Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het jongste kind in het gezin: „Het lijkt wel of ik altijd een klein jongetje blijf'

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het jongste kind in het gezin: „Het lijkt wel of ik altijd een klein jongetje blijf'

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Een jongste kind heeft vaak een aparte plaats in de kinderrij. Het is de baby, en blijft dat ook in de ogen van de andere gezinsleden - soms z'n leven lang'', zo eindigde het vorige artikel over de plaats in de kinderrij. Lazen we toen over de oudste en de middelste, nu komt de jongste uitgebreid ter sprake. Ik aarzel om eraan te beginnen. Wat zal ik ontdekken pver de persoonlijkheid van deze categorie waartoe ik zelf behoor? Ik ben toch benieuwd of er herkenning is in de beschrijving van de jongste. Of ik mezelf erin terugzie? Daar laat ik me verder maar niet over uit...<br />

 "Als u de jongste was, bent u vast en zeker een charmant, kameraadschappelijk, vrolijk en luchthartig type. U zult in uw hart wel altijd verwachten dat er iemand klaar staat om u te helpen, omdat u het kleintje thuis was en er altijd wel één of meer ouderen waren om voor u te zorgen'', zo lezen we in een boek over persoonlijkheidsontwikkeling. Nu zijn er natuurlijk verschillende mogelijkheden als een kind jongste van een gezin is. Het kan bij voorbeeld voorkomen dat er al heel wat broertjes en zusjes zijn, en dat de nieuwe baby noch door de ouders, noch door de andere kinderen met vreugde wordt verwacht. Misschien krijgt het kind weinig belangstelling en aandacht. Het moet altijd maar"zoet" zijn en zich niet te veel laten horen. Broers en zussen staan klaar om hun jongste zus of broer van allerlei ondeugd de schuld te geven, en de ontwikkeling van dit kind is dan wel heel anders dan die van het jongste kind dat aller lieveling is! In het eerste geval wordt het kind prikkelbaar, teruggetrokken en driftig. Het voelt zich altijd misdeeld met z'n afgedragen kleren en het —door veelvuldig gebruik- kapotte speelgoed. Geen wonder dat dit kind later maar weinig verwelwillendheid van anderen. In het andere geval -de jongste is lief en zachtmoedig behandeld door de broers en zussen- gedraagt dit kind zich tegenover hulpeloze medemensen heel vriendelijk en zacht. Het speelt lief met kleinere kinderen en is heel zorgzaam voor huisdieren. Maar 't kan ook best zijn dat het lievelingetje opgroeit tot een verwend kind, dat maar moeilijk tevreden te stellen is en steeds meer van ons eist. Soms bemoeien de kinderen in het gezin zich heel veel met hun jongste broertje of zusje. Ze willen de ontwikkeling eigenlijk versnellen en laten het kind 'kunstjes' doen. Iedereen moet zien wat' t kleintje al kan en men bewondert het: „O, wat is het toch een bijdehandje!" Toch is dat steeds maar stimuleren niet altijd gunstig. Het kind gaat zich daarop verlaten en heeft later soms maar wei. nig zelfvertrouwen om iets zelfstandig te ondernemen. Altijd blijft het een duwtje in de rug nodig houden.

Beschermen
Ook het steeds maar weer willen beschermen van de jongste voor alle mogelijke gevaren komt veel voor. Het blijft immers onze baby? Het is toch de kleinste, de zwakste van ons allemaal? Maar zo' n overdadige bescherming staat de dadendrang wel in de weg. Het kind hoeft ook bijna niet te vechten om ergens toestemming voor te krijgen of wat dan ook. Vader en moeder zijn veel eerder geneigd aan het huilen en dreinen toe te geven! Ook de broers en zussen schieten trouwens snel toe om te behoeden, te beschermen, te helpen. En wat kan er dan gebeuren? Zo' n overbeschermde opvoeding maakt van het jongste kind een afhankelijke en angstige volwassene. Een jongste vertelde daar zelf over: ,,Ik ben nergens toe in staat: de angst om te mislukken zonder hulp van anderen verlamt me. Iedereen kan alles veel beter dan ik. Het lijkt wel of ik altijd een klein jongere blijf." En een meisje klaagde: ,,Ik kan maar geen plannen maken. Ze mislukken altijd! Ik ben eigenlijk overal bang voor; vooral tegen het samenI werken met onbekende, nieuwe mensen zie ik verschrikkelijk op!"

