Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Versterven: waar praten we over?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Versterven: waar praten we over?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een incident in het Groningse verpleeghuis 't Blauwbörgje dwong artsen, familieleden, politici en verpleeghuisdirecteuren zich een mening te vormen over een gebruik, dat in verpleeghuizen tot de dagelijkse praktijk bleek te behoren: een kwart van de verpleeghuispatiënten "versterft". Psychiater B.E. Chabot omschreef het proces "versterven" als het afzien van (kunstmatige) toediening van voeding en vocht aan patiënten die door ziekte of ouderdom weinig of geen honger-of dorstgevoelens hebben. Binnen een paar maanden werd het woord "versterven" vakjargon voor artsen, politici en familieleden.

Woorden leiden een eigen leven, hoezeer we ze ook proberen vast te leggen in definities. Bestaande woorden kunnen nieuwe betekenissen krijgen.

Het oude en vertrouwde begrip "versterven" dreigt in het moderne spraakgebruik een misplaatste betekenis te krijgen. Dan gaat het niet meer over het natuurlijke stervensproces waardoor de behoefte aan voeding en vocht afneemt. In de radicaal nieuwe betekenis dreigt het begrip versterven een alternatief te worden voor euthanasie en levensbeëindigend handelen.

De RMU-sectie gezondheidszorg en welzijn "Het Richtsnoer" en de stichting IBA (Iniatieven Bestuursadvisering) hebben getracht het begrip versterven duidelijker te definiëren en hebben hun notitie op de Voorjaarsconferentie van maart jongstleden aangeboden aan de hoofdinspecteur voor de Gezondheidsszorg. Uit deze notitie ligt ik enkele punten.

Herkomst en betekenis van het begrip versterven

In de Bijbel (Statenvertaling 1637) komt het woord versterven voor in Richteren 2:19 (het versterven van de richter), job 14 : 7 - 10 (de dood neemt ons voor altijd uit deze wereld weg; de dood ontneemt ons voor goed onze levenskracht. Het gevelde mensenleven komt niet opnieuw tot leven, zoals de reuk van wateren doet bij een omgehakte boom, waarvan reeds "zijn wortel in de aarde veroudert en zijn stam in het stof versterft"), judas vs. 12, Romeinen 4 : 19 (het lichaam van Abraham en de moeder in Sara waren verstorven) en Hebreën 11 : 12.

Het oude woord versterven is in 1553 voor het eerst aangetroffen en blijkt wel 21 betekenissen te hebben waarop we hier niet nader in gaan. De tegenwoordige betekenis van versterven is beperkter. Van Dale zegt over versterven: het mettertijd verdwijnen, langzamerhand teloor gaan, het vlees laten versterven, bij erfenis overgaan enzovoort. Binnen de gezondheidszorg betekent versterven: het natuurlijk verloop van een stervensproces, niet rekken en niet beëindigen.

Enkele medische aspecten

Bij naar schatting 10.000 patiënten (dat is 8% van de 1 35.000 mensen die jaarlijks in Nederland sterven) wordt in de laatste fase van hun leven een verstervingsbeleid gehanteerd. In ongeveer eenderde van de gevallen is de patiënt wilsonbekwaam.

Bij versterving wordt terughoudend gehandeld ten aanzien van het ongewild toedienen van voedsel en vocht.

Oude zieke mensen moeten niet worden vergeleken met jonge en gezonde hongerstakers, die het weken kunnen volhouden.

Een beslissing geen voedsel en vocht toe te dienen, heeft het onvermijdelijk gevolg dat de betrokkene binnenkort sterft; hij of zij glijdt weg in een soort coma.

Zo'n vergaand gevolg vereist een zorgvuldig gestelde diagnose. Men moet zich bewust zijn van de gevolgen van het onthouden van voedsel (algemeen verval van krachten) en vocht (uitdroging).

Over versterven mag pas worden gesproken wanneer het natuurlijk

stervensproces als de oorzaak van het achteruitgaan van de patiënt is vastgesteld.

Het verouderingsproces raakt de totale mens in iedere cel en in alle dimensies van zijn bestaan. Alle orgaansystemen gaan slechter functioneren, de zintuigen gaan achteruit, het levenstempo vermindert, de mobiliteit neemt af en er treden ouderdomsziekten op. Geleidelijk boet de kwetsbare vitaliteit verder in, tot de hulpverlenende omgeving de zelfzorg overneemt en zelfs hulp bij eten en drinken noodzakelijk is.

