Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bestuur G.Z.B. geeft opening van zaken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bestuur G.Z.B. geeft opening van zaken

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkeraden van hervormd-gereformeerde gemeenten ontvingen enkele weken geleden een schrijven, ondertekend door 37 predikanten – opgesteld door de predikanten P. de Vries (Opheusden), D.J. Budding (Elspeet), J.H.C. Olie (IJsselmuiden), L. Schaafsma (Doornspijk) en W. Pieters (Genemuiden), waarin verontrusting werd kenbaar gemaakt inzake het beleid van de Gereformeerde Zendings Bond. Gevraagd werd of kerkeraden kenbaar wilden maken die bezwaren te delen. In reactie daarop zond het bestuur van de G.Z.B. zowel de brief van de predikanten als zijn reactie daarop aan de verontruste predikanten naar alle hervormd-gereformeerde kerkeraden. Daarbij was een uitvoerige Informatienota gevoegd over de gang van zaken t.a.v. gevoerde gesprekken vanwege het bestuur van de G.Z.B. met genoemde predikanten. We laten hier volgen een nadere verklaring van het bestuur van de G.Z.B. en vervolgens een uitvoerig deel van de Informatienota, waarin op de bezwaren nader wordt ingegaan. De G.Z.B. moge intussen, in deze moeilijke dagen (hoewel altijd) verzekerd zijn van de voorbede in de gemeenten. We mogen bidden, dat het werk van de vele zendingsarbeiders overzee niet wordt geschaad door interne conflicten hier. Het gáát om Gods voortdurende wereldwijde zendingswerk.

• Mededeling van het bestuur van de GZB
In het decembernummer van Alle den Volcke heeft het bestuur de leden van de GZB op de hoogte gesteld van een brief, die een vijftal predikanten gezonden heeft aan alle herv.-geref. kerkeraden en predikanten alsook aan alle besturen van herv. geref. evangelisaties.
In deze brief, waarmee 30 andere herv.-geref. predikanten hun instemming hebben betuigd, worden een aantal bezwaren, die men tegen de GZB heeft, ter beoordeling aan genoemde organen en personen voorgelegd.
De vijf predikanten, te weten ds. D.J. Budding te Elspeet, ds. J.H.C. Olie te IJsselmuiden, ds. W. Pieters te Genemuiden, ds. L. Schaafsma te Doornspijk en ds. P. de Vries te Opheusden vragen in hun brief of genoemde kerkeraden, predikanten en besturen hen vóór 1 januari 1991 willen laten weten of deze hun bezwaren al dan niet delen. De bezwaren van de vijf predikanten en hun mede-ondertekenaars komen overeen met de bezwaren die een aantal vertegenwoordigers van deze groep gedurende een aantal jaren op de algemene vergadering van de GZB hebben uitgesproken. Deze bezwaren hebben in grote lijnen betrekking op een volgens de bezwaarden bij de GZB heersende verkeerde visie op de reikwijdte van de verzoening, de plaats en de taak van de vrouw in de kerk en de in te nemen positie binnen de oecumene. Ook waren er bezwaren tegen de keuze van de sprekers op de zendingsdag, de partiële samenwerking met de IZB, de inhoud van de publikaties van de GZB en de invulling van de Jongerenzendingsdag.
Hoewel deze bezwaren er waren heeft de ledenvergadering elk jaar unaniem het door het bestuur gevoerde beleid en de praktische uitvoering daarvan goedgekeurd.
In 1989 heeft het bestuur een beleidsnota gepubliceerd. Deze is aan alle herv.-geref. kerkeraden, predikanten en zendingscommissies toegezonden. In deze nota wordt het beleid, dat de GZB voert en in de komende jaren denkt te voeren, uitvoerig uiteengezet. In het decembernummer van Alle den Volcke (1989) is deze nota — vereenvoudigd en verkort — aan de leden van de GZB voorgelegd. Op een en ander zijn slechts enkele reacties ontvangen.
