Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd Beste Jongelui!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd Beste Jongelui!

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een materialistische wereld. Wat er met dit vreemde woord bedoeld wordt, zullen jullie wel begrijpen. En voor degenen die het niet begrijpen, willen we het wel even zoeken te verduidelijken. Met een materialistische wereld bedoelen we een wereld vol mensen, waarin schier alles draait om de „materie”, dat is de stof, of het stoffelijke. Men zoekt voor zo weinig mogelijk prestaties zo veel mogelijk geld te krijgen. Ik wil niet zeggen dat het met alle mensen zo gesteld is, maar van het merendeel kan dit toch wel rustig worden gezegd. Als jullie dit lezen, dan zou het mij echt niet verwonderen, als menigeen zou zeggen, zo in z’n binnenste: Inderdaad, daar ben ik ook wel voor te vangen. Niemand is doorgaans vies van geld, en werken, daar is heus niet iedereen op gesteld. De goede natuurlijk weer niet te na gesproken.

Dat we voor ditmaal zo beginnen, heeft een oorzaak. En wel deze: Er ligt altijd nog een vraag, die kort gezegd, aldus luidt: Mogen we loten?

Nu kunnen we daar natuurlijk heel veel van zeggen. Als het alleen gaat over het woord „loten”, dan zou je er verschillende preken over kunnen maken. Want in de bijbel wordt er menigmaal over loten gesproken. Zo werd b.v. door middel van het lot Saul tot koning verkoren. Door middel van het lot werd ook het land verdeeld. Door middel van het lot werd ook menigmaal uitgezocht wie de schuldige was. Ik denk b.v. aan Achan. Jullie kunnen deze geschiedenis lezen in Jozua 7. Ik zou zeggen, zoekt dit maar eens op en leest het aandachtig na. Dat is een nuttige bezigheid. Je kunt ook denken aan Jona. Ja, wie heeft er nooit eens van Jona gehoord? Jona in de vis, het is overbekend. En hij is door het lot aangewezen als de schuldige. Van het loten hebben ook de apostelen zich bediend, toen de plaats van Judas moest worden aangevuld. Je kunt dit lezen in Hand. 1: 26: En zij wierpen loten, en het lot viel op Matthias, en hij werd met gemene (algemene) stemmen tot het apostelschap gekozen.

Er zouden natuurlijk nog meer voorbeelden te noemen zijn. Doch de genoemde vormen een voldoende bewijs om jullie aan te tonen, dat in bepaalde omstandigheden het loten een geoorloofde zaak kan zijn, wanneer het n.l. in geloof geschiedt. Dan geldt ten deze, wat er staat in Spr. 16: 33: Het lot wordt in de schoot geworpen, maar het gehele beleid daarvan is van de Heere.

Ik zeg nogmaals, wanneer het in geloof geschiedt, dan kan het loten onder bepaalde omstandigheden een geoorloofde zaak zijn. Dat is het natuurlijk niet, wanneer het geschiedt op de manier zoals de heidenen het doen, dat men onder alle omstandigheden en bij alle gelegenheden maar tot het lot zijn toevlucht neemt. Men dient voor alle omstandigheden, ook wat het werpen van het lot betreft, zijn toevlucht te nemen tot de Heere. En dan is het alleen geoorloofd, wanneer er geen objectieve maatstaven aanwezig zijn, om een zaak te beoordelen. Omtrent zaken die in Gods Woord klaar en duidelijk beschreven zijn, kan men het lot niet laten beslissen, omdat God Zelf de beslissing al gegeven heeft. Verder gaan we hier niet op in, dan alleen dit nog: We hopen, als het gaat over schuldenaar worden voor God, dat het lot op jullie allen zal mogen vallen, net als op Jona. En dan niet in letterlijke zin, maar in figuurlijke zin. Het resultaat is dan, dat je werkeüjk schuldenaar voor God wordt. En wie met Jona schuldenaar voor God wordt, die moet wel over boord, maar het komt met de zodanigen goed uit, al kan men dit van te voren zelf niet bekijken. Het kan alleen maar goed uitkomen in de weg van het wonder. Het komt goed uit omdat je dan in de handen terecht komt van God, Wiens Naam Wonderlijk is en Wiens doen wonderlijk is.


Gij doet duizend wonderheên;
Gij zijt God, ja Gij alleen.


Het ging in de vraag over „loten” op een zodanige wijze, dat men er rijker van worden kan. En dat komt nogal eens voor. Men koopt dan een heel of een half lot, of een kwart, zoals dat heet, met het „blij” vooruitzicht, daardoor een hele grote som geld in de wacht te kunnen slepen. Deze loten worden zelfs door de staat uitgegeven. Men doet dat natuurlijk niet om er een ander rijker door te maken, maar om er zelf een zoete winst op over te houden.

