Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAARLIJK OPGESTAAN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAARLIJK OPGESTAAN.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

De Heere is waarlijk opgestaan.

Lukas 24 : 34a.

Dit werd gesproken door de discipelen van Christus die op de dag der opstanding van Christus te Jeruzalem samenvergaderd waren, met gesloten deuren om de vreze der Joden. Dit grote heilsfeit hebben zij verkondigd aan de Emmaüsgangers die van deze weldaad deelgenoten waren geworden en in de vreugde Zijner opstanding uit de doden mochten delen. Zij mochten vertellen hetgeen hun op de weg geschied was, en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods, v. 35. O, wat was het hun een onuitsprekelijke bHjde begroeting van zulke bevreesde discipelen aan hen die in zulke vreselijke doodsnoden verkeerd hadden. Dat zij hier nu mochten horen wat zij zelf beleefd hadden: „De Heere is waarlijk opgestaan". En wat hebben zij toen met elkander gesproken over dat grote wonder en het hart van die Emaüsgangers is geweest als een bron die zich uitstort op de velden, daar hun mond overvloeiende was van Gods eer. Ps 119 : 86. Door de opstanding uit de dood heeft Hij krachtighjk bewezen te zijn de Zone Gods, naar de Geest der heiligmaking, nameÜjk Jezus Christus onzen Heere. Rom. 1 : 4. Dit grote heilsfeit is de eerste trap van de staat Zijner verhoging om dan bij verdere trappen op te klimmen tot grotere heerlijkheid. Want in de staat Zijner vernedering stond Hij als de Schuldige tegenover Gods recht beladen met de erf- en dadelijke schuld Zijner uitverkorenen. Maar in de staat Zijner verhoging stond Hij tegenover Gods recht als de Vrijgesprokene op grond van Zijn voldoening door Zijn zoen- en kruisverdienste. Zijn opstanding uit de doden bestond daarin dat Zijn ziel weder is verenigd met het Hchaam en zo is Hij uit het graf verrezen met de verheerlijkte menselijke natuur, volkomen onsterfelijk geworden naar die natuur en ten volle verheerUjkt. Daarom wordt er gesproken in ons tekstwoord van de „Heere" de ware middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus. Hij is door de Vader opgewekt, want die zond Zijn gezant van de hemel, een heilige troongeest om de steen van de deur des grafs af te wentelen. Daarmee heeft de Vader duidelijk betuigd dat zijn rechtvaardigheid voldaan was en de geschonden gerechtigheid verheerlijkt. Dat Hij Zijn toom heeft afgelegd en de hitte Zijner gramschap geblust was. Dat al de schuld Zijns volks volkomen betaald en uitgedelgd was, de eeuwige vrijheid en het eeuwige leven verworven. Daarom heeft de Vader Hem de smarten des doods ontbonden daar het niet mogelijk was dat Hij van dezelven dood zou gehouden worden, om Hem dan ook in rechtvaardigheid het loon op Zijn volbrachten arbeid te geven. Hand. 2 : 24. Maar het is ook Zijn eigen werk daar Hij door Zijn eigen kracht is opgestaan, daar Hij macht had om het leven van Zichzelf af te leggen, maar ook macht had om hetzelve wederom te nemen, daar Hij dit gebod van de Vader had ontvangen. Joh. 10 : 17 en 18. Dat graf moest geopend worden en Hij opstaan uit de doden en alzo heeft Hij betoond te zijn de grote Overwiimaar over de dood, die geweldige koning der verschrikking. Zo is gebleken dat Hij Overwinnaar was over duivel, graf en hel, want Hij heeft getoond de sleutels der helle en des doods te hebben, als Hij uit het graf verrees. Nu is de duivel een overwonnen vijand, al kan hij onder Gods toelating nog grote kracht uitoefenen om Zijn volk vreseHjk te benauwen, doch zijn macht is een beperkte macht, daar hij Christus niet in het graf kon houden, al had hij een wacht om het graf laten zetten en de steen laten verzegelen. De Heere is waarlijk opgestaan houdt ook in dat de Heilige Geest Hem heeft opgewekt krachtens de zalving waardoor Hij Hem ambteHjk heeft bekwaam gemaakt naar de menselijke natuur in Zijn vernederde staat, heeft Hij Hem nu ook weer opgewekt uit de doden. En het was nodig dat Hij Christus opwekte naar de menselijke natuur als de duurverworven Geest der heiligmaking en des levens. Zo is de opstanding van Christus het werk van God Drieënig tot Zijn verheerlijking en tot zaligheid en voUe herstelling in des Heeren gemeenschap. Als er dan in de Schrift gesproken wordt van opwekken of opgewekt, dan ziet dat op het werk van een Ander; maar wordt er gewaagd van opstaan of opgestaan dan ziet dat op het werk door Hemzelf. Die opstanding van Christus is dan ook van grote betekenis tot rechtvaardiging van Hemzelf en van al de gegevenen des Vaders, Zijn uitverkorenen door de Vader, Die als Rechter voldaan was. Hij moest waarlijk op­ staan opdat Hij eeuwig als Koning zou heersen over al Zijn vijanden tot zalige verlossing der Zijnen, om alzo de rechtvaardige Rechter der wereld te kunnen zijn, waartoe Hem de Vader heeft geordineerd om de aardbodem rechtvaardig te richten. Hand. 17 : 31. Hij moest waarlijk opstaan om als de ware Hogepriester te verschijnen voor de Vader in de hemel, want de Christus moest niet ingaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is, hetwelk een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelve, om nu te verschijnen voor het aangezicht Gods voor ons Hebr. 9 : 24. Dat Hij waarHjk opgestaan is, dat is van zeer grote betekenis daar Hij de zaligheid door Hem verworven in de staat Zijner vernedering, deze ook moet toepassen. Want de toepassing strekt zich even ver uit als de verwer- Arnig. Vandaar dat Hij onmogelijk in den dood kon gehouden worden. Dan zouden Gods uitverkorenen, de gegevenen des Vaders nooit weer hersteld kunnen worden in des Vaders gemeenschap, vergeving der zonden en het recht ten eeuwige leven ontvangen. Dan zouden de Zijnen eeuwig in hun geestelijke doodstaat moeten bHjven daar de vrucht Zijner opstanding is, dat zij opgewekt zullen worden tot een nieuw leven, en hun alzo de gerechtigheid deelachtig maken. Door Zijn opstanding zullen zij alleen in nieuwigheid des levens wandelen met verzaking van alles wat geen God en Christus is. Daar mochten de discipelen op de dag Zijner opstanding wat van ondervinden zodat zij mochten uitroepen: „De Heere is waarlijk opgestaan". Bij Zijn opstanding was niemand tegenwoordig, maar van Zijn opstanding zijn vele getuigen. Want de engelen hebben het klaarlijk betuigd dat Hij is opgestaan, daar zij tot de vreesachtige vrouwen zeiden: „Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft". Matth. 28 : 6. Maar ook de vele verschijningen aan de discipelen bewijzen duidelijk dat Hij waarlijk is opgestaan. Hij moest opstaan om die discipelen. Zijn keurlingen uit de banden der hel en des doods te verlossen, om hun grote vreze weg te nemen, de vloek en toorn Gods weg te nemen. Om hun grote droefheid en smart weg te nemen en te verwisselen met grote vreugde en blijdschap, genadige vergeving en vrede te geven. Zo is Hij opgestaan hetgeen zij ook waarHjk in hun ziel hebben ondervonden zodat zij verblijd waren als zij de Heere zagen. Waarlijk ondervonden, zodat zij aan Zijn voeten nedervielen in grote verwondering met aanbidding. Matth. 28 : 9. Door Zijn opstanding wordt nu al Zijn

