Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Toezicht op de prediking (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Toezicht op de prediking (3)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer is er sprake van zuiverheid in de prediking? Ik meen te kunnen volstaan met dit antwoord : Als de volle Raad Gods op een schriftuurlijke, bevindelijke wijze wordt gebracht, waarbij, zoals wijlen ds. N. de Jong het zo vaak zei : „de zondaar op het diepst wordt vernederd en Christus op het hoogst wordt verheerlijkt”. Paulus zegt in 1 Cor. 2:2 : „Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u dan Jezus Christus en Dien gekruisigd”. Zo’n prediking is een geestelijke prediking. Met ernst en klem dient erop gewezen te worden dat het om een persoonlijke relatie tot God aankomt.

De gemeente wordt een Drieënig God voorgehouden, waarin de Heere Jezus Christus als de enige grond der zaligheid wordt gepredikt. Op zulk een prediking heeft de gemeente recht. Schriftuurlijke prediking is een trinitarische prediking. Vader, Zoon en Heilige Geest kunnen daarin niet gemist worden. Zonde en genade moeten hoorbaar aan de gemeente worden doorgegeven. Moeilijk wordt het als er geen aanmerkingen zijn te maken op wat er gezegd is, maar dat geconstateerd moet worden dat er wezenlijke zaken niet genoemd zijn. Daar dienen we alert op te zijn.

Predikt het Evangelie!!! Dan geldt voor 1999 en voor de jaren die God nog verder wil geven, dat we vandaag precies hetzelfde nodig hebben als vroeger. U hebt volkomen gelijk als u zegt dat we vandaag aan de dag in een andere tijd leven dan 100-500-1000 jaar geleden. Maar de mens van vandaag is nog net zo onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad als vroeger. En daarom mag en kan de boodschap van Gods Woord niet anders zijn dan wat ik u zopas noemde. Wat vroeger kenmerkend was voor de rechte en zuivere prediking geldt net zo voor vandaag! Ziet dan toe broeders, dat er zo naar Gods Woord gepredikt wordt. Wee de prediker die daar iets vanaf doet of toe doet. Door de dwaasheid der prediking heeft het God behaagd mensen in het hart te grijpen, te bekeren.

Toezicht op de prediking gaat over de meest essentiële dingen. Immers : „Hoe zullen ze in Hem geloven van Welke zij niet gehoord hebben en hoe zullen ze horen zonder die hun predikt?” Rechte prediking is prediking waarin Christus centraal staat omdat in Hem het hele Woord is. Dat Woord dient in zijn volle lengte-breedte-diepte en hoogte verkondigd te worden van Genesis tot en met Openbaring. Iemand zei eens : op iedere blz. is Christus te vinden en ik geef toe, dat zal hier en daar best het nodige speurwerk met zich mee brengen. God heeft ons 66 boeken gegeven in Zijn Woord. Dat achtte God nodig. Daarin is ook iets te bespeuren van de veelvuldige wijsheid Gods. Waakt broeders ouderlingen en ziet toe dat de predikant zich niet beperkt tot eenzijdige tekstkeuze. Als u ’s zondags tijdens de schriftlezing al aan kunt geven welke tekst het gaat worden, omdat u weet dat de prediker het stuk der ellende ontkoppelt aan de 2 andere stukken, dan dient hier in liefde op gewezen te worden. U begrijpt, dit is maar een voorbeeld. De volle Raad Gods mag niet van 66 boeken terug worden gebracht naar enkele A- viertjes. Aan de andere kant dient met klem gezegd te worden dat als de wet als kenbron der ellende en tuchtmeester tot Christus niet of nauwelijks wordt gepredikt, dat dan de gemeente te kort wordt gedaan, dan raakt de gemeente het accent op de toorn van de Wetgever kwijt.

Wordt onze Adamspositie duidelijk gepredikt? Wordt aangedrongen op waarachtige bekering? Wordt onderscheid gemaakt tussen schenking en deelachtigmaking? Heeft de prediking wel een adres? Komt naar voren dat er geworsteld wordt voor het zielenheil van de toehoorder?

