Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een kloon da's niet gewoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een kloon da's niet gewoon

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Schotse Edinburgh komt op 5 juli 1996 ene Dolly ter wereld; voor het oog een lam als alle andere. In werkelijkheid is het een exacte kopie van een zes jaar oud ooi. Niet dat Dolly ineens net zo groot is, maar het heeft wel precies dezelfde erfelijke eigenschappen. De wetenschap viert een succes, maar niet iedereen staat er bij te springen. De grootste vrees: Maken diezelfde onderzoekers straks ook kopieën van mensen?

Het kopiëren van een schaap is wel wat lastiger dan het kopiëren van een velletje papier. Er is maar een druk op de knop nodig om de aantekeningen van een biologieles een, twee of meer keer te vermenigvuldigen. Het kostte de onderzoekers van het Roslin Instituut jaren om het kopiëren van een levend wezen, ook wel kloneren genoemd, onder de knie te krijgen.

Voor het maken van een kloon moeten wetenschappers in een laboratorium eerst het erfelijke materiaal, DNA, uit de kern van een eicel halen en dit vervangen door het DNA van een volwassen cel. Kleine stroomstootjes zorgen ervoor dat de eicel met de nieuwe kern gaat delen. Hierdoor ontstaat een embryo en dat kan na terugplaatsing in de baarmoeder, net als ieder ander embryo dat gewoon ontstond bij samensmelting van een zaad-en eicel, uitgroeien tot een lammetje of ander jong dier.

Inmiddels is de lijst van gekloonde zoogdieren behoorlijk uitgebreid. Er staan niet alleen laboratoriummuizen en - ratten op, maar ook katten, koeien, geiten en paarden. Zuid-Koreaanse onderzoekers lieten begin augustus weten, dat ze na een aantal mislukte pogingen ook een hond aan de lijst toe kunnen voegen.

Stal wol superdieren?

Uiteraard is niet alleen de ontwikkeling van de kloneertechniek belangrijk, maar ook wat wetenschappers ermee denken te kunnen doen.

Er zijn onderzoekers, en zeker ook ondernemers, die een hele stal vol klonen van die uitstekende melk-of vleeskoe voor" zich zien. Maar ook andere 'superdieren' staan op het verlanglijstje. Een top racepaard is afgelopen voorjaar al gekloond om z'n goede eigenschappen, lan Wilmut, de onderzoeker die Dolly maakte, vindt het klonen van een superdier de moeite niet waard. Hij is juist niet uit op exacte kopieën. Wilmut benut liever de mogelijkheid om bepaalde eigenschappen toe te voegen of te veranderen aan het erfelijke materiaal van een kloon. Zo maakte hij na Dolly een schaap - met de naam Polly-waarvan het DNA zo is veranderd, dat ze in haar melk een menselijk eiwit produceerde. Dit eiwit was werkzaam als medicijn bij ernstige longkwalen, zoals emfyseem en taaislijmziekte. Weer anderen willen bedreigde diersoorten op deze manier een handje helpen om meer nakomelingen te krijgen en zo hun kans op overleving vergroten. Als test hiervoor is de Afrikaanse wilde kat gekloond met eicellen van de huiskat, waar de Afrikaanse soort veel op lijkt. De zeven jongen die dit opleverde, twee mannetjes en vijf vrouwtjes, groeien nu op met een huiskat als surrogaat-moeder. Ook meer science-fiction-achtige ideeën zijn geopperd.

Zo willen sommigen de techniek van kloneren gebruiken om uitgestorven diersoorten, zoals de mammoet, weer tot leven te brengen. Het is de vraag of dit haalbaar is, want in dit geval moet dus een dier van een andere soort - mammoeten bestaan immers niet meer-de eicel leveren en draagmoeder zijn.

Met het bestaan van Dolly is ook de discussie over het kloneren van mensen ontstaan. Onderzoeker Wilmut kwam er achter dat heel wat mensen de techniek zouden willen gebruiken om zo een kopie van een overleden kind te krijgen. Daarnaast zijn er mensen die gewoon graag een kopie van zichzelf hebben. Een aantal bedrijven, zoals het op de Bahama's geregistreerde Clonaid, heeft de afgelopen jaren geprobeerd een menselijke kloon te maken, maar nog altijd zonder succes.

277 embryo's

Met al deze ideeën en toepassingen op een rij, blijken er toch nog wel wat haken en ogen te zitten aan dit technische hoogstandje. Het eerste probleem waar wetenschappers tegenaan lopen is de klei-

ne slagingskans. Neem bijvoorbeeld Dolly: Voor het ontstaan van dat ene lam, waren in het laboratorium niet minder dan 277 embryo's nodig. Die werden allemaal in voorlopige draagsters geplant om ze verder te laten groeien. Van alle embryo's bereikten er maar 29 het gewenste stadium. Na overplaatsing in dertien ooien is uit deze 29 embryo's uiteindelijk alleen Dolly geboren. De meeste embryo's stoppen na een paar celdelingen met groeien. Soms gaat de ontwikkeling verder, maar zijn er toch problemen die later de oorzaak zijn van een miskraam of de geboorte van een misvormd dier. Slechts een enkele keer verloopt alles goed en ontstaat een gezonde kloon. Alleen daarom al is het niet verantwoord deze techniek op mensen toe te passen.

De leeftijd van mens en dier is af te lezen aan beschadigingen in DNA. Die beschadigingen verhogen de kans op kanker en andere aandoeningen die gewoonlijk op latere leeftijd ontstaan. Dolly werd door een longziekte maar zeven jaar; niet oud voor een schaap. Het is nog niet duidelijk of klonen altijd eerder sterven dan een normaal verwekt dier. Bij gekloneerde koeien verwachten onderzoekers juist een langere levensduur.

Toch geen exacte kopie

Mensen denken vaak dat een kloon een exacte kopie is, maar dat is niet zo. De combinatie van erfelijke en omgevingsfactoren bepaalt uiteindelijk hoe iemand eruit ziet en hoe iemand zich ontwikkelt. Daarom is het nog maar de vraag of een volwassen kloon uiteindelijk ook de uitstekende kwaliteiten van zijn 'voorouder' zal hebben. Wat betreft uiterlijke kenmerken gaat dat in elk geval niet op.Bij het klonen van katten blijkt de vacht van het jong een ander patroon te krijgen dan die van de ouder. Hierbij hebben de genen het dus niet alleen voor het zeggen; de omgeving en ontwikkeling, spelen evengoed een rol. Een kloon van de briljante natuurkundige Einstein, zou waarschijnlijk wel heel intelligent zijn. Maar of deze persoon ook een belangrijke rol in de natuurkunde zou spelen, is maar zeer de vraag. Tenslotte groeit de kloon op in een andere tijd en onder compleet andere omstandigheden.

Om alles nog ingewikkelder te maken: ieder individu heeft een eigen, unieke persoonlijkheid. Niet de genen die iemand meekrijgt, bepalen zijn persoonlijkheid. Neem een eeneiige tweeling: beiden hebben hetzelfde DNA, maar verschillen van elkaar in karakter en persoonlijkheid. Ouders die een kloon van een overleden kind willen, zouden dus vrijwel zeker bedrogen uitkomen. Misschien zou hun kind wel liever buiten ravotten, dan met poppen spelen. Klonen van mensen is dus beslist een verwerpelijke gedachte; niet alleen om praktische redenen. Het "laat ons mensen maken" is nu eenmaal niet aan een mens.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2005

Daniel | 40 Pagina's

Een kloon da's niet gewoon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2005

Daniel | 40 Pagina's