volk opgewekt tot een nieuw leven om hun scheiding te leren kennen tussen God en hun ziel. Om de zonden te leren haten met wortel en tak, daar deze godonterend en zielsverwoestend zijn. Dan krijgen zij het geestelijke leven door Hem met levende klachten en een schreeuwende doch doodschuldige ziel tot God, om Zijn gemeenschap en genadige vergeving. Zij moeten juist de dood inleven buiten Hem, zodat banden des doods, angsten der hel en beken beüals hen verschrikken, zodat dezulken niet anders verwachten dan door Gods rechtvaardige toorn weggevaagd te worden en dat eeuwig rechtvaardig. Maar omdat Hij nu waarlijk opgestaan is staat Hij dan in het doodlijkst tijdsgewricht op in hun ziel, verdrijft al hun vreze, angst en droefenis, hun gevende vrede, vreugde en blijdschap tot opspringens toe, zodat zij zich dan mogen verheugen in God hun zaligmaker. O, dat eeuwige wonder, de grootste heiden tot God bekeerd en door die opgestane Heiland delen in des Heeren dierbare gemeenschap. O, onuitsprekelijke zoetigheid, onverklaarbare zaligheid en ondoorgrondelijk wonder en dat aan zulk één heiden bewezen en dat soeverein uit eeuwige Hefde. O, dan is dat tot verheer- Hjking van Hem, tot de grootmaking Zijns Naams, tot verdrijving der vijanden, tot spijt der hel, tot zaligheid en aanbidding der ziel, uitroepende: „Mijn Heere en Mijn God." Joh. 20. Hij moest opstaan opdat het Evangelie van Christus gepredikt zou worden over heel de wereld aan alle creaturen, het evangelie des vredes en der verzoening alleen door Christus. Was Hij niet opgestaan uit de doden dan was dat niet mogelijk geweest. Want de prediking des Evangelie's gaat ook over de Opstanding van Christus, geHjk Paulus daarvan schrijft in 1 Kor. 15. Daar staat toch geschreven: „En indien Christus niet opgewekt is, (of opgestaan is), zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel is ookuw geloof. En zo worden wij ook bevonden valse getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd* dat Hij Christus opgewekt heeft. Dien Hij niet heeft opgewekt, zo nameUjk de doden niet opgewekt worden". Daarom omdat Christus waarlijk is. opgestaan, wordt het evangelie gepredikt aan de heidenen opdat toegebracht zou­ den mogen worden door de kracht van Christus opstanding tot de gemeente, die ten eeuwige leven is uitverkoren en zeker zalig zullen worden. Och Hij mocht het werk der ware zendelingen die onder de heidenen arbeiden bij de herdenking van Zijn opstanding uit de doden noch genadigÜjk willen zegenen tot uitbreiding van Zijn Koningkrijk en tot de eere Zijns Naams. Hij mocht daar noch velen, maar ook in ons vaderland, toebrengen, om langs een afgesneden weg, waar een ziel moet ondervinden dat alle hoop mij gans ontviel, en niemand zorgde voor mijn ziel, dat Hij waarlijk is opgestaan, door Zijn vol heerlijke komst in zulk een verloren hart. Om dan ook iets te mogen ondervinden daarvan wat eenmaal de zalige opstanding zal zijn ten laatste dage en te geloven dat Zijn opstanding een zeker pand van hun zalige opstanding, om in een eeuwige gemeenschap met God Drieënig gesteld te worden die nooit meer verstoord zal worden. Daartoe mocht Hij dan deze korte en geringe overdenking over Zijn Opstanding uit de doden genadighjk zegenen aan de harten van jong en oud, Amen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's

WAARLIJK OPGESTAAN.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1980

De Wachter Sions | 8 Pagina's