Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Herder en zijn kudde·)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Herder en zijn kudde·)

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij zal Zijn kudde weiden gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden. Jesaja 40 : 11.

Bij de Herder, in Zijn weiden

Als wij op deze Adventszondag geroepen worden om een herder aan de gemeente van Rotterdam-Zuid te bevestigen, dan menen wij niet beter te doen dan u en hem voor te stellen die Herder der kerk, die van oude dagen der ballingschap af aan Israël was beloofd, namelijk de Messias, die Herder Israëls. Deze heeft in Johannes 10 van Zichzelf getuigd, dat Hij was en is de goede Herder. Hem voor te stellen in Zijn weiden zal de taak zijn van de nieuwe herder en leraar: Hem voor te stellen in Zijn vergaderende armen, in Zijn dragende schoot, Hem voor te stellen in zijn zacht geleiden. Als hij u Jezus voorstelt in al deze Zijn arbeid aan de kudde, dan zal deze nieuwe leraar een onderherder onder die Opperherder zijn. Dan zal onder zijn dienst Jezus u leiden in grazige weiden, dan zal onder zijn dienst Jezus u leiden aan zeer stille wateren, en in het spoor der gerechtigheid om Zijns naams wil.

Het is wel een wondere zaak, dat wij in het Adventshoofdstuk bij uitnemendheid, Jesaja 40, als in de geest geleid worden in Johannes 10. De Heere Jezus wordt in dit hoofdstuk voorgesteld als de heerlijkheid Gods en inderdaad, Hij is als de Herder de schoonste der mensenkinderen. Hij wordt voorgesteld als Eén die komen zal tegen de sterke, en wie is er sterk als deze Herder? Weet niet een herder de wolf, de beer en zelfs de leeuw te lijf te gaan? Wie is er toch sterk als deze Herder Israëls? Dit laatste is de Herder naar buiten. Maar nu wat de Herder naar binnen is, naar de zijde van Zijn schapen, van Zijn kudde.

Vooreerst is Hij Herder van de kudde, niet van de enkeling, maar van de kudde, niet van dit schaap en van dat schaap slechts, maar van de kudde, en dat is dan niet een kudde van slechts twee of drie, maar dan is dat een kudde van zeer velen. Deze Herder heeft zelfs ook schapen, die van een andere stal zijn. Wat is dat vertroostend, wat is dat bemoedigend, als wij behalve aan de kudde van de goede Herder, die veel en groot is, van jonger vee, van ouder vee, van lammeren en ook van lammeren, die nog geboren zullen worden, dan ook nog mogen denken aan andere stal of stallen, waar toch evenzeer echte schepen van moeten worden toegevoegd aan die ene kudde, onder die ene Herder.

Als nu de Heere Zijn kudde weidt, dan heeft Hij ook meer dan één weide, hoge weiden, lage weiden, zelfs weiden der woestijn. De weiden des Heeren nu zijn Zijn Woord, Zijn instellingen van Doop en Avondmaal. Dit zijn naar het bevestigingsformulier ook de weiden, waarin uw nieuwe herder en leraar u heeft te weiden. Als een goede herder kan hij in Gods Woord altijd verse weiden vinden en dan zullen ook eens begraasde weiden na verloop van tijd toch altijd nieuw en fris en voedzaam gras bieden aan de herder voor de schapen. Voor de Heere Jezus was het zelfs niet verdrietig dezelfde dingen herhaaldelijk te leren en zelfs voor de discipelen was dat zeer nuttig. Rijk en weelderig zijn de weiden des Woords. Maar ook daarin moeten de weiden nog wel eens gezocht worden, in hoge bergweiden, of in woestijnachtige delen (als de woestijnboeken der Schrift), moet de weide nog wel eens gezocht worden. Maar hoe liefelijk, schoon spaarzamelijk, zijn ook deze weiden. En hoe verzadigd kunnen de schapen van de goede Herder ook daar welgevoed nederliggen in grote vrede.

Zijn de instellingen des Heeren zijn weiden, de Doop en het Avondmaal, zo zal de Heere, zo mag uw herder en leraar u ook daarin geduriglijk leiden.

Wat een liefelijke, wat een welige weide is de Doop, eenmaal voor de dopeling zelf en ook vele malen voor hem daarna en voor de kudde in haar geheel. Maar daar moet in die weide gegraasd worden. Men doet deze instelling, deze weide, te kort als men alleen maar zegt, wat ze niet is. Ze is een weide. De Heere leidt daarin. Uw herder en leraar heeft u daar in te leiden, ja te leiden!

