Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GAAT DAT MAAR ZO??

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GAAT DAT MAAR ZO??

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

We willen nu eerst vermelden, wat de synodale commissie aan de synode van 1974 rapporteerde. Onder 3 van haar rapport schrijft zij:

Enigszins anders is het gesteld met het in 4. genoemde t.a.v. het gebruik van toegewezen t.v.- zendtijd. Deputaten wensen niet alleen effectuering van art. 25 Acta 1965/1966 (de vrijheid om evangelisatiesamenkomsten via de t.v. te doen uitzenden; — een besluit dat blijkens art. 109 van deze Acta om praktische redenen niet uitgevoerd mocht worden), maar zij vragen ook de vrijheid om kerkdiensten via de t.v. te doen uitzenden. Bij deze laatste vraag zijn deputaten voorbijgegaan aan art. 26 Acta 1956: ...... „uitsprekend dat dit geenszins wil zeggen dat de synode de televisie als zodanig kan aanvaarden voor de dienst des Woords”.

Uw commissie heeft zich afgevraagd of er reden zou zijn dit laatstgenoemde besluit te herroepen. Afgedacht van de mogelijk opnieuw aan de orde te stellen principiële vraag of er na 18 jaar geen redenen kunnen zijn om nu wèl van de t.v. gebruik te maken voor de dienst des Woords, is uw commissie van mening dat dit voorlopig nog zoi veel praktische bezwaren oplevert dat het uitzenden van kerkdiensten voor de t.v. in dit stadium niet wenselijk is.

Ds suggestie van deputaten om het synodebesluit 1965/'66, genoemd in art. 109 van die Acta, te herroepen, raakt niet het uitzenden van kerkdiensten via de t.v., maar van evangelisatiesamenkomsten. Tegen de uitzending daarvan maakten diverse kerken bezwaar.

Uw commissie heeft niet kunnen constateren of de in 1965 geldende bezwaren nu, na bijna 10 jaar en een daarin toegenomen t.v.-gebruik, nog even zwaar wegen. Wèl heeft uw commissie een verschil in benadering ontdekt: in 1965 kwam de vraag naar het gebruik-maken van de t.v. uit de vergadering zèlf naar voren; nu wijzen deputaten erop, dat de voorgenomen reorganisatie kan betekenen dat ons van overheidswege zendtijd wordt toegewezen. En dán gaat het erom, dat ook deputaten weten wat met die tijd gedaan kan worden.

Hoewel één commissielid ten aanzien van deze zaak zijn bedenkingen heeft, is het alle leden duidelijk dat we niet bij voorbaat negatief moeten staan t.o.v. eventueel toegewezen en te verkrijgen zendtijd via de t.v., daar dit niet behoeft in te houden dat deputaten zelf geroepen zijn deze tijd te vullen. Het ware te overwegen deze eventueel aangeboden zendtijd „uit te besteden” aan een daarvoor in aanmerking komende omroepvereniging, waarbij deputaten dan wel medeverantwoordelijk blijven. Dit voor het geval de synode van mening is, dat art. 109 Acta 1956/'66 gehandhaafd moet blijven.”

De commissie stelde voor „deputaten de vrijheid te verlenen om de eventueel in de toekomst door de overheid toe te wijzen t.v. zendtijd onder verantwoordelijkheid van deputaten zó te (doen) gebruiken dat de verbreiding van het Evangelie daardoor bevorderd wordt, met inachtneming van het in 1956 genomen besluit”.

Onder art. 168 van de Acta van de synode van 1974 lezen we het volgende:

Radio-kerkdienst uitzendingen

De praeses (jeeft in bespreking het rapport van de deputaten voor radiokerkdienstuitzendingen (bijlage LXXIV). Commissie II rapporteert (bijlage LXXV). Enkele afgevaardigden herinneren aan de synode 1965/1966, toen er zoveel onrust in de kerken was over mogelijke televisieuitzendingen, en manen tot voorzichtigheid. De rapporteur, ds. H.Biesma, wijst erop datwe de zaak in de juiste proporties dienen te zien. Wanneer zendtijd wordt toegewezen, zal dit neerkomen op een half uur per jaar. Wanneer we die niet claimen, zal deze aan anderen worden toegewezen. Het gaat hier niet om de vraag of kerkdiensten per televisie zullen worden uitgezonden. Prof. dr. J. P. Versteeg geeft als deputaat een nadere toelichting.

Prof. dr. W. H. Velema wijst erop dat de uitzending van een informatieprogramma zonder bezwaar kan plaatsvinden. Wanneer de Christelijke Gereformeerde Kerken nu neen zeggen, staan zij buiten de verdere ontwikkeling. Bovendien kunnen anderen dan een negatief programma uitzenden.

De synode besluit :

1. ............

2. ............

3. deputaten de vrijheid te verlenen om de evantueel in de toekomst door de overheid toe te wijzen televisiezendtijd onder verantwoordelijkheid van deputaten zó te (doen) gebruiken dat de verbreiding van het Evangelie daardoor bevorderd wordt, met inachtneming van het in 1956 terzake genomen besluit;

4. ............

In een slotartikel willen we nog enkele opmerkingen maken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's

GAAT DAT MAAR ZO??

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 1977

Bewaar het pand | 6 Pagina's