijft, dat het Nederlandsche volk zijn Oorlogsvrijwilligers veracht. Dat is een onware beschuldiging v. M. Daar zijn velen, ja zeer velen, die het werk van onze vrijwilligers ten zeerste waardeeren en op hoogen prijs stellen. Dat wij in ons werk voor jullie veel, ja heel veel, te kort schieten, daar ben ik me goed van bewust, maar mijn vriend, we zijn niet veel edelen, en we zijn niet veel wijzen, we hebben maar een kleine kracht. We behooren tot de eenvoudigen, die moeten roeien met de riemen, die ze hebben. Er wordt echter aan gewerkt, maar ik wil al m'n makkers toeroepen: heb veel geduld met ons, we doen wat we kunnen. In een vorig nummer heb ik een oproep geplaatst om goede boeken en de Redactie is paraat. Bedenk voorts mijn vriend, dat er inderdaad een groot verschil bestaat, tusschen een vrijwilliger en een dienstplichtige. De eerste heeft zijn taak geheel vrijwillig gekozen, heeft — indien getrouwd — vrijwillig vrouw en kinderen en verdere familie verlaten, terwijl de laatste zonder hierop te hebben gerekend, dit alles gedwongen wordt te verlaten.

Maar natuurlijk is het de plicht van het Nederlandsche Volk om het pionierswerk van de vrijwilligers hoog te waardeeren, en die waardeering in daden om te zetten. Ik hoop in mijn hoekje in Daniël dan ook steeds te wijzen op die plicht die wij Nederlanders hebben tegenover allen die in 's lands dienst onze belangen verdedigen.

Ook kan ik je de verzekering geven, dat steeds in onze kerken werd en wordt gebeden voor jullie. Maar gij, mijn vriend, bidt gij wel eens voor ons? Ik zou nog heel veel over je brief kunnen schrijven, maar plaatsruimte ontbreekt me.

Je moet me maar eens gauw terug schrijven v. M., want ik geloof, dat je nog wel een eerlijke en flinke jongen bent. Doe je dat eens?

Dan heb ik nog een brief van vriend v. KI. Legerno. 25-01-09-160. Ook al uit Indië. Uit Medan.

Jongen, jij bent 9 Januari jarig geweest hè? Van harte gefeliciteerd hoor, en de Heere schenke je nog veel gezonde dagen. Je schreef me, dat er voor jullie nog al belangstelling is. Nu dat is dan anders als v. M. hierboven schrijft. Over het kerkelijke leven schrijf je, heb ik niet te klagen. Ik wil daar niet veel van zeggen, alleen dit: Beproef de geesten of ze uit God zijn. Voeg je niet onder allerlei wind van leer, maar zoek die prediking waar God op het hoogst wordt verheerlijkt en de mensch op het diepst wordt vernederd. Voeg je bij de zuivere openbaring van de kerk. Dat is onze roeping en onze plicht. Indien ge deze niet kunt vinden, zoo ga uit op de voetstappen der schapen, en weid uwe geiten bij de woningen der herderen.

En hiermede sluit ik de bus. Tot de volgende bestelling.

Tot slot volgt hier een brief van een jongen uit Indië, waarin een verzoek voorkomt aan onze verschillende vereenigingen.

Hij schreef mij als volgt:

Onder 't Zuiderkruis.

Er is mij gevraagd om vanuit Indië zoo eens wat te schrijven, en hoewel ik dit gaarne doe, toch moge er een enkele opmerking aan voorafgaan teneinde misverstand te voorkomen.

Uit den aard der zaak kunnen deze stukjes slechts zeer eenzijdig zijn, omdat de soldaat maar zoo'n heel klein gedeelte ziet. Ga dus nooit zeggen: „het is in Indië zoo of zoo", hoogstens kunt u zeggen: „het is in Soerabaja zoo of zoo". Trek ook geen conclusies, want dan vergist u zich zeker. Om iets van dit land te kennen en om eenig begrip te hebben van zijn bevolking is een kennis en studie van jaren noodig.

Dit ter inleiding.

Deze keer vraag ik uw aandacht echter alleen voor onze soldaten.

Bent u zelf wel eens in den vreemde geweest, ver van huis en ver van familiebetrekkingen?

Als dat zoo is, dan weet u hoe welkom een berichtje van thuis was en met hoeveel verlangen steeds weer de post werd tegemoet gezien.

Kijk, dit is het geval met onze soldaten. De post komt vrij geregeld. In de groote steden soms viermaal in de week en dan gebeurt het toch, dat er soms in een week of binnen een dag of tien geen brief voor een bepaalden jongen bij is. Hoe moeilijk zoo'n knaap het dan heeft, is wel te begrijpen.

Nu zullen er natuurlijk zijn, die zeggen: ja dat is dan de schuld van ouders of van de vrouwen en inderdaad eenige schuld ligt aan deze adressen.

Maar hoe moeilijk is het voor sommige ouders om iedere week of tweemaal per week een brief vol te schrijven, dat is niet ieders werk.

En toch leeft de soldaat bij de post.

Hier ligt een taak voor onze vereenigingen, jongelings- en mannen.

Schrijf hen, die van uw gemeente weggingen op geregelde tijden eens een gezelligen brief. Laat ons hier in Indië meeleven met al die kleine dingen, die thuis gebeuren. Het is toch niet zoo'n groote moeite om eens per week door een der leden zoo'n praatje per brief te laten houden. Denk vooral niet, och die kleine dingen moet ik die schrijven?

Ze zijn toch wel belangrijk genoeg om er onder elkaar over te spreken, dan zijn ze ook belangrijk genoeg om te schrijven.

Verwacht niet steeds een brief terug, niet altijd is er tijd om alle brieven te beantwoorden, ofschoon ik er van overtuigd ben, dat de meeste brieven wel beantwoord worden.

Vergeet niet zoo eens te vragen hoe het staat met de geestelijke verzorging en op te wekken tot het bijwonen van schriftlezing en samenkomsten waar Gods Woord onderzocht en besproken wordt.

Het is wel goed om ons er zoo nu en dan eens aan te herinneren dat de onderlinge bijeenkomsten niet nagelaten moeten worden.

Door in uw brieven voor deze dingen belangstelling te toonen, wekt u tevens belangstelling bij hen, die uw brieven ontvangen.

Vrienden in Nederland, hier ligt voor allen een groote taak. Houdt onze soldaten hier vast en door uw gebed en door uw medeleven wat zichtbaar kan blijken uit uw brieven.

Tot een volgenden brief.

Legerno. 144224.

Wanneer er zijn, die willen correspondeeren met onze jongens in Indië, laten die dat dan even aan mij schrijven.

Met vr. groeten,

KRIJGSMAN.

Brieven aan „Krijgsman", p.a. Redactie „Daniël",

Heereweg 294, Lisse.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1947

Daniel | 8 Pagina's

Voor onze militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1947

Daniel | 8 Pagina's