Zo is ook het Avondmaal een gans welige, een vette weide. Dat is geen schrale grond. En al weer, men doet aan deze instelling, aan deze weide, te kort als men zegt wat zij niet is en voor wie zij niet is. Daar wil gegraasd zijn door de schapen.

Bij de Herder, in Zijn armen, in Zijn schoot i

, , Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen en in Zijn schoot dragen."

Men kan bij de schoot denken aan de tegen de bergen zittende Herder, die lammeren in zijn schoot doet liggen, doet rusten, die ze daar aanhaalt, die ze daar ook laat spelen. Men kan ook denken aan een moeilijk bergpad, waar de Herder een paar lammekens opneemt en in de boezem van Zijn opperkleed draagt, boven de gordel, dan namelijk als de bergreis moeilijk is. Men kan ook denken aan lammeren met een verstuikte poot, of met opgelopen wonden.

Vooreerst dan dit. De Zaligmaker vergadert, Hij vergadert de kudde. Hij vergadert, Hij verstrooit niet. Verstrooien is het werk van de satan, niet het werk van Christus. Het werk van een goede herder en leraar is ook de schapen van de Heere Jezus te vergaderen, Dat zijn boze her-> ders, die de schapen van Christus verstoten. Die zouden zeker een kudde van enkel bokken willen hebben. Die zijn net zo stotig als zij zelf zijn! Een herder kan ook de schapen verstrooien als hij niet de weiden met hen doorgaat, de weiden des Woords en die zijn vele. Men moet het Woord dóórpreken!

Maar dan ook de lammeren vergaderen in de armen. De lammeren zijn de aanwinst der kerk. Het is een dwaze zaak geweest, als de herders der kerk de gezinnen lieten inschrompelen tot weinig of niets. Alsof niet de kinderen een erfdeel des Heeren waren! Daar zit de groei der kerk. Wie daar niet op let, komt met een kerk

zonder toekomst te zitten. Daarover straks meer bij de zogenden!

Nog eens die lammeren. Wat heeft de Heere Jezus altijd veel aandacht en zorg over aankomende gelovigen, over beginnend gelovigen. Hij veracht het kleinste niet. De lammeren der kudde neemt Hij in Zijn armen. Hij zegt niet: „Gij zijt nog zo klein...!" Hij zegt niet: , , Gij moet nog veel groter worden...!" Hij zegt niet: „Het is met u nog niets...!" Hij zegt niet: „Het zou met u nog wat kunnen worden...!" Van dat alles niets. Hij vergadert juist al dat aardige kleine goed. Zijn armen vol met lammeren. Spartelend en dartelend misschien. Maar vol leven en vol levenslust. Dit is de hoop der kerk.

Nieuwe herder en leraar: Hebt een woord, hebt een arm, hebt een hart voor de lammerkens. De kleinen in de gemeente, de kleinen in de genade, laat hen een plaats hebben in de bediening. Het gaat bij hen om de wasdom, ook om de wasdom in de genade en in de kennis van de Heere Jezus Christus.

Niettemin mogen zij een plaats hebben, maar in de kudde. De tekst noemt hen nadat de kudde eerst genoemd is en daarna weer de zogenden; men kan ook vertalen de dragende schapen. Gewoon in de gemeente dus. Geen aparte jeugddiensten. De jeugddiensten hebben meer kerkelijke jeugd onkerkelijk gemaakt (ze afgewend van de samenkomsten van de geméénte) dan dat zij onkerkelijke jeugd kerkelijk gemaakt hebben. De jongeren behoren in het gezin der kerk, maar mogen daar ook niet vergeten worden. In het algemeen zou ik willen raden: laten de ouders hun kinderen ook niet hun eigen leven laten leven en niet hun eigen apartheid laten zoeken, buitenshuis en buiten de familiekring. Dat brengt geen enkel heil voort. De oudste zoon uit de gelijkenis wilde alleen met zijn vrienden vrolijk zijn — de vader hoorde daar niet bij.