In de loop van ongeveer drie jaar heeft het bestuur ook met (vertegenwoordigers van) de bezwaarden vaak gesproken. Zo zijn er twee studiebijeenkomsten met hen geweest, waarop over de gerezen problemen op basis van de Schriften en de belijdenissen van de kerk met hen is gesproken. Tevens zijn er vijf besprekingen geweest tussen delegaties van de bezwaarden en het bestuur. In deze gesprekken heeft het bestuur van de GZB geprobeerd de diepte en de breedte van het zendingswerk, verstaan vanuit de Schriften en het erfgoed van de (Nadere) Reformatie, te verwoorden. Tot ons verdriet konden we niet tot overeenstemming komen. Naar zijn diepste overtuiging vindt het bestuur hetgeen door de bezwaarden wordt voorgestaan een versmalling van onze bijbelse roeping tot zending. Met grote droefheid en teleurstelling moet het bestuur thans vaststellen, dat, hoewel de bezwaarden vanuit de Schriften en de belijdenissen van onze kerk niet hebben kunnen aantonen dat de GZB de weg van het gereformeerd belijden heeft verlaten, zij toch hun bezwaren aan alle herv.-geref. kerkeraden, predikanten en besturen van herv.-geref. evangelisaties hebben voorgelegd en om instemming daarmee hebben gevraagd.
Nu dit onverhoopt is geschied heeft het bestuur gemeend ook zijnerzijds informatie over dit gehele gebeuren aan dezelfde organen en personen — hierboven genoemd — alsook aan de zendingscommissies te moeten toezenden. Het bestuur hoopt dat deze gegeven informatie de noodzakelijke duidelijkheid zal verschaffen.
Het gehele bestuur betreurt ten zeerste hetgeen thans is geschied. Het bestuur staat in zijn geheel achter de langdurige en zorgvuldige wijze van behandeling en bespreking van de gerezen moeilijkheden, zoals die met de bezwaarden plaatsvond. De toenemende polarisatie binnen de gereformeerde gezindte zowel in als buiten de Nederlandse Hervormde Kerk, waarvan het huidige gebeuren een exponent is, kan alleen maar schadelijk zijn voor ons allen. We behoren ons allen daarover te verootmoedigen.
Het bestuur beveelt graag juist nu het werk van de zending in uw liefde en voorbede aan.
Het bestuur van de GZB


• Uit de Informatienota van de GZB
Met het oog op de kritiek die in de brief van de vijf predikanten jegens de GZB wordt geuit spreekt het bestuur thans het volgende nogmaals uit:

a. Beleidsnota
Wat gesuggereerd wordt in het schrijven van verontruste predikanten d.d. oktober 1990, ten aanzien van de beleidsnota van de GZB, is in strijd met de waarheid, alsook met de werkelijkheid van belijden en beleid van het bestuur. Wie zorgvuldig de beleidsnota leest en niet van eigen veronderstellingen uitgaat, kan dit weten.
Het opgemerkte met betrekking tot de verzoening is een onjuiste interpretatie van wat de GZB gezegd en bedoeld heeft. De voorzitter heeft tot de delegatie van briefschrijvers daarover dit gesteld: 'Koeman legt uit hoe de beleidsnota ontstond (Synode) en hoe deze is opgebouwd. De Schrift is bron en norm. Het gaat om opbouw en uitbouw van de gemeente. Zending verstaan we als Missio Dei. Het werk van Christus is uniek en exclusief. Tevens weerlegt hij de verkeerde uitleg van sommige delen van de beleidsnota, zoals die door de verontruste broeders zijn gegeven. Hij leest voor dat er staat wat zij misten, zij het soms op andere bladzijden. Ook legt hij de Israël-paragraaf uit.
Kerk en Koninkrijk zijn niet identiek, hoewel zij dicht bij elkaar staan, we verspiritualiseren niet en we mogen het ook niet alleen in maatschappelijke kaders proberen te vatten.
Verkiezing is persoonlijk en tot dienst. Er is verzoening en vernieuwing (zie de brieven van Paulus).
Component en vrucht zijn niet gelijk te stellen. In het verzoeningswerk van Christus zijn meerdere componenten. De verzoening richt zich eerst op God zelf; er is verzoening in het heilshandelen van God in Christus jegens en in Israël; er is verzoening t.a.v. de volken, de gemeente, het persoonlijk leven en de kosmos (er is pacificatie en terugbezorging van de schepping).