Een dergelijke manier van loten is ten enenmale te veroordelen. Want de winst, die men voor ogen geschilderd krijgt, levert vele malen alleen maar verlies op. Want men heeft natuurlijk de meeste keren een „niet”. Doch de zucht naar geluk drijft de loterijspeler iedere keer weer, om het maar weer te proberen. Wie weet, als het de ene keer niet lukt, mogelijk de andere wel. Zo zijn er al heel wat mensen, met een ingebeelde rijkdom voor ogen, straatarm geworden. En als men eens geluk gehad heeft, dan is men dit toch steeds weer gauw kwijt, omdat men steeds weer en nog meer geluk zoekt. Ten deze moet gezegd worden: Geld door ijdelheid verkregen doet geen nut. Het werkt allerlei zonden bovendien nog in de hand ook. Want als men het eens „getroffen” heeft, dan wordt het gewonnen geld niet zelden doorgebracht op een manier die nergens op lijkt. Men moet dan toch een ander laten mee-profiteren. Men geeft dan een feestje enz. De rest kunnen jullie er zelf wel bij bedenken.

Nu geloof ik echter niet dat er onder onze lezers velen zullen zijn, die zich op een dergelijke wijze bezondigen, door op een zedelijk onoorbare wijze naar geld te jagen. Hoewel, dat ze er helemaal niet zijn, daar heb ik ook geen garantie van. Want ik ben ze onder mijn „klanten” wel tegengekomen. Als ze dit lezen, dan hoop ik, dat ze zich voor de zoveelste keer gewaarschuwd zullen weten en het niet meer doen. Ook van deze zonde kan en moet men bekeerd worden.

Doch ditzelfde kwaad komt ook in een schijnheilig gewaad je tegen: Wanneer men bijvoorbeeld loten - „lootjes”- uit gaat geven voor een of ander liefdadig doel, of voor een nuttige instelling. Men kan het zelfs wel doen voor de verfraaiing van een jeugdgebouw. Het maken van winst, of het verkrijgen van een prijs, staat dan niet direkt op de voorgrond. Maar op de achtergrond speelt het toch wel een rol. Want men koopt dan tenslotte toch weer een lot, wel niet om er rijker van te worden, doch om het „schone doel” te steunen, zoals dat heet. Maar op de achtergrond speelt toch de begeerte min of meer een rol mee, om het te verloten voorwerp of het bedrag te krijgen. Je treurt er niet direkt om als het je ontgaat, maar als je het zoudt hebben, dan is het toch weer meegenomen.

Hoe moet men daar nu tegenover staan? De meesten, die hier over hebben geschreven, wilden in hun oordeel niet hard zijn, al hoewel ik geen positief christelijk schrijver ben tegengekomen, die een dergelijke manier van geldinzameling ideaal vond. We moeten eerlijk zijn. Datgene wat in het groot afgekeurd moet worden, kan men in het kleine niet goedpraten. En daarom zou ik willen zeggen: Laten we ophouden om op een der gelijke manier geld bijeen te krijgen, voor welk edel doel het dan ook zou mogen zijn. Het werkt ongetwijfeld, hoe onschuldig zich het ook voorstelt, de speculatiezucht in de hand. En als men in het kleine er mee begint, komt men zo heel gemakkelijk bij het grote terecht. Als men dan geld nodig heeft voor een of ander nuttig doel, laat men het dan zonder meer geven. De winst is dan 100 %. Men openbaart dan liefde voor de zaak te hebben. Ik geloof, dat ook daar zegen op kan rusten. En daarom geloof ik, ook de vrome loterij, te moeten veroordelen.

Ik ben nu weer door mijn „vragen” heen. Mochten er nieuwe problemen inmiddels zich hebben voorgedaan, dan willen we, zo mogelijk, daar altijd over schrijven. En zo niet, dan zijn er toch nog wel dingen genoeg, nuttig en nodig, om onder de aandacht van onze jonge mensen gebracht te worden.

We nemen daarom nu weer afscheid van onze jongens en meisjes en ook van de „aftandse jeugd”, zoals een oude vriend zichzelf betitelde. Tot de volgende keer.

Jullie aller vriend,


Ds. H. C. v. d. Ent,
Zeeweg 76,
Katwijk aan Zee.


Wonnen jullie al een klant
Voor: Bewaar het Pand?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd Beste Jongelui!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 1972

Bewaar het pand | 4 Pagina's