Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vechten tegen verval

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vechten tegen verval

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ze zijn beeldbepalend voor de streek: de monumentale schuren van de Zeeuwse boerenhoeven. Een lust voor het oog van de voorbijganger, een last voor de bewoner. Die is meer dan eens niet in staat het verval te voorkomen. „De eigenaar wordt met de narigheid opgescheept.

Al eeuwen staat de schuur in de bocht van de Aandijkseweg, naast een langgerekt woonhuis uit 1680. Voor het huis domineert een knoestige perenboom, erachter ligt een complete hoogstamboomgaard. Afgegrensd door een houtwal die is aangelegd met snoeihout van een rij knotwilgen, eigendom van het Zeeuws Landschap.
De muizen in de houtwal zijn een dankbare prooi voor de kerkuilen die in de landbouwschuur nestelen, vertelt Corrie Kalisvaart (54). Ze gunt de uilen hun plek, met de reden is ze minder gelukkig. De monumentale schuur uit 1710, veertig meter lang en vijftien meter breed, is als een opengebroken stad. Rottende binten, vergane kepers en gebroken panlatten veroorzaakten grote gaten in het rieten dak, waardoor de wind er vrij spel heeft.
Het voorste gedeelte is bestemd voor de pakweg dertig schapen. „Gewoon melkboerenhondenras, laat de boerin weten, terwijl ze de deur voor de dieren opent. Zonder dralen zoeken ze hun weg naar het gras tussen de fruitbomen. De rest van de schuur beslaat voor het overgrote deel onnut de aarde. „Er ligt wel eens wat stro, maar dat moeten we dan wel afdekken met zeil. Als het regent, stroomt het water naar binnen. De boel afbreken is verboden. „Dat zouden we best willen. Iedereen vindt die schuur prachtig, maar zij hoeven er niet in en aan te werken.

Rietdekkers
Hoewel de deerniswekkende staat anders doet vermoeden, staken de bewoners jaren achtereen een grote hoeveelheid tijd en geld in de bouwval. De vader van Corrie vulde de laatste tien jaar al zijn vrije tijd met de restauratie van het dak. „Het riet haalden we uit de kreek achter het huis. Vorig jaar hebben we voor het eerst duizend bossen gekocht. Dat is goed bevallen. De kwaliteit is veel beter. De kunst van het vak heeft vader afgekeken van professionele rietdekkers.
Inmiddels is de selfmade rietdekker 83. „Ik vond het niet meer verantwoord dat hij het nog langer deed. Nu is mn man eraan begonnen. Mn zoon kan het ook. De voorzijde van de kap is inmiddels grotendeels vernieuwd. Waar nodig zijn balken, kepers en panlatten vernieuwd. Een stuk zijmuur is opnieuw opgemetseld. Dat viel om toen we het dak iets probeerden op te krikken. Zo blijf je bezig. Als het dak aan de voorkant dicht is, vallen achterin de gaten er weer in.
Algehele restauratie is geen optie. „Dat kost tussen de zeven ton en een miljoen euro, dat geld hebben we niet. In de akkerbouw is het al jaren slecht. Mn man werkt overdag bij een loonbedrijf, van de boerderij kunnen we niet leven. Het afgelopen jaar was redelijk, maar meestal zijn de prijzen slecht.

Tegen de bierkaai
Hoewel de restauratie van de landbouwschuur een gevecht tegen de bierkaai is, zetten de bewoners van de boerderij hun strijd tegen het verval gestaag voort. „Omdat we geen andere keus hebben. Als we er niks aan doen, stort hij op een gegeven moment in en zitten we tot sint-juttemis met een bouwval op het erf. Opruimen mogen we hem niet, omdat het een monument is. Dat is het kromme in de wetgeving. De eigenaar wordt met de narigheid opgescheept. We doen veel zelf, maar voor het vervangen van balken moet je toch een aannemer laten komen. Dat is een dure business. Alleen de laatste twee jaar hebben we er zon 20.000 euro in gestopt. Voor dat geld is het houtwerk in één hoekje vervangen. Het zou ons al behoorlijk helpen als we vijfentwintig procent van het geld dat we er ieder jaar aan onderhoud in stoppen terug zouden krijgen.
De boerin schaamt zich niet voor de gehavende schuur. „Met de mogelijkheden die we hebben, proberen we er iets aan te doen. Meer kan een mens niet. We hebben maar twee handen. Daar komt bij dat ze niet de enigen zijn die met het probleem worstelen. „In Axel stond ook zon schuur, die is inmiddels ingestort. De eigenaar heeft eindeloos bij de gemeente, de provincie en Monumentenzorg aangeklopt, maar overal liep hij met zijn hoofd tegen de muur. De schuur bij de familie Dieleman is al eerder ingestort. Het heeft vijftien jaar geduurd eer ze toestemming kregen om de troep op te ruimen.

