Uw tientje:

De broeders uit de Toradjakerk zijn weer naar hun vaderland teruggekeerd. •fa Hun woorden — en vooral hun grote problemen — klinken nog in onze oren na en u kunt ze ten dele in dit nummer terugvinden.

De sterke groei van de Toradjakerk tijdens de vervolgingen door de Islamieten plaatste de kerk voor de enorme opgave iets te doen aan het grote gebrek aan kader, dat leiding moet geven aan de kerk.

•fa Als er niet spoedig met grote ernst gewerkt kan worden aan een bijbelse verdieping van het belijden der kerk, dreigt het gevaar dat de snelle ontwikkeling op ekonomisch en maatschappelijk terrein in snel tempo wegspoelen en wat de kerk moeizaam heeft opgebouwd en nog hoopt op te bouwen.

Daarom is het onderwijs van de Toradjakerk — zoals in het vraaggesprek naar voren komt — van wezenlijk belang. Dit is echter alleen mogelijk, wanneer de GZB de Toradjakerk helpt bij het wegwerken van de grote schuld van ƒ 375.000, —. Dit tekort heeft een verlammend effekt op hen die aan de opbouw van de kerk werken.

In Gods hand als vijf broden en vijf visjes !

Waar komt dat tekort vandaan zo vraagt u. In de eerste plaats moeten we dan in rekening bregen dat de Indonesische regering maar een klein gedeelte van het onderwijs subsidiëert. Het tekort van de Toradjakerk bestaat derhalve uit een grote achterstand in de uitbetaling der salarissen van gemeentevoorgangers en onderwijskrachten over 1969.

In de tweede — de belangrijkste — plaats heeft de regering enkele salarisverhogingen toegekend, waarmee de Toradjakerk gelijke tred moet houden. Doordat de Roupiah meer waardevast geworden is, hebben de mensen ook meer nodig om rond te komen! Deze verhogingen lopen echter met 1300 leerkrachten behoorlijk in de papieren.

De GZB wil dit tekort helpen wegwerken, maar daardoor drukt dit bedrag extra op de begroting die voor 1970 is vastgesteld. Zou het te wonderlijk zijn? We hopen op de najaarskollekte, die uiteraard nodig is voor de normale begroting. De ƒ 375.000, — moet dus extra binnenkomen ... De reserve voor Indonesië is te klein om dit enorme bedrag op te vangen, want daarnaast moet er een werkkapitaal blijven, voor de ruim dertig arbeiders in dienst van de GZB.

Deze regels geven u volledig opening van zaken in dit moeilijke probleem. Helpt u mee? Via de kerkbode en een aanbeveling voor de Najaarskollekte hoort u er binnenkort meer van. Zou er iets te wonderlijk zijn, als de Heere u de toepassing leert maken op de voluit bijbelse notie van het rentmeesterschap? We behoeven maar veertig jaar terug te gaan in onze geschiedenis om te weten wat de nood van de Toradjakerk van vandaag betekent. God zegende ons rijkelijk met goederen, als we dat beseffen, zijn we ook ten volle verantwoordelijk voor de besteding: tot eer van God; dat is tot heil van de naaste!

Tenslotte een klein rekensommentje: Alle den Volcke heeft 48.500 abonnees. Als iedereen een tientje overmaakt dan zijn we er! Een tientje. In Gods hand zijn het vijf broden en vijf visjes!

Als u gireert, doet u het dan onder vermelding van „tekort Toradjakerk", dan houden we u met een thermometer de komende maanden op de hoogte van de stand van zaken.

ZENDINGSARTS C. VAN VOORTHUYZEN OP STOELMANSEILAND

Hoe is de verhouding tot de bevolking? „De Djoeka's zelf doen niks voor een ander als ze het niet verplicht zijn, tenzij ze er geld voor krijgen. Ze weten dat wij hier vrijwillig zitten en denken dus dat we het voor het geld doen. Ze denken dat we dik aan ze verdienen (de behandeling is helemaal gratis) en hebben het idee dat wij bakra's (blanken) rijk zijn. De granman hier is een echte animist. Heeft een groot bestuurlijk gezag, is verstandig, denkt ruim en geeft alle medewerking. Zijn standpunt is: — Als de blanken het werk van onze medicijnman respekteren, dan respekteren wij hun werk ook; als wij eerst de boze geesten verdrijven, kunnen de blanken daarna met hun medicijnen de rest doen om de zieken te genezen. Ze zijn geweldig syncretisch, ze hebben het vermogen hun oude wereld te handhaven en toch het nieuwe te accepteren".

Dat maakt het zendingswerk dus erg moeilijk? „Ja, ze accepteren Jezus als een goed iemand van wie goede dingen uitgaan en nemen hem er dus ook bij en roepen hem aan als een goddelijke macht. Tweehonderd jaar Boslandzending van de Evangelische Broedergemeente heeft niet meer opgeleverd dan enkele kleine christengemeenten. We hebben de medische zorg voor twaalfduizend mensen maar er zijn er maar een paar honderd gedoopt. Er is een tekort aan goede evangelisten. Ik geef wel eens catechisatie als er geen evangelist of dominee is, dat doe ik graag, en dan is het jammer dat je door je andere werk de mensen niet kunt blijven begeleiden. Daarom hebben we ook zusters nodig met hart voor de zaak. Ik ben ervan overtuigd dat het medische zendingswerk bestaansrecht heeft".

(Surinamezending)

ZENDING IN ZES KONTINENTEN

Hoezeer de uitdrukking "zending in zes kontinenten" van een juiste visie op de missionaire taak van de kerk in deze tijd getuigt, blijkt uit onderstaande reakties van jongeren over het lezen van de bijbel. De grenzen tussen uit-en inwendige zending gaan inderdaad helaas meer en meer vervagen:

Verkoopster, 19 jaar: Ik heb wel wat anders te doen!

Bouwvakker, 18 jaar: De Bijbel? Wat moet ik met zo'n antiek ding beginnen? Ik lees trouwens helemaal nooit niks, enkel de sportkrant.

Studente, 23 jaar: Mijn verloofde geloofde niet van huis uit, maar door onze gesprekken over de Bijbel is hij ook tot het geloof gekomen.

Scholier, 16 jaar: Het zal best een goed boek wezen daar niet van, maar ik kan er geen kop of staart aan vast knopen. Kantoorbediende, 17 jaar: Tja, je zou er eigenlijk wel wat van moeten afweten, maar ja, je weet hoe dat gaat . Etaleur, 22 jaar: Ja, ikke wel, niet al te veel, maar toch wel regelmatig, dat we! Anders kun je toch niet geloven, het moet toch ergens op gebaseerd zijn?

Militair, 20 jaar: Ik zie d'r geen heil in, mij te vroom allemaal, en die sprookjesachtige verhalen moeten ze bij mij niet mee aan komen, dat geloof je toch zeker zelf ook niet?

Scholier, 15 jaar: Thuis lezen we altijd aan tafel, weetjewei? Het hoort er zo bij, zal ik maar zeggen. Ik zou het gek vinden als we het niet deden.

Tuinman, 24 jaar: Tot in de treure heb ik uit de Bijbel horen lezen, schei maar uit! Daar hotf je mij niks over te vertellen 't Zit me tot hier!

Verkoopster, 18 jaar: Jazeker, 'k lees er regelmatig uit. Je ontdekt telkens weer dingen waarvan je zegt: hé, nooit zo gezien, en dat vind ik waardevol. Je leert eruit hoe slecht de mens is, maar ook hoe goed God is. Daarom gaat 't volgens mij !

(Palaver, praatboek).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen