Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geachte redactie,

Dit „ingezonden stuk" heeft betrekking op het artikel in „Daniël" van de hand van de weled. heer Drs. J. Kwekkeboom te Goes, n.1. een boekbespreking van Dr. Mulders „Uit Catacomben en Woestijnzand" (zie no. 18, pag. 144).

Wie de beoordelingen van onze geachte recensent leest zal het met me eens zijn, dat ook hier goede wijn geen krans behoeft. Aan zijn vaardige en soms — zeer terecht — scherpe pen is zulk een bespreking heus wel toevertrouwd.

Verrassend was voor mij echter het feit, dat hij boven het desbetreffende artikel als opschrift plaatste: „Het oudste kristendom" en in de eerste zinsnede sprak over „de eerste kristenen". Naar ik mag aannemen zullen dit geen drukfouten zijn. Omdat de naam Christenen is afgeleid van de naam Christus (zie vraag 32 H. Cat.), geloof ik niet dat het juist is deze naam, die een ere-naam is (met hoofdletter dus), te onderwerpen aan de eisen van de nieuwste spelling, die bovendien nog bij voorkeur spreekt van Christus en Christen.

Het is in onze kringen niet gebruikelijk om, waar het de heilige naam van God betreft, tot verandering in de schrijfwijze daarvan over te gaan. Zie hiervoor ook het artikel in de „Saambinder" van enige weken geleden, handelend over de naam Heere of Here.

Vermoedelijk zal de heer K. echter wel redenen hebben om aldus te schrijven. Ik zou U en hem daarom willen vragen dit wat nader te motiveren.

U dankend voor de plaatsruimte, teken ik met verschuldigde hoogachting,

C. FLIPSE.

GEVRAAGD VERWEER.

Toen ik voor mijn laatste bijdrage in dit blad de woorden „kristendom" en „kristenen" neerschreef, verwachtte ik wel dat de schrijfwijze van deze woorden enkele lezers heel even zou doen opkijken. Men ziet nu eenmaal meer „christenen" dan „kristenen". Ik had echter niet verwacht dat één van die aandachtige lezers zo „verrast" zou zijn dat hij naar de pen zou grijpen om een ingezonden stuk te schrijven. Nu dit wèl het geval is geweest, wil ik met genoegen op de daarin aangevoerde argumenten voor de vuist een antwoord geven

Er zou over het uiterlijk van woorden zoals kristen, kristelijk en kristendom een uit taalkundig en kultuurhistorisch oogpunt belangwekkend stuk te schrijven zijn. Daarbij zou men dan van de kerstening van deze streken tot op onze dagen de geschiedenis van deze vormen moeten overzien. Het resultaat zou zijn dat zonneklaar bewezen werd dat alle vormen met een k de oudste rechten hebben. Een woord als kerstening wijst daar reeds op. Tot aan het eind der middeleeuwen zou men enkel vormen vinden met een k ! Daarna zou men de vormen met ch ook aantreffen, die dan tenslotte die met k geheel verdringen. En zo zou men dus komen tot het nu door bijna iedereen aanvaard gebruik.

Maar daarmee zou dan werkelijk nog alles niet gezegd zijn. Waarom ging men over op ch en welke klank werd met die lettertekens weergegeven ? De schrijfwijze ch is — tegen de normale uitspraak — ingevoerd door kenners van het Grieks. Maar sprak men ook ch ? Welnee, de eeuwen door sprak men van kristendom en kristenen, hoewel men „christendom" en „christenen" gebruikte om die woorden weer te geven. Alleen in onze eeuw zijn er bepaalde predikanten mee begonnen deze woorden naar de spelling uit te spreken. Een spellinguitspraak dus, die dubbel abnormaal te noemen is. De spelling zelf was namelijk al abnormaal. Men zou tot deze dwaze uitspraak nooit gekomen zijn als men de juiste spelling nooit verlaten had ! Een pedagoog als de heer Flipse zal het nodig vinden dat er regels voor de spelling zijn Ik val hem hierin bij: als er geen regels waren, als ieder maar op eigen houtje schreef, waar zouden we dan blijven ? We zouden nergens zijn ! Nu zijn er echter regels, alleen — de nieuwste spelling is het resultaat van moeizaam werk dat halverwege steken bleef. Ze acht èn „christendom" èn „kristendom" toelaatbaar, èn „christenen" èn „kristenen". Mijn opponent zal het betreuren dat men niet voor „christendom" en „christenen" alléén gekozen heeft. Ik daarentegen vind het jammer dat men „christendom" en „christenen" niet heeft verbannen. Dat doende had men èn de juiste vorm in eer kunnen herstellen èn een misselijke uitspraak kunnen tegengaan.

Het argument: „de naam van christenen is afgeleid van Christus", en dus moet men die onveranderd laten, gaat niet op. Er is geen enkel dwingend voorschrift om een woord te spellen op een wijze die herinnert aan het woord waarvan 't is afgeleid. Voor namen is dit evenzo. Mijn criticus kan dit ook niet bedoelen, want dan zou Flipse Phlipse moeten zijn ! Trouwens, onze nieuwste spelling acht ook Kristus juist. Wanneer ik dus zou zeggen: kristenen, want afgeleid van Kristus, zou hier maar enkel tegen in te brengen zijn dat ik „de naam van God" verander naar de eisen van een telkens wisselende spelling. Maar het zal menigeen reeds duidelijk geworden zijn dat deze redenering voor mij onaanvaardbaar is. De vorm met k, dus Kristus, acht ik ook voor deze eigennaam de enig juiste. Ze heeft de oudste rechten in het Nederlands. De nevenvorm, die met ch, is later ingevoerd en leidt tot spellinguitspraak, dus tot onnatuur !

Ondanks het bovenstaande meen ik dat ik in een boekbespreking weieens „Christus" — met ch dus — heb geschreven. Dat was dan uiteraard niet konsekwent, natuurlijk niet. Men kan — in alle ernst — niet altijd konsekwent zijn. De naam van Christus met een k gespeld zou menig lezer van ons blad wellicht de haren doen te berge rijzen. Om niet onnodig ergernis te geven ben ik in een geval als dit wel eens niet konsekwent. Maar om nu alle woorden die van „Christus" afgeleid zijn ook maar met ch te blijven schrijven, nee, dat is teveel van mij gevergd. Zo goedig ben ik nu ook weer niet! Er zijn „in onze kringen" goede en ook minder goede dingen. Een ieder vinde er bewust zijn eigen weg !

J. KWEKKEBOOM.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1961

Daniel | 8 Pagina's

INGEZONDEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 april 1961

Daniel | 8 Pagina's