Museum
De oude veeschuur van Tonny Verhage uit Schoondijke is ook rijp voor de sloop. Zelfs de golfplaten op het verrotte rieten dak zijn nu aan hun eind. Omdat het geen monument is, staat niemand hem in de weg als hij het kavalje wil slechten. Toch kan de Zeeuwse akkerbouwer er niet toe komen om de eeuwenoude schuur tegen de vlakte te gooien en in de plaats daarvan een modern exemplaar neer te zetten. „Die past hier niet. Daar komt bij dat ik een liefhebber van oude gebouwen ben.
Een fraaie tekening toont het ideaal van de Schoondijker: een reconstructie van de oorspronkelijke schuur. De gemeente Sluis is hem de laatste jaren welgezind. Ambtenaren denken mee over mogelijkheden om de ruimte rendabel te maken. „Dat is het grootste probleem.
Het plan om een deel van de schuur in te richten als museum staat weer op de tocht, omdat Sluis op zwart zaad zit. Nu overweegt de akkerbouwer een stuk te bestemmen voor eenvoudige groepsaccommodatie. Twee appartementen binnen de nieuwe schuur moeten voor structurele inkomsten zorgen. Eerder bouwde Verhage op het erf al een vakantiehuis in de vorm van een ouderwetse arbeiderswoning. Op de plaats waar een kleine schuur stond, verrees een tweede vakantiehuis, dat uiterlijk aan een gepotdekselde stal doet denken.

Investering
De bouw van beide huizen nam jaren in beslag, omdat de eigenaar de afwerking grotendeels zelf verrichtte. „Ik wil het financieel overzichtelijk houden. Dat geldt ook voor de plannen met de schuur. Het is niet de bedoeling dat de kinderen worden opgeschoteld met de lasten. Voor mn bedrijf heb ik dat ding niet nodig. Ik ben gehecht aan de vorm van die schuur, maar als je zestig bent, moet je niet meer aan avonturen beginnen.
De totale bouwsom zal hoe dan ook honderdduizenden euros bedragen. „De kap is negenhonderd vierkante meter groot. De kosten van het riet, inclusief het dekken, liggen tussen de zestig en honderd euro per vierkante meter. Al het houtwerk eronder moet er dan al liggen. Dan praat ik alleen nog maar over het dak. Met een groepje dat ook de betekenis van dit soort schuren ziet, ben ik op zoek naar een economische invulling waarmee de investering kan worden terugverdiend.''

Liefhebber
De laatste twintig jaar zag Verhage alleen al aan de Sasputsestraat vier monumentale schuren gesloopt worden. Hij wijt dat slechts voor een deel aan de malaise in de akkerbouw, waardoor het geld voor restauratie ontbreekt. „Gaat het goed, dan hebben we moderne koelcellen nodig. Die kun je niet in die oude schuren zetten. Je moet een liefhebber zijn om die intact te houden.
Het goede nieuws is dat er een omslag kwam in de houding van de provincie en de gemeenten. „De laatste jaren wordt er veel meer ruimte geboden om in die schuren alternatieve dingen te gaan doen. Het probleem blijft dat het niet meevalt om activiteiten te bedenken die voldoende genereren om de kosten te dekken. Als men met mij van mening is dat zulke schuren voor de hele streek historische waarde hebben, zou ook de gemeenschap er wat aan bij moeten dragen.''


