Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Franse Geloofsbelijdenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Franse Geloofsbelijdenis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

Belijdenis van het geloof, met onderlinge overeenstemming gedaan door de Fransen, die wensen te leven overeenkomstig de zuiverheid van het evangelie van onze Heere Jezus Christus. A.D. 1559.

Art. 38: ldus houden wij eraan vast dat het water, dat een zwak element is, niet nalaat ons waarlijk te bevestigen de innerlijke wassing van onze ziel met het bloed van Jezus Christus, door de werking van Zijn Geest, en dat het brood en de wijn, die ons gegeven worden in het avondmaal, ons werkelijk tot geestelijk voedsel dienen, aangezien zij ons tonen, als aan ons oog, dat het vlees van Jezus Christus voor ons is ons vlees en Zijn bloed onze drank. Wij verwerpen de geestdrijvers en sacramentariërs, die zulke tekenen en zegels niet willen ontvangen, aangezien onze Heere Jezus zegt: it is Mijn lichaam, en deze beker is Mijn bloed. Rom. 6 : 4; 1 Cor. 6; Joh. 6; 1 Cor. 11.

In art. 37 heeft de Franse Geloofsbelijdenis klip en klaar beleden dat de beide door God gegeven sacramenten van doop en avondmaal geen lege tekenen zijn. Art. 37 wees daarbij terecht op de noodzaak van een zuiver of waar geloof. Zonder geloof kan men niets ontvangen. In art. 38 gaat opnieuw de aandacht uit naar de toch wel heel bijzondere relatie tussen teken en betekende zaak. We letten eerst op wat gezegd wordt over de heilige doop.

Reiniging

Art. 38 spreekt allereerst uit dat de gelovigen vasthouden aan de bijzondere relatie tussen het doopwater en de zaak waarheen de doop wijst: aldus houden wij eraan vast dat het water, dat een zwak element is, niet nalaat ons waarlijk te bevestigen de innerlijke wassing van onze ziel met het bloed van Jezus Christus, door de werking van Zijn Geest'. De Heilige Geest geeft gemeenschap met Christus. Hij schenkt het geloof dat Christus met al Zijn verdiensten aangrijpt. Door dit geloof reinigt Hij het hart voor God en maakt het tot een tempel waar God wil wonen. Wie gelooft in Jezus Christus is rechtvaardig en rein voor God. Hij is met Christus gestorven en met Hem opgestaan. Dit sterven en opstaan vindt tekenachtig plaats in de doop. Wie gedoopt wordt, gaat in het doopwater onder. Z'n oude mens verdrinkt in het doopwater. Vervolgens mag de dopeling als een nieuw mens uit het doopwater verrijzen, het oude achterlatend. De doop is zo bezien een waterscheiding tussen oud en nieuw. Door te sterven met Christus gaat het oude voorbij en staat men op in een nieuw, heilig en onvergankelijk leven. Rom. 6 : 4, waar art. 38 naar verwijst, zegt het zo: "Wij zijn dan met Hem begraven, door de doop in de dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden is opgewekt tot de heeriijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden." De doop vraagt dus ook om een nieuwe gehoorzaamheid, om een leven dat het teken draagt van de verlossing en de vernieuwing door Christus.

De doop geeft de gelovigen een geweldige troost. Hij laat nooit verstek gaan, maar betuigt keer op keer het gewassen zijn van de ziel door het bloed van Christus. Op de reis door het heden met al z'n verdrukkingen, aanvechtingen en strijd roept de doop het telkens weer toe: denk er aan, u bent gedoopt; voor u is het oude voorbij gegaan, het is voor u nu alles nieuw. Dit nieuwe leven heeft onderhouding en versterking nodig. Dat gebeurt door het tweede sacrament waarover art. 38 vervolgens spreekt.

Levensonderhoud

Het nieuwe leven waarvan de doop getuigenis aflegt, moet voortdurend worden onderhouden en versterkt. Daarvoor dient allereerst het Woord. Aan dit Woord voegt God het heilig avondmaal als zichtbaar teken en zegel toe. De vorige keer gingen we al uitvoerig in op de zaak waarheen de beide tekenen in het avondmaal ons wijzen. Kort staan we er naar aanleiding van art. 38 nog bij stil. In dit artikel wordt beleden dat 'het brood en de wijn, die ons gegeven worden in het avondmaal, ons werkelijk tot geestelijk voedsel dienen, aangezien zij ons tonen, als aan ons oog, dat het vlees van Jezus Christus voor ons is ons vlees en Zijn bloed onze drank.' Art. 38 verwijst naar Joh. 6. Daar roept Christus de Joden op in Hem te geloven en wijst Hij op de noodzaak van Zijn lijden en sterven. Zijn dood geeft aan mensen het leven. Voor zondaren is Zijn vlees waarlijk spijs, en Zijn bloed waarlijk drank (vers 55). In Joh. 6 : 56 zegt Christus: Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die blijft in Mij, en Ik in hem." Ware gelovigen leven in een heerlijke en onuitsprekelijke eenheid met Christus. Het avondmaal is daar het zichtbare teken en zegel van: o waarlijk als ik van dit brood eet en van deze wijn drink, zo waarlijk... Ook bij het avondmaal is het werk van de Heilige Geest onmisbaar al wordt Hij in art. 38 nu niet met name genoemd.

Hij brengt en houdt de gelovigen in een levend rapport met de verhoogde Levensvorst. Laag buigt God Zich naar ons toe om 'als aan ons oog' te tonen wat Hij aan onze zielen doet: ze voeden met het lichaam en bloed van Christus. Zo oefent Hij een tere, vaderlijke zorg uit over hen die Zijn Naam in waarheid belijden.

Sacramenten zijn wettig

Art. 38 eindigt met krachtig stelling te nemen tegen hen die het gebruik van de sacramenten afwijzen. Het artikel noemt hier 'geestdrijvers' en 'sacramentariërs' en zegt: 'wij verwerpen de geestdrijvers en sacramentariërs, die zulke tekenen en zegels niet willen ontvangen, aangezien onze Heere Jezus zegt: dit is Mijn lichaam, en deze beker is Mijn bloed.' In de gereformeerde sacramentsleer is zorgvuldig gelet op twee gevaarlijke klippen: die van overschatting en die van onderschatting van het sacrament. Rome maakt zich schuldig aan het eerste, geestdrijvers en sacramentariërs doen het tweede.

Het moet tussen deze beide klippen in de sacramentsleer door om niet op de klippen te lopen en jammerlijk schipbreuk te leiden. Art. 38 wijst degenen die de sacramenten onderwaarderen of zelfs verachten, erop dat Christus zelf het avondmaal heeft ingesteld. De sacramenten komen van Hem en hebben om die reden hun bijzondere waarde en betekenis. Wie ze veracht, veracht het woord van Christus. Sacramenten worden niet overgelaten aan de willekeur van mensen. Niet de vraag of sacramenten nog nodig zijn is legitiem, wel de heilbegerige vraag of men Gods sacramenten mag ontvangen om de weg met blijdschap te kunnen reizen. Als het goed is ziet men verlangend naar de sacramenten uit en is de sacramentsbediening een hoogtepunt en bijzondere pleisterplaats op de weg naar de eeuwigheid. De wijze waarop men de sacramenten beschouwt en ermee omgaat is een uiterst gevoelige graadmeter. Zij verraadt niet alleen welke theologie men aanhangt, maar ook hoe de vlag er geestelijk gezien bij hangt.

P. Vermeer, Wilsum (D)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Franse Geloofsbelijdenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 2007

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's