Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw vragen

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elk jaar krijgen we wel enkele vragen over belijdenis doen. Gelukkig dat er jongeren zijn die daarmee worstelen. "Automatisch" belijdenis doen, omdat je nu eenmaal de leeftijd hebt, is in ieder geval niet goed. Hoe moet of mag het dan wel? PS. Nog steeds geldt: Geen vragen insturen!

Ik ben een meisje van 20 jaar en heb een (voor mij) belangrijke vraag. Ik ben namelijk al een poosje aan het nadenken over het doen van openbare elijdenis. Ik ben in de Bijbel gaan zoeken of daarin iets stond hierover. Ik kan wel veel plaatsen vinden waar gesproken wordt over belijden van zonden (schuldbelijdenis) en verder dat mensen die bekeerd zijn belijdenis doen, zoals: de kamerling. Petrus. Ik weet wel datje niet onbekeerd mag zijn, maar bijna iedereen die bij de kerk wil blijven doet belijdenis. Mijn vraag is: Is het op grond van de Bijbel wel geoorloofd om belijdenis te doen als je nog niet bekeerd bent? Ook vraag ik me af hoe het doen van openbare belijdenis, zoals het binnen de reformatorische kerken gedaan wordt, ontstaan is. En waarom, staan de vragen die gesteld worden niet achter in het psalmbijbeltje bij de farmulieren e.d. ? Eerlijk gezegd komt dit bij mij net zo over als hetgeen Bijbel mogen hebben bij de roomse kerk. Mijn laatste vraag is: Wat houdt het belijdenis doen voor de kerkeraad eigenlijk is ? Ik hoop dat u een antwoord kan geven op al deze vragen, ik vind het heel moeilijk wat ik nu moet/mag doen.

De vraag die jou bezighoudt is inderdaad een belangrijke vraag. Zeker nu het nieuwe seizoen van catechisatie weer begonnen is, is voor jou en vele anderen de vraag weer brandend of en wanneer je op belijdeniscatechisatie zult gaan, of niet. Wat is belijdenis eigenlijk? Wat zegt de Bijbel daarvan? Is belijdenis hetzelfde als lid van een organisatie worden? Is belijdenis mogelijk zonder geloof? Al deze vragen kunnen op je afkomen. In de bijbel zul je inderdaad niet precies lezen over het verschijnsel dat wij kennen van openbare geloofsbelijdenis. De gewoonte die wij kennen, is in de loop van de geschiedenis gegroeid. Dat neemt niet weg dat we in de Schrift wel aanwijzingen vinden. Dan denk ik met jou aan het voorbeeld van de moorman. Hij vraagt om de bediening van de Doop (na één preek). Filippus reageert niet direct positief Hij laat voelen dat je niet zomaar gedoopt kunt worden. Dat kan alleen als de moorman van harte gelooft. De moorman spreekt daarop een heel eenvoudige geloofsbelijdenis uit, namelijk dat hij gelooft datjezus de Zoon van God is. Zo wordt hij gedoopt.

Ouders
Hieruit kunnen we leren dat sacrament en belijdenis bij elkaar behoren. Wij kunnen geen belijdenis doen als we als kind gedoopt worden. Dat doen onze ouders. Zij nemen bij de doop het kind voor hun rekening. Is er dan bij het ouder worden van die kinderen niet een verplichting dat zij dat jawoord zelf ook gaan onderschrijven? En daarmee te kennen geven dat zij achter het jawoord van hun ouders staan? Geen belijdenis doen is ook belijdenis doen. Het wil zeggen dat wij niet achter het ja-woord van onze ouders staan. We zeggen er ten diepste mee tegen de Heere dat het teken en zegel van Zijn verbond ons niets waard is en wij niet van plan zijn in Zijn wegen te wandelen. Als je zoals jij 20 jaar oud bent, kun je allerlei dingen voor je eigen verantwoordelijkheid gaan nemen; kun je dan niet voor jezelf de keuze maken tussen God en je ziel om in Zijn wegen te wandelen? Je leeftijd is in ieder geval geen verhindering.

Kort begrip
Het tweede dat we kunnen leren uit het voorbeeld van de belijdenis van de moorman is dat belijdenis en sacrament aan elkaar gekoppeld zijn. Voor hem en ieder die nooit als kind gedoopt werd, is dat het sacrament van de Doop; voor degenen die reeds gedoopt zijn, is dat het sacrament van het Avondmaal. Boven ons "Kort Begrip" staat "Kort begrip voor degenen die zich bereiden tot des Heeren Heilig Avondmaal". Wellicht dat de band tussen belijdenis en avondmaal nog duidelijker voor je is als je bedenkt dat het formulier van de volwassendoop (lees het maar eens door) bedoeld was als een formuher voor de belijdenis. En dat is ook wel te begrijpen. Het onderschrijven van je eigen doop in de belijdenis is niet wezenlijk anders of van minder gewicht dan het ontvangen van de volwassendoop. Ook in de geschiedenis is het doen van belijdenis altijd opgevat als toegang vragen tot het avondmaal.