Hoop voor gehavende hoeven
Voor monumentale boerderijen in verval gloort hoop. Het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap kondigde vorig jaar een accentverschuiving in het restauratiebeleid aan. De komende vier jaar worden vooral boerderijen en molens gerestaureerd. Bij 7500 monumentale boerderijen is er behoefte aan onderhoud of restauratie. De eigenaren ontbreekt het vaak aan geld.
Het bericht van het ministerie was goed nieuws voor de Boerderijenstichting Zeeland (BSZ), een vrijwilligersorganisatie die zich bezighoudt met de toekomst van Zeeuwse hoeven en de instandhouding van karakteristieke bebouwing. Van de ongeveer 3000 Zeeuwse boerderijen zijn er zon achthonderd beeldbepalend. Daarvan hebben er nog geen 150 een beschermde status. Een deel verkeert in zeer slechte staat. Dat geldt met name voor de schuren, die bij de Zeeuwse hoeven meestal los van het woonhuis staan.
De gepensioneerde landbouwjurist mr. Gerard Smallegange, oprichter en eerste voorzitter van de Boerderijenstichting Zeeland, wierp zich op als klokkenluider, onder meer door een vaste rubriek in de Provinciale Zeeuwse Courant en uitzendingen voor Omroep Zeeland. Door het bewerken van gedeputeerden heeft het onderwerp inmiddels de volle aandacht van de provincie.

Wethouder
In 2004 nam Johanna Boogerd-Quaak de voorzittershamer van Gerard Smallegange over. De boerendochter, tot 2004 europarlementariër voor D66, bewoont zelf een gerestaureerde boerderij met de status van rijksmonument buiten Zaamslag.
Net als het gros van haar streekgenoten had ze voorheen nauwelijks oog voor de schoonheid van de Zeeuwse boerderijen. „Dat is pas gekomen toen ik actief werd in de politiek. Door mijn lidmaatschap van het Europees Parlement kreeg ik er nog meer belangstelling voor. Overal waar je kwam, was men ontzettend trots op het eigen culturele erfgoed. Daar werd je mee naartoe genomen. Alleen in Zeeland toonde niemand interesse voor het eigen cultuurhistorisch bezit, met uitzondering van Smallegange. Gelukkig is er door zijn inzet veel veranderd. De attitude is sterk gewijzigd, maar daarmee heb je nog geen geld.
Momenteel is de stichting druk met het lobbyen bij gemeenten, zodat ook die zich gaan inzetten voor het behoud van karakteristieke boerderijen binnen hun grenzen. „In de praktijk is de persoon van de wethouder bepalend. Dat Middelburg zo prachtig gerestaureerd is, hebben we te danken aan het feit dat daar na de Tweede Wereldoorlog een geweldig gedreven wethouder zat.

Potten koppelen
De huidige voorzitter van de Boerderijenstichting Zeeland zet zich vooral in voor het koppelen van beschikbare financiële potten. „Met de subsidie van Monumentenzorg kan ongeveer eenderde van de renovatie van een rijksmonument worden betaald. Het resterende bedrag is voor de eigenaar meestal nog te hoog. Ik pleit ervoor dat ook een beroep kan worden gedaan op potten voor plattelandsontwikkeling. Voor het in stand houden van het platteland is recreatie van groot belang. Dan moet je niet alleen inzetten op natuurontwikkeling, maar ook op het bewaren van karakteristieke elementen en mooie boerenerven. Zeeland is het laatste open gebied tussen de Randstad, het Ruhrgebied en het stedelijk gebied in Vlaanderen. Daar moeten we zuinig op zijn.
De Zeeuwse boerderijenstichting kan terugvallen op een aantal adviseurs, onder wie een bouwkundig specialist. Verder geeft de stichting eigenaren van historische hoeven voorlichting over het verkrijgen van subsidie. Jan Geensen, in het dagelijks leven archiefmedewerker van de gemeente Goes, levert desgewenst archiefmateriaal. Daarnaast biedt ook hij bouwkundige adviezen, vanuit de ervaring die hij opdeed door de restauratie van de 18e-eeuwse boerderij die hij bewoont.
Hoewel de meeste bewoners van vervallen boerderijen niets valt te verwijten, schamen ze zich vaak wel voor de staat van hun eigendom, weet Geensen. „Het wekt de indruk dat je armoe zit te lijden. Dat ziet de hele buurt. Als het om een schuur gaat, zouden ze van ons het liefst adviezen krijgen voor het probleemloos afbreken ervan. Dat doen we niet, want dat staat haaks op onze doelstelling, maar je kunt het wel begrijpen.''