Verschillende situaties

Er is onderscheid tussen het met zorg en liefde blijven aanbieden van voedsel en vocht en het gedwongen of kunstmatig toedienen ervan. Dwang mag slechts onder bijzondere omstandigheden en na melding aan de Inspecteur voor de Volksge-

zondheid. Wanneer een patiënt acuut ziek wordt en een tijd nauwelijks eet of drinkt, wordt deze met bijvoorbeeld vochtinfuus en sondevoeding er doorheen geholpen. Bij veel patiënten leidt deze tijdelijke levensonderhoudende verzorging tot herstel, maar bij stervenden is veelal het tegendeel waar.

Eerst moet dus altijd worden gezocht naar de oorzaak van de weigering van eten en drinken en dan moet worden geprobeerd deze weg te nemen.

In de terminale of stervensfase kan de patiënt of zijn lichaam "verzadigd zijn van dagen". Er is geen behoefte meer aan eten of drinken en het leven zal dan langzaam als een kaars uitdoven.

In zulke situaties beoefent de medemens verzorgende nabijheid (aandacht, begrip enz.) en de deskundige stelt zich terughoudend op. De hulpverlenende omgeving beperkt zich dan tot het blijven aanbieden van voeding en vocht, het vochtig houden van lippen, mond, neus en ogen. Dorst heeft meer te maken met het gevoel van een droge mond dan met de terminale uitdroging. Uit respect voor de medemens vindt gedwongen of kunstmatige toediening van voedsel en vocht (die het natuurlijk beloop van het sterven verhinderen en het stervensproces rekken) niet of zeer beperkt plaats. De patiënt sterft niet omdat hij niet eet en drinkt, maar hij eet en drinkt niet omdat hij sterft.

Hier mag geen relatie worden gelegd met termen zoals verhongeren, verdorsten, euthanasie, levensbeëindiging of verhaasten van het stervensproces.

Nogmaals gezegd: ter voorkoming van verwarring en normvervaging moet het begrip versterven zuiver worden gehanteerd.

Versterven is geen iniatief van de behandelaar (want daarvoor hanteren we het begrip actieve levensbeëindiging).

Versterven maakt onderdeel uit van een natuurlijk stervensproces. Daarover moet de familie optimaal worden geïnformeerd: ok deze mens gaat naar haar of zijn eeuwig huis (Prediker 12 : 5).

Overwegingen vanuit de ethiek van de zorgverlening

De situatie rond het levenseinde moet nauwkeurig worden waargenomen en uitgelegd. Anders bestaat het risico de verschijnselen onjuist te benoemen. Het niet meer eten en drinken zou dan kunnen worden uitgelegd als "weigering". Een arts of verpleegkundige zou hier dan kunnen spreken in termen van "ondraaglijk" en "uitzichtloos" lijden, "wilsuiting", "ontluistering", om hiermee euthanasie te rechtvaardigen.

In het huidige maatschappelijke klimaat wordt "ontluistering" voorgesteld als vreselijk en te vermijden, haast een onrecht waaraan artsen en verpleegkundigen wat moeten doen. Het euthanasiedebat laat diepe sporen na die de discussie rond versterving dreigt te overheersen. De moeilijkheid van het probleem rond versterven ligt dus in de interpretatie van wat wordt waargenomen.

Versterven heeft een plaats binnen de totale zorgverlening aan zieken die zich bevinden in een onomkeerbare, terminale fase van hun leven. Wanneer is voorzien in goede medisch-verpleegkundige en pastorale zorg, is versterven een uiting van betrouwbare en zorgzame betrokkenheid op het welzijn van de stervende medemens.

Het mensenleven is van God gegeven. Daarop moeten we uiterst zuinig zijn. In ons leven mag de nadruk niet alleen op het aardse liggen.

Het is elk mens gezet eenmaal te sterven!

Gereformeerde ethiek moet veel meer toegespitst zijn op de overdenking van de dood en de eeuwige bestemming.

Voor Gods volk geldt: Zalig zijn de doden, Die in de Heere sterven, van nu aan. ja zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid..." (Openbaring 14:13).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1998

Daniel | 32 Pagina's

Versterven: waar praten we over?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1998

Daniel | 32 Pagina's