Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebedsverhoring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebedsverhoring

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De meeste van onze lezers zijn, neem ik aan, gewend regelmatig te bidden. Velen zitten misschien met de vraag:,, Verhoort God mijn gebed?" Of, zitten we juist veel te weinig met die vraag? Dat zou ook kunnen. Dat ons gebed zo werktuiglijk is, zo zonder werkelijke smeking, dat we ons over de verhoring van ons gebed niet werkelijk bekommeren. Bidden is toch eigenlijk een smeekschrift neerleggen voor de troon des hemels. Bidden is toch eigenlijkje brieven uitspreiden voor Gods Aangezicht. Bidden is toch eigenlijk worstelen met God, Hem niet loslaten tenzij Hij zegent. Verhoort God al onze gebeden? Zeker niet. De Schrift zegt immers: ,,Gij bidt en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, omdat gij het zou doorbrengen in uw wellusten." Er is een kwalijk bidden, dat God wel hoort, maar niet verhoort.

Mijn wil
Hij hoort dat dwingen, dat eisen van mensen die overal recht op hebben, Hij hoort dat opstandige vragen, waarin keihard doorklinkt: ,,NietUwwil, maar mijn wil geschiede." Hij hoort het en zal er eens op terug komen. Hij hoort al datsleurbidden, al die inhoudloze woorden die gepreveld worden, soms gauw, gauw. ,,Even bidden." Hij hoort al dat oneerbiedig naderen tot Hem, zonder enig besef van wie Hij is, zonder enige vernedering van het hart, zonder enig besef van eigen onwaardigheid. Hij hoort het, maar verhoort het niet. De grote vraag is, hoe bidden wij? Wat is er een kwalijk bidden. Laateen ieder zijn of haar gebedsleven onderzoeken. Wie moet dan niet zeggen:,,Mijn bidden is een kwalijk bidden. Ik weet niet te bidden gelijk het behoort.'' Wie dat werkelijk beseft gaat bidden: ,,Heere, leer mij bidden." Op de leerschool van de Heilige Geest wordt het .rechte bidden geleerd. Hij is immers de Geest der genade en der gebeden. Om die Geest mogen we en moeten we altijd bidden.

Alles verhoord?
Maar als wij iets van het ware gebedsleven in de tere omgang met God mogen beoefenen, worden dan al onze gebeden verhoord? Een moeder bidt om de bekering van haar zoon, die het verkeerde pad opgaat. Een man bidt voor de bekeringvan zijn vrouw, die maarzo doods en lijdelijk blijft. Een jongen die de Heere vreest bidt om de bekering van zijn ouders. Er zijn zovele dingen te bedenken, waarom een kind van God bidt. Ja, het is de opdracht van de Heere om alle begeerten met bidden en smeken bekend te maken bij God. Worden nu al deze gebeden verhoord? Dan hebben we enkele dingen te bedenken. Het rechte gebed, het gebed des geloofs is elke keer weer een genadegave van de Heere. Een genadegave die vloeit uit de biddende en dankende Hogepriester, Die altijd leeft om voor Zijn volk te bidden. Zijn leven is bidden. Die genadegave van het gebed van het geloof werkt Hij Zelf in de harten van degenen die Hem vrezen. Dan wordt u dat gewaar. Dan kunt u de Heere niet loslaten. Al gaat het door veel strijd en aanvechting heen vaak, u loopt de Heere steeds weer voor de voeten, u maakt het Hem heilig lastig. U kunt niet ophouden. Dit is een bewijs dat de Geest der genade en der gebeden krachtig in u werkzaam is. In dit gebed ligt de verhoring zeker opgesloten. Dat wordt u onder het bidden ook gewaar. ,,MijnGodzal mij horen." ,,Hij doet het welbehagen dergenen die Hem vrezen, en Hij hoort hun geroep en Hij verlost hen (Ps. 145:19)". Van zulk een krachtig gebed vinden we vele voorbeelden in de Heilige Schrift. Denk aan Jacob, aan Hanna, aan Elia, aan de Kananese vrouw.

Bijna vergeten
Het kan ook zijn dat we zulk een tijd van krachtig gebed in ons leven kennen en dat het lijkt alsof de verhoring toch nooit komt. Vele, vele jaren kunnen voorbijgaan. En u denkt, de Heere verhoort mij niet. Ja, het gebed houdt op, ja het kan zelfs zo zijn, dat het bijna vergeten is. En zie, op Gods tijd, u durfde er niet meer aan denken, betoont de Heere het dat Hij uw gebed hoorde en ook verhoort. Denk eens aan Zacharia toen hij diende in de tempel. Hij en zijn vrouw waren reeds oud. Wat hadden zij gesmeekt om een kind. Wat waren zij gebukt gegaan onder het kruis van de onvruchtbaarheid. Maar hun leeftijd was voortgegaan. Naar de mens gesproken was het onmogelijk dat hun gebed nog verhoord zou worden. En toch zei de engel tot hem: ,, Uw gebed is verhoord!'' Niet zelden verhoort de Heere de gebeden van Zijn kinderen dwars door de onmogelijkheid heen. Juist dan, als het niet meer kan en ze van alle schepselen en ook van zichzelf zijn afgebracht. Zo komt Zijn wondere liefde en macht des te heerlijker uit. Wij mogen al- ^ les aan de Heere vragen wat Hij in Zijn Woord gebiedt. Dat wil niet zeggen dat de Heere ook al onze gebeden verhoort. Hij weet alleen wat het meest strekt tot Zijn eer en tot ons heil. Daarom zal het rechte gebed altijd de ondertoon hebben van het ,, Uw wil geschiede!".

Gods wil
De ware bidder leert toch verstaan nergens recht op te hebben. De ware bidder kan de Heere niet loslaten, maar leert Hem wel vrijlaten. Dan kan het zijn dat we om sommige dingen vragen, die op zichzelf goed zijn, maar toch niet voor ons bestemd zijn. Het was goed dat het in het hart van David was, dat hij de tempel des Heeren wilde bouwen, maar het was de wil des Heeren dat zijn zoon Salomo dat zou doen. En David werd met Gods wil verenigd. Dat is het grootste, om in alle dingen en onder alle omstandigheden voor de Heere te buigen en het met Hem eens te worden. Dat is juist de strijd. We bidden ook na ontvangen genade zo vaak naar ons zelf toe. Eigenliefde en eigen eer spelen vaak nog zo'n grote rol. Juist deze zaken moeten uitgezuiverd worden door de Geest des oordeels en der uitbranding, Die tevens is de Geest der genade en der gebeden. Nooit is ons gebed, hoe vol en rijk ook, de grond van verhoring. Die ligt uitsluitend in het werk, het offer, het gebed van de biddende en dankende Hogepriester. Hij bidt voor al de Zijnen, Hij weet precies wat goed voor ze is. En de Vader hoort Hem altijd. Daarom zal Gods kind straks eindigen in Hem en zoekt hij verzoening voor zoveel verkeerde gebeden en verlangens en mag toeleven naar de dag dat er nooit meer gebeden zal worden. Want in de hemel is er geen gebed meer nodig. Dan is er geen gebrek en gemis meer. Dan is alles vol van de liefde en lof des Heeren. Dan eeuwig aanbidden! Is dat uw toevoorzicht?

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1985

Terdege | 64 Pagina's

Gebedsverhoring

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1985

Terdege | 64 Pagina's