Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGENBUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGENBUS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Correspondentie voor deze rubriek aan : T. MOLENAAR. Leede 18. Rotterdam-Zuid

J. V. te R. vraagt of ik een geschikte handleiding weet voor de Kerkgeschiedenis.

Antwoord: Wijlen Ds. Landwehr heeft geschreven in 4 delen „Handboek der kerkgeschiedenis" en een „Beknopt overzicht der kerkgeschiedenis." „De kerkgeschiedenis van Lankamp is bekend, maar waar ik wel bijzondere aandacht op vestig is de pas verschenen „Kerkgeschiedenis, verteld aan oud en jong", door Joh. Vreugdenhil. De schrijver is voor ons geen onbekende. „De Bijbelse Geschiedenis" door hem geschreven is een waarborg voor zijn Kerkgeschiedenis. Werd de eerste zeer gunstig ontvangen, getuige cle derde druk, ik twijfel er niet aan, of „de Kerkgeschiedenis" vindt een even gunstig onthaal. Deze mag in geen huis ontbreken en onze jongelingsverenigingen kunnen er niet buiten. Zelf heb ik het eerste deel gelezen, dat nu reeds in de handel is en een gedeelte van het tweede deel heb ik ter inzage ontvangen. Nu ik moet eerlijk zeggen, dat ik genoten heb bij het lezen en tot de slotsom gekomen ben, dat ik geen betere uitgave ken. Behalve dat cle schrijver op boeiende en begrijpelijke wijze vertelt, is er een kennis in verwerkt, waar ik grote achting voor heb. De meest moeilijke dwalingen worden er in behandeld op een wijze, dat ieder eenvoudig mens ze kan begrijpen. Keurig uitgevoerd wordt het werk uitgegeven bij de onder ons bekende uitgever W. M. den Hertog Lange Nieuwstraat 52 Utrecht, die eveneens cle Bijbelse Geschiedenis heeft ter markt gebracht.

J. B. te V. vraagt namens de J.V.: „Was voor Achan geen genade meer mogelijk? Ilij beleed toch zijn schuld voor God? Maar hij moest toch gestenigd worden."

Antwoord: De droeve geschiedenis van Achan kennen we. De zucht naar geld en rijkdom brachten hem ertoe, om van het verbannene te nemen. Gods toorn kwam over Israël, zodat het voor cle mannen van Ai geslagen werd. Als Jozua moedeloos ter neder zit, zegt de Heere tot hem, dat hij op moet staan. „Zij hebben Mijn Verbond, hetwelk Ik hun geboden had, overtreden; en ook hebben zij van het verbannene genomen, en ook gestolen, " zo sprak de Heere tot Jozua. Verder zei de Heere: „Ik zal voortaan niet meer met ulieden zijn, tenzij gij de ban uit het midden van ulieden uitdelgt."

Door het lot wordt Achan aangewezen als de schuldige en nu antwoordt hij op de vraag van Jozua: „Voorwaar ik heb tegen cle Heere, de God van Israël, gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan." Op grond van deze belijdenis en cle veroordeling door Jozua uitgesproken, met de woorden: „De Heere zal u beroeren te dezen dage", leiden sommigen van de joodse wetgeleerden af, dat hij dus niet beroerd zal worden in cle andere wereld; het vlees zou worden gedood, maar de ziel behouden worden.

Deze mening is naar mijn bescheiden wijze van zien in strijd met Gods Woord. In Jozua 22 : 20 lezen wij: En die man stierf niet alleen in zijn ongerechtigd heid." Met dit laatste wordt kennelijk bedoeld, dat zijn zonen en dochteren, die wellicht op cle hoogte zijn geweest met de daad van hun vader, met hem zijn verbrand.

Hij stierf dus in zijn ongerechtigheid. Dit is beslissend. Maar zijn belijdenis dan?

Och, het mondje kan zoveel zeggen. Trouwens hij beleed niet eerder zijn schuld, clan nadat hij door het lot was aangewezen. Toen kon zijn schuldbekentenis niet uitblijven. Het werd een gedwongen zaak. Het was geen hartgrondige schulderkentenis.

En nu nogmaals cle vraag: „Was voor Achan geen genade meer mogelijk? Zolang Achan leefde was bekering mogelijk, maar de aangehaalde tekst spreekt, dat hij in zijn ongerechtigheid is gestorven. Dat wil dus zeggen, dat hij niet tot bekering is gekomen, dat hij geen genade heeft ontvangen.

Dat hij gestenigd moest worden lag in cle aard van de zonde. Hij had de ban op zich geladen, die op Jericho lag, en daarom moest die nu ook in dezelfde omvang, als aan Jericho, aan hem voltrokken worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1956

Daniel | 8 Pagina's

VRAGENBUS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1956

Daniel | 8 Pagina's