Met je hart
Het derde dat we uit het voorbeeld van de moorman kunnen leren is dat de juiste belijdenis een belijdenis met je hart, een geloofsbelijdenis is. Een jongen en een meisje die elkaar in het stadhuis het ja-woord geven, zullen dat oprecht moeten menen. Niemand zal zijn goedkeuring kunnen geven over een halfslachtig ja-woord of een niet-gemeende toestemming. Kunnen we dan tegenover de Heere met minder toe dan tegenover een mens? De Heere spreekt Zijn heilige verontwaardiging uit over al degenen die Hem eren met de lippen maar met hun hart zich ver van Hem houden (Jes. 29:13). Ook in Rom. 10:10 zien we dat geloven met het hart en belijden met de mond onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Dit is ook te meer duidelijk als we beseffen dat belijdenis doen het toetreden tot de kerk, het lichaam van Christus is. Als we in onze Catechismus in zondag 21 lezen over de kerk, zien we dat het antwoord eindigt met de zinsnede: „En dat ik daarvan een levend lidmaat ben en eeuwig zal blijven."

Net en meelevend
Het is onmogelijk belijdenis te doen terwijl je volop in de wereld leeft. Je kunt geen belijdenis doen als je bepaalde zondige gewoonten vasthoudt. Je kunt geen belijdenis doen zonder de hartelijke keuze voor God en Zijn dienst. Laten we nooit denken dat het mogelijk is om de Heere zonder geloof te behagen. We willen best wel wat ruimte om onbekeerd te kunnen blijven en onbekeerd toch bekend te staan als een net en meelevende kerkgangen We worden niet graag tegen onze haren ingestreken en we willen eigenlijk maar wat graag over onze bol geaaid worden, ook al leven we dag in dag uit in opstand tegen God. Deze week las ik nog bij Jonathan Edwards de treffende zinsnede: „Als mensen waarlijk te verontschuldigen zijn als zij zich niet door Christus tot de Heere bekeren, als zij niet geloven met hun hart, als zij niet belijden met hun mond, waarom voeren we dan geen openlijk pleidooi voor de onbekeerde zondaar?" De andere vragen die je over belijdenis stelt, heb ik uitgebreider beantwoord in mijn boekje daarover: "Mag ik belijdenis doen?" Binnenkort zal dit D.V. weer beschikbaar zijn.

Moeilijk
Al met al maak ik het jou er niet gemakkelijker op. Aan de ene kant laat ik uitkomen dat je wel belijdenis moet doen, terwijl je aan de andere kant wel aanvoelt dat je niet zomaar belijdenis kunt doen, maar dat het nodig is dat je je ellende gevoelt, dat je een mishagen hebt aan jezelf, dat je geloof in de Heere Jezus Christus beoefent, dat je een ernstige lust en liefde hebt om naar Gods wil in alle goede werken te leven. Waarom maak ik het je zo moeilijk? Omdat dit naar de Schrift is. En ik hoop dat het je uitdrijft tot de Heere. Ik hoop dat je erdoor gevoelt dat Hij recht op je leven heeft en dat je ervan doordrongen bent dat je het van jezelf niet kunt. Ik hoop dat je ervan overtuigd wordt dat je dood bent in zonden en misdaden en zo als een dode zondaar geworpen wordt op de levende Zaligmaker. Ik hoop dat in jouw hart de bede en hunkering leeft van psalm 130: „Uit diepten van ellende roep ik met mond en hart tot U Die heil kunt zenden." En wat zou ik ontzaglijk verheugd zijn als het licht uit de duisternis schijnt om te geven verlichting van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus (2 Kor. 4:6) en je zo vrijmoedigheid ontvangt om Zijn Naam in het midden van de gemeente te belijden.

Geen trap en mate
Laat het overigens ook duidelijk zijn dat ik geen trap en maat stel. Het is zo dat in het geloof weliswaar geen twijfel is, maar in de gelovige maar al te veel. Van der Groe merkt ergens op dat een gelovige wel duizend gedachten kan hebben dat hij geen kind van God is, tegen één gedachte dat hij wel een kind van God is. Ook het sterkste geloof is nog een aangevochten geloof Ook degenen die het meest in het geloof gegroeid zijn hebben elke dag met de zwakheid van hun geloof te strijden. Daarom zou ik je willen vragen: Kun je nog buiten de Heere? Wil je nog langer doorgaan met het bedroeven van de Heere? Schreeuwt je hart tot de levende God? Branden je genegenheden om Gods voorhof in te treden? Roep je uit: Tot Wien zullen wij anders heengaan. Gij hebt de woorden des eeuwigen levens? Is er in jouw hart enige betrekking op de Heere Jezus Christus? Laat dan je belijdenis niet na!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's

Jouw vragen

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1993

Terdege | 108 Pagina's