Verboden te restaureren
In 1990 verkasten Lodewijk en Loen van Nispen van Rotterdam naar Burgh Haamstede op Schouwen-Duiveland. Voor Lodewijk, telg uit de protestantse tak van de adellijke familie Van Nispen, was het bekend terrein. Slot Haamstede behoorde tot het bezit van de familie van zijn moeder.
Liefde voor de streek deed het echtpaar besluiten een voormalig duinboerderijtje aan de Hogezoom te kopen. Loen, fervent paardenliefhebster, wilde op de nieuwe stek paarden gaan fokken. Eerste klus was het restaureren van het woonhuis, daterend uit 1875. De voormalige wagenschuur had nog een redelijke conditie, de veeschuur
was rijp voor de sloop. Van Loenen lag daar niet wakker van, omdat hij die toch wilde vervangen door een zwarte gepotdekselde schuur, die qua uiterlijk veel beter zou aansluiten bij de wagenschuur. „Hadden we dat maar meteen gedaan. Dan was er niets aan de hand geweest.
De gemeentelijke herindeling wierp roet in het eten. Het restauratieplan werd door de nieuwe gemeente, Schouwen-Duiveland, afgewezen. Het fokken van paarden kon Loen ook vergeten. „Terwijl het hier voor paarden heerlijk is. Ze hebben alle ruimte en ik kan ze heerlijk trainen op het strand, maar fokken is verboden omdat we hier tegen een zuurgevoelig gebied aan zitten.

Atelier
De ideeën voor de schuur werden één voor één verworpen. „Aanvankelijk hadden we het plan om daar te gaan wonen, maar dat kon al helemaal niet. Dan zouden we het huis verwaarlozen. Een agrarische bestemming mochten we er ook niet aan geven. Dat hebben we wel geprobeerd, via de paarden, maar ook dat voorstel werd afgewezen.
De argumenten waren stuk voor stuk oneigenlijk, vind Van Nispen, zelf actief in de investeringswereld. „Iemand die hier vroeger heeft gewerkt, wist ons te vertellen dat er oorspronkelijk een gepotdekselde schuur heeft gestaan. Maar toen we dat bij de gemeente naar voren brachten, werd het keihard ontkend.
Twee jaar geleden kwam onverwachts een kentering. „Iemand van de gemeente belde op om te informeren of de bouwaanvraag nog gold. Wij hadden de hoop al opgegeven. In het kader van de zogenaamde nieuwe economische dragers kon de schuur toch worden gebouwd, als we er een atelier van zouden maken. Loen tekent en schildert, onze dochter is meubelmaakster. Door het atelier af en toe open te stellen, ben je een economische drager. Als de formulieren zijn getekend, is het eindelijk zo ver. Na zeventien jaar! De bouwaanvraag is al in voorbereiding. Op het fundament van de oude schuur wordt de nieuwe gebouwd.

Bouwvergunning.
Van Nispen heeft de indruk dat de omslag te danken is aan de nieuwe wethouder, zelf boer. „Die wil schoon schip maken met alle onopgeloste zaken. De gemeente krijgt ook meer oog voor boerderijen die in verval raken. Jaren terug hebben we Gerard Smallegange van de Boerderijenstichting Zeeland ingeschakeld. Die heeft op verzoek van de gemeente een stuk opgesteld waarin hij het belang van de restauratie van de veeschuur motiveerde. Dat stuk heeft zes jaar in de bureaula van een ambtenaar gelegen, nu zit het weer in het dossier. We hebben het altijd onbegrijpelijk gevonden dat we zo zijn tegengewerkt. Als wij die boerderij op eigen kosten willen herstellen, dan ben je als gemeente toch gek wanneer je daarvoor niet de mogelijkheid biedt.
Het dossier is inmiddels vuistdik. „Voor één simpele gepotdekselde schuur van tien bij negentien meter, constateert de edelman gelaten. „Het afkomen van de bouwvergunning zal ook nog wel even duren, maar we wachten inmiddels zeventien jaar. Dat laatste stukje kan er ook nog wel bij.''

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 2007

Terdege | 92 Pagina's

Vechten tegen verval

Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 maart 2007

Terdege | 92 Pagina's