Vanuit dit totaal van Gods heilshandelen komen vruchten voort. Er zijn componenten èn vruchten.
T.a.v. de kontekst zegt hij dat openbaring bepalend is en blijft voor de ervaring. Zonder geloof en bekering, zonder wedergeboorte kunnen we niet ingaan in het Koninkrijk Gods. Hovius noemde dat onze prioriteit. Dat wil de GZB niet opgeven'.
De verzoening mag niet versmald worden tot de uitverkorenen. Zij delen in het heil. Maar in de Bijbel wordt meer over de reikwijdte van de verzoening gezegd. (Lees bv. de Efeze- en Colossenzenbrief). Deze noties zijn ook te vinden bij Calvijn, Bavinck, Boer, e.a. In deze bijbelse en gereformeerde traditie wil de GZB blijven staan.
b. Vermeende eenzijdigheden
De in het schrijven van de verontruste predikanten genoemde drie punten die ons in de praktijk van het zendingswerk zouden aankleven, zijn onterecht, laat staan dat de GZB aan deze vervaging zou willen bijdragen!
In onze beleidsnota is de ernst van Gods toorn en de noodzaak van persoonlijke bekering niet verzwegen. Zij geven klem aan en reden voor het zendingswerk.
Dat beide noties de centrale plaats in de Schrift innemen, behoeft korrektie. In de Schriften neemt Gods heilshandelen in Christus Jezus door de Heilige Geest de centrale plaats in!
c. Verbondsvisie
Voorzover het bestuur bekend, wordt de bewering, 'dat steeds meer een verbondsvisie, waarin de gehele gemeente als gelovig wordt beschouwd en wordt aangesproken in de gemeente doordringt', noch in onze publiciteit, noch op onze zendingsdagen gehoord of gepraktiseerd. Trouwens, het bestuur van de GZB deelt deze visie niet.
Wel wil het duidelijk alle Bijbelse noties t.a.v. verbond honoreren.
Dat een 'krachtig, duidelijk, bevindelijk onderscheidend geluid steeds minder doorklinkt' is noch met de stukken door de verontruste predikanten aangetoond, noch waar te maken. Dat er een wettige verscheidenheid en veelkleurigheid — die in de Bijbel zelf is aangereikt! — hoor- en zichtbaar is, zal waar zijn. Deze komt niet in mindering op het feit, dat wij met onderscheiden gaven en door de Geest op Zijn wijze begeerd en geleid, geroepen zijn het geheel van Gods handelen aan de orde te stellen voor het geloofsleven.
Alle eenzijdigheid dient ook in deze vermeden te worden. Het geheel van ons (s)preken, schrijven en handelen worde steeds getoetst aan de totaliteit van de Schriftgegevens.
d. Vrouw in het ambt
Zoals de verontruste predikanten kunnen weten, heeft het bestuur van de GZB over deze zaak, geen onduidelijk antwoord gegeven.
De openstelling van de ambten voor de vrouw heeft het bestuur van de GZB altijd principieel afgewezen. Voor het laatst nog in 1986, in een nota over de verbreding van het relatiepatroon van de GZB.
De GZB kan zich vinden in de visies, zoals die verwoord zijn in het boek van ds. C. den Boer, e.a. (Namens het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond) 'Man en vrouw in bijbels perspectief'. De GZB wijst dus de vrouw in het ambt af. Maar wel accepteren wij de dienst van de vrouw in de kerk. Wij verwijzen daarvoor naar de visie o.a. van wijlen prof. dr. J. Severijn. Zijn stelling was, dat naarmate gereformeerd-denkende mensen de vrouw in het ambt m.n. in het regeerambt afwijzen, naar die mate de dienst van de vrouw in de kerk dienen te bevorderen, juist op grond van de bijbelse gegevens. Bovendien moet men wel weten dat er in sommige situaties de noodzaak is om in de wereld van de Islam vrouwen in te zetten. Zij betuigen in woord en daad het Evangelie daar waar onder geen beding mannen toegang hebben (denk bv. aan de ziekenhuizen).