Vergeet dan dus de kleinen in de genade niet, dienaar des Woords. Geef ze een plaats in uw armen, dat is aan uw hart. Als er staat van het dragen in de schoot, dan is te denken aan het gewonde, het kreupele (wat niet goed mee kan!), het verminkte, het kranke, het gejaagde, het belaagde. Daar is zwak geloof, zoals er ook kranke, eenzijdige prediking is, die grote stukken van de waarheid veronachtzaamt. Voor het eerste heeft men te zorgen: een kranke gelovige is toch ook een gelovige. Ezechiël 33 waarschuwt zo die herders, die het kranke niet helen en die het afgedwaalde niet zoeken weder te brengen. Het één zowel als het ander behoort ook tot de taak der herders. Jezus doet dat wel, Jezus doet dat ook. Het is meen ik Thomas Shepard (de naam betekent „herder"), die schreef over de „gezonde gelovige". Laat ons het ons niet ontveinzen, dat er in de gemeente Gods ook altijd krankheden, geestelijke krankheden zijn. Geeft ze uw genezende, uw verbindende, uw dragende zorg. Draag ze in uw boezem, draag ze in uw schoot. Het gaat om de gezonde leer, ook de volledige leer, de leer van de goede Herder, de Heere Jezus Christus. Het gaat ook om de gezonde gelovige, om een gezond geestelijk leven. Dat de herders waken, zoals ook de grote Herder, de goede Herder, waakt.

'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen, Van waar ik dag en nacht Des Hoogsten bijstand wacht. Mijn hulp is van de HEER' alleen,

Die hemel, zee en aarde Eerst schiep en sinds bewaarde.

Hij is, al treft u 't felst verdriet,

Uw wachter, die uw voet Voor wankelen behoedt; Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;

Geen kwaad zal u genaken, De HEER' zal u bewaken.

Bij de Herder: in Zijn zacht geleide

In Zijn zacht geleide. Dat vinden wij in het laatste deel van de tekst, waar van de komende Messias gezegd wordt: „de zogenden zal Hij zachtjes leiden.

Men kan, zoals gezegd, ook vertalen: de drachtige schapen. U vindt hier het herdersleven in al de zorg voor de schapen getekend in dit schone en tere vers. Daar zijn ook andere facetten aan het herdersleven, als het drenken van de schapen, het wassen en het aankopen, het scheren van schapen. Daar handelt onze tekst niet over. Genoeg echter om ons met de wel genoemde zaken bezig te houden.

Na het kranke en het kreupele, wat in de schoot of in de boezem gedragen wordt, volgt nu het dragende of het zogende deel der kudde. Die moeten ook mee in het zoeken naar nieuwe weiden. Soms zijn grote afstanden af te leggen op zoek naar de weiden in de woestijn. Israël had nogal wat woestijnachtige delen. Daar moesten de kudden door. Gods volk. Gods gemeente, moet hier ook gaan door de woestijn van dit leven. En ondanks de hardheid van klimaat, van weg, moest de kudde daardoor. Dat kon niet te hard gaan met het oog op de lammeren en de zogenden. Dan waren er de moeizame tochten langs steile bergpaden van lager naar hoger geleden bergweiden. Dat was voor die drachtige en zogende schapen niet gemakkelijk. Wat een trouwe zorg toch van die Herder, de HEERE, dat Hij ook Zijn schapen, Zijn volk niet meer oplegt dan zij dragen kunnen. Ging Jacob langzaam met zijn kudden, als hij zich richtte naar de gang van het werk, zo doet het de HEERE Christus ook. De Heere doet Zijn volk geen stukken van de weg overslaan en Hij neemt er de tijd voor om ze te leiden, ook naar hun kunnen. Wat wij leren moeten van Gods Woord, wat wij leren moeten van de waarheid, daar neemt Hij de tijd voor en daar gunt Hij ons de tijd voor. Wij worden geleid in de dingen Gods al de dagen onzes levens. De kerk moet geleid worden in al de waarheid Gods, in de kennis van zonde en genade, in de kennis van Christus tot zaligheid.

Wat een zorg ook heeft de HEERE voor de voortplanting der kudde Gods. Merkwaardig, die moet naar het beeld van onze tekst uit de gemeente Gods zelf komen. Het Hooglied van Salomo zegt: „Zij brengen al te zamen tweelingen voort." De vruchtbaarheid, die de Herder beoogt, is het geestelijk zaad, het zaad dat de HEERE vreest en dient. Dat maakt de kerk van de toekomst uit. Dat garandeert onder de zegen des HEEREN het voortbestaan der kerk.


*) Bij de bevestiging van ds. C. van den Bergh te Rotterdam-Zuid, 9 december 1973.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De Herder en zijn kudde·)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's