Voorbeeld
Er zijn echter toch jongste kinderen die wèl een dadendrang weten te ontwikkelen. Vooral de jongsten uit grote gezinnen schijnen heel goede prestaties te leveren. Ze studeren en weten in hun leven heel wat te bereiken. Men heeft daar de volgende verklaring voor. Het jongste kind wordt immers toch veel geholpen door zijn broers en zussen? Wel, die banen voor hem de weg, ruimen moeilijkheden en hindernissen op, zijn hem ten voorbeeld en het kind kan profiteren van ervaringen en raadgevingen. Niet, dat goede raad altijd in dank wordt afgenomen door broertje of zusje! Het kind zucht wel eens onder de last van aller bemoeienis; ,,Het lijkt wel of jij mijn vader bent'', of, ,Nou zeg, je bent m' n moeder niet!'' Als vader en moeder moeten we echt attent zijn, dat zoiets geen al te belastende vormen aanneemt. Natuurlijk is het fijn als we ons Weintje eens over kunnen laten aan de zorgen van onze grote zoon of dochter. We geven hem of haar dan behoorlijk veel verantwoordelijkheid, terwijl we aan de andere kant toch zélf ons gezag willen houden en dat beslist niet willen delen met de oudste kinderen.

Broer als vader
Het gezin waarin Michiel de jongste is, maakte dat zelf mee. Michiel had, toen hij geboren werd, een broer en een zus van vijf en zeven jaar. Hij groeide op en er was niets bijzonders aan de hand, tot hij op achtjarige leeftijd ineens niet meer luisterde naar moeder noch naar vader. Het leek wel of hij heel hun leiding negeerde! Pas toen het gezin een uitstapje maakte naar de dierentuin ontdekte vader wat er gaande was. Het viel hem op, dat steeds als hij Michiel dit of dat opdroeg, het jongetje eerst z'n broer raadpleegde, zo in de zin van:,, Wat denk jij ervan? Zal ik het doen?" Het kind had blijkbaar z'n grote sterke broer als tweede vader aangenomen! Aan deze problematiek maakte vader snel een einde, dat is begrijpelijk. Zo geven we de groten dus soms aan de ene kant veel verantwoordelijkheid, terwijl we aan de andere kant er weer veel van terug nemen. Dat kan heel verwarrend zijn! Ze mogen dus wel het kind bemoederen of beschermen, maar als ze zich opvoedend opstellen, meepraten, zich bemoeien met het doen en laten van het jongste kind, dan tikken we de oudsten snel op de vingers: pas op, dat is onze taak! Of is die situatie u onbekend?

Geen straffen
Een voorbeeld: het jongste kind. Marjan, zit aan tafel en treuzelt met het eten. ,,Toe, kind!" spoort moeder haar aan, ,, eet je bord eens leeg!" Direct valt de oudste haar bij:,,Marjan, dooreten!" en alsof dat nog niet genoeg is, klinkt aan de overkant van de tafel de stem van zus: ,,Eten hoor, anders mag je straks geen spelletje met me doen!" Ook dit komt voor: moeder is in de keuken aan 't werk, terwijl Marjan in de kamer het postzegelalbum van haar grote broer Chris pakt. Natuurlijk vindt de dertienjarige jongen dat niet goed en waarschuwt:,,Blijf er eens af, Marjan!" Marjan luistert niet en gaat door met het omslaan van de bladen.,.Marjan!" klinkt het weer en harder:,,Marjan! Als je er nu niet afblijft, ga je naar bed..." Inderdaad, het meisje luistert, maar moeder neemt Chris daarna even apart, om hem te vertellen dat hij natuurlijk geen straffen uit kan delen. Er is een grens aan broederlijk vermaan!