Reken erop dat dit door de luisterende gemeente opgemerkt wordt!! Ds. Den Butter zei eens tegen hen die op de zondagsschool vertellen : „Houdt er rekening mee datje vertelling weleens de laatste vertelling zou kunnen zijn die de kinderen horen”. Ik moest er aan denken toen onlangs 2 meisjes uit één gezin van onze zondagsschool te Zierikzee zo onverwachts door een ongeluk om het leven kwamen.

Is er tegenwoordig ook niet een gevaarlijke tendens te bespeuren dat er min of meer vanuit wordt gegaan dat de gemeente des Heeren haast uit allemaal gelovigen bestaat? Kinderen van het Verbond! O, zeker Calvijn spreekt daar ook over, maar leert nergens dat alle bondelingen bezitters zijn van het waarachtige geloof. Het prachtige boekje van wijlen ds. I. Kievit handelend over tweeërlei kinderen des Verbonds spreekt duidelijke taal. Prof. Kremer zegt in zijn boek „Priesterlijke Prediking” het volgende : „Wie nu op grond van het feit dat de gemeente verbondsgemeente is van de gedachte zou uitgaan in de prediking dat dit geadresseerd zijn van het Woord Gods aan kinderen van het Verbond zonder meer inhoudt dat elk in de gemeente nu daarvan deelgenoot is van het in de belofte toegezegde heil, generaliseert en verliest de verschillende accenten uit het oog die de Heilige Schrift duidelijk zegt. Telkens komt in de Bijbel naar voren dat er ook bij hen die onder het Verbond en de prediking der belofte leven, geen plaats is voor het heil Gods. De natuurlijke situatie van een mens is door het verkeren onder de belofte van het Verbond en de prediking daarvan niet veranderd”. Einde citaat. Er dient dus onderscheidenlijk te worden gepreekt. In de kerk zitten bekeerden en onbekeerden, wedergeborenen en onwedergeborenen, gelovigen en ongelovigen. In het begin heb ik de woorden sleutelbediening genoemd. De Reformatorische opvatting over de prediking als bedienen van de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen brengt met zich mee, dat over geloof en ongeloof moet worden gesproken. Dat is niet een zaak van de predikant die het onderscheid aan de gemeente opdringt. De beloften van het Evangelie moeten gepredikt worden met bevel van bekering en geloof. (Dordtse leerregels hoofdstuk 2 paragraaf 5). Als er zo gepreekt wordt, dan wordt er schriftuurlijk, bevindelijk gepreekt. Bevindelijk preken is de volheid van Christus preken. Ds. C. den Boer (Herv.predikant) zei het eens zo : „De beste inzet voor een bevindelijke preek is de inzet in het hart van het genadeverbond, in Christus!”. Bevinding mag nooit gezien worden als een plus boven dat wat God vanuit Zijn Woord ons zegt. Zo’n gedachte zegt stilzwijgend, dat de Bijbel niet bevindelijk genoeg zou zijn. Broeders, ook hier hebben we op toe te zien, dat de preken evenwichtig zullen zijn. Een Bijbelse preek dient per definitie een bevindelijke preek te zijn. Zie ook het artikel van vrijdag 19 november in de Wekker van ds. J.Jonkman, getiteld : „Ervaring boven Openbaring”.

Als Gods Woord een liefdesbrief aan zondaren mag heten, kan daar dan anders over gepreekt worden dan op de toonhoogte van het hart? Prof. Wisse schrijft : „Het bevindelijk element in de prediking houdt zich niet slechts bezig met de inhoud van het Woord en niet slechts daarboven met de noodzakelijkheid er kennis aan te hebben, maar bijzonder hoe dit toegaat als men daar bezit van krijgt en als men daaruit leeft!”