Het bestuur is geen ambtelijke vergadering waarin de ambten bijeen zijn. De plaats van vrouwen daarin komt dus niet voort uit ongehoorzaamheid aan de Schrift, noch uit emancipatiedrang, maar is behalve het aspekt van de dienst (denk aan de vele vrouwen die bij het zendingswerk betrokken zijn geweest en die Paulus met ere vermeldt), ook gegeven met de praktijk van onze assistentie.
Evenmin als de GZB met de gemeenten, die achter de GZB staan, de band met de Ned. Hervormde Kerk verbreekt en ook deze verontruste predikanten dit niet doen, hoewel deze kerk vrouwelijke ambtsdragers kent, zo min snijdt de GZB met o.a. de Torajakerk de band door, hoewel dit door de verontrusten geëist is.
e. Jongerenzendingsdag
Wat de verontruste predikanten opmerken ten aanzien van de Jongerenzendingsdag is in het bestuur van de GZB en in gesprekken met hen één en andermaal aan de orde geweest. De drie genoemde punten geven evenwel een vertekening van de waarheid,
ad 1. De sprekers op de Jongerenzendingsdag zijn steeds predikanten uit Herv. Geref. kring. Op de laatst gehouden Jongerenzendingsdag heeft 's morgens ds. J.C. Schuurman een indringende bijbelstudie gehouden en 's middags heeft ds. C.G. Geluk gesproken over de wedergeboorte die ook jongeren persoonlijk moeten ontvangen, en de konsekwenties daarvan voor hun leven in deze tijd en in deze wereld. De toespraken waren conform Schrift en belijdenis! In een informatief programma — een onderdeel van de dag dus — vertelde o.a. majoor Bosschardt van het Leger des Heils iets over haar veelbewogen leven en hoe zij met anderen op plaatsen waar wij niet kunnen of durven komen toch evangeliseert en door God gebruikt is en wordt! De wonderen van de Allerhoogste zijn gemeld! Het heeft diepe indruk op de jongeren gemaakt. Daaraan is door kollega Snoei en Looijen goede leiding gegeven.
ad 2. Op de Jongerenzendingsdag wordt geen cabaret etc. ten beste gegeven. Deze voorstelling van zaken is een onjuiste!
Dat de organisaties zorg hebben om ook deze onderdelen zo verantwoord mogelijk te laten plaatsvinden, is tegenover de verontrusten uitgesproken en verhelderd,
ad 3. Op de Jongerenzendingsdag worden naast de psalmen ook andere verantwoorde liederen gezongen uit diverse bundels. Zoals vroeger en nu nog thuis bij het orgel naast de psalmen andere liederen gezongen zijn en worden, zo gebeurt dat ook op de Jongerenzendingsdag.
Gezocht wordt steeds — rekening houdend met de jongeren en hun belevingswereld — naar een weloverwogen en passende aansluiting bij het geheel van het programma. Daarin is en blijft de Schriftstudie het belangrijkste!
f. Oecumene
Wat daarover opgemerkt is in het schrijven van de verontruste predikanten, spoort niet met de werkelijkheid. De GZB werkt niet samen met kerken van niet-gereformeerde belijdenis, d.w.z. die het in onze traditie verwoorde, verwerpen.
Wanneer de GZB om assistentie elders in de wereld gevraagd wordt, wordt uit de gesprekken duidelijk wat de identiteit van de GZB is. Als men dit wetend en accepterend, om een bijdrage vraagt in de theologische opleiding en toerusting van ambtsdragers etc, is de GZB bereid die te geven om naar diepste overtuiging de kerken te dienen met de Schrift en met wat ons in de Reformatie is aangereikt.
De bewijzen zijn er dat deze inbreng gezegend wordt en aanleiding geeft tot bezinning op de principia.
Bij ieder verzoek om samenwerking overweegt het bestuur dus of dit spoort met zijn belijden en past binnen zijn beleid, zodat er aan de beginselen niet 'geknaagd' wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bestuur G.Z.B. geeft opening van zaken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's