Plagen
En dan het plagen! Oudere kinderen vinden het wel eens heerlijk om hun kleine broer of zus op de kast te jagen. Ze halen grapjes uit, die het kleintje niet begrijpt, maar waar vreselijk om gelachen wordt. Het lijkt me, dat —al moeten we onze jongste niet te veel willen > beschermen— we toch dit plagen en treiteren van de broers en zussen moeten verbieden. Onze zorgzaamheid moeten we echter wel proberen in te perken, evenals de overdadige hulp van anderen. Het is immers voor de jongste veel beter om te leren onafhankelijk en zelfstandig te zijn, dan om steeds maar steun van ons te verwachten. Het kind leert dan in het latere leven om zélf besluiten te nemen en het kweekt ook verantwoordelij kheidsgevoel.

Huwelijk
De invloed die onze plaats in het gezin heeft op onze persoonlijkheid gaat volgens sommigen heel ver. Men ziet zelfs een samenhang tussen oudste, middelste of jongste zijn van man en vrouw, èn een goed huwelijk! Bent u benieuwd naar de combinatie die het 'gelukkigst' is? Volgens dr. Theodore Kemper (uit Amerika) is dat het huwelijk tussen de man met jongere zuster(s) en de vrouw met oudere broer(s). Ook het omgekeerde is een gunstige combinatie, terwijl de man als jongste en de vrouw als oudste eveneens als "goed" betiteld wordt. Minder gunstig schijnt het te zijn om allebei de jongste, of allebei de oudste te zijn. En waarom? Volgens diezelfde doctor voelen mannen zich het gelukkigst als het machtsevenwicht in de huwelijksrelatie lijkt op die van vroeger thuis. Als je dan allebei de oudste bent en thuis dus behoorlijk wat macht hebt kunnen uitoefenen over de jongeren, dan ontbrandt in het huwelijk een hevige machtsstrijd tussen man en vrouw...

Verantwoordelij kheid
Ben je allebei de jongste, dan ontstaat de vraag, wie de verantwoordelijkheid op zich moet nemen. Man en vrouw willen beiden graag aandacht krijgen en verwend worden, maar als dat in der minne geschikt kan worden dan gaat het in het gezin best; de kinderen krijgen een ontspannen en plezierige jeugd. Jongsten hebben de neiging om speels, levendig en spontaan te zijn en dat brengt in huis een genoeglijke sfeer. Maar... overbezorgd kunnen ze óók zijn. Zelf heel beschermd opgegroeid, hebben ze soms grote angsten gekregen. Maria bij voorbeeld, jongste met drie oudere zussen, had hoogtevrees, watervrees en ook was ze bang voor onweer. Haar kinderen verkeerden volgens haar idee dan ook bijna voortdurend in levensgevaar en haar zorgen waren groot! Hoe we over dit alles denken, of we het overdreven vinden of niet, het staat vast dat het gezinsleven een belangrijke factor is in onze ontwikkeling.

Gezin als leerschool
Het is echt niet alleen een herinnering aan een fijne jeugd, die het gezinsleven zo belangrijk maakt. Is de theorie van dr. Theodore Kemper wellicht overtrokken, het is toch beslist wel waar dat we in het gezin als kinderen met elkaar om leren gaan. We leren wat kan en niet kan, we leren dat de een heel anders reageert dan de ander. We leren ons aanpassen aan de anderen en de eerste leerschool is steeds weer het gezin. Zelfs kunnen we wel zeggen, dat het kind in het gezin leert om relaties te hebben, banden te onderhouden, contacten te leggen en ook de wijze waarop het kind dit allemaal leert is belangrijk voor het latere leven. Je zou eigenlijk kunnen zeggen, dat de relaties in het gezin het grondpatroon vormen waarop in de rest van het leven wordt voortgeborduurd. Er is gelukkig wel verandering mogelijk, maar de belangrijkheid van het gezin mag nooit onderschat worden!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 juni 1988

Terdege | 64 Pagina's

Het jongste kind in het gezin: „Het lijkt wel of ik altijd een klein jongetje blijf'

Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 juni 1988

Terdege | 64 Pagina's