Broeders, ik denk dat het goed is om naar een afronding te gaan. Ik ben me bewust, dat vele andere dingen te noemen en te bespreken zouden kunnen zijn. Alles kan niet en behoeft ook niet gezegd te worden in één lezing, net zomin als dat in één preek alles gezegd kan worden. Toch wil ik u nog op een enkel punt wijzen om daarna te besluiten met een dringend appèl. Mogelijk zijn er broeders die denken : u hebt veel gezegd, maar ik mis nog één ding wat er toch wezenlijk bij hoort, n.l. het werk van de Heilige Geest. Juisl omdat dit er wezenlijk bij hoort heb ik dit tot het laatst bewaard. Hoe zou Gods Woord doeltreffend verkondigd kunnen worden als de beademing van Zijn Geest daaraan ontbrak? Zouden mogelijk daarom zoveel preken naar het schijnt niets achter laten omdat alles zo koud, dor en kil gezegd wordt? Wordt de noodzaak gevoeld van de hulp van Gods Geest? De hulp van de Heilige Geest is van absoluut belang voor de prediking. Het is ook diezelfde Geest, Die dat Woord in het hart van de toehoorders kan brengen. De Heilige Geest zorgt voor de beleving van het Woord in de zondaar. Waar komen op de prediking van de apostel Paulus de vruchten tot openbaring? Als de Heilige Geest het verstand gaat openen, harten verbrijzelt, als de Geest doet overtuigen van zonde. Dit aspect van het werk van de Heilige Geest dient duidelijk in de prediking uit te komen.

Toezicht op de prediking : Tenslotte nog een dringend appèl.

Wat komt daar in de praktijk nu echt van terecht??

Het blijkt toch dat hier te weinig aandacht aan wordt besteed. Er schijnen kerkenraden te zijn, die met geen woord naspreken over het beluisterde. De broeders hebben na de kerkdienst haast om zo snel mogelijk naar huis te kunnen gaan. Onlangs vertelde een predikant me dat hij meemaakte dat er in de consistorie alleen maar staande broeders werden aangetroffen. Hoe kan het in zo’n situatie tot een goed gesprek komen? Een andere vraag : „Is de prediking ter plaatse een gevolg van trouw en intensief pastoraat?” Weet de pastor wat er leeft in de gemeente? Ja? Dan zal dat ’s zondags waarneembaar zijn op de kansel!

Goede preekbespreking met het oog op de gehele gemeente, die aan onze zorgen is toevertrouwd verdient meer dan even, in het gunstigste geval na de kerkdienst, enkele woorden te wisselen. Zijn predikers misschien wat bang? Voelen ze zich mogelijk boven de andere broeders staan qua opleiding enz.?? Daar geloof ik eigenlijk niets van. Schriftuurlijk is het dat predikanten en ouderlingen naast elkaar staan. Wel begrijp ik best, dat een preek iets eigens van de prediker is en mogelijk dat hij daardoor een opmerking of een vraag van een der broeders, hetzij al dan niet kritisch, zou kunnen opvatten als een rechtstreekse aanval op hem persoonlijk. Belangrijk is, hoe u iets vraagt of hoe u een opmerking plaatst. De toon maakt immers de muziek! Predikant en ouderlingen dragen samen verantwoordelijkheid voor de prediking. Tact en wijsheid mogen niet ontbreken als er dringende vragen / opmerkingen gemaakt moeten worden. Als het dan maar geschiedt om dienend met elkaar bezig te zijn. Het gaat om Gods eer en het welzijn van de gemeente. Bij ons in Middelharnis hangt in de kerkenraadskamer een treffende spreuk aan de wand. De spreuk luidt: „Dient elkander door de liefde”. Immers broeders, waar liefde woont daar gebiedt de Heere Zijn zegen. Deze lezing beoogt meer dan een op een rijtje zetten van factoren, die met preken te maken hebben. Laat het dan a.u.b. meer zijn of meer worden ! Doe er iets mee!!

Broeders van Bewaar het Pand : Bewaart u a.u.b. ook in dit opzicht een pand dat ons is toebedeeld middels het toezicht op de prediking. Een juist toezicht op de prediking kan niet zonder: ,,Hebt acht op u zelve.” Uw en mijn bede moge zijn:

Dat wij ons ambt en plicht, o Heer’
Getrouw verrichten, tot Uw eer;
Dat Uwe gunst ons werk bekroon’,
Uw Geest ons leid’, en in ons woon

Dirksland,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Toezicht op de prediking (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2000

Bewaar het pand | 8 Pagina's