Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NIET DOOR WERKEN VAN GERECHTIGHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIET DOOR WERKEN VAN GERECHTIGHEID

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe hoop jij gered te worden? Er zijn veel antwoorden te geven op deze vraag, maar de volgende is misschien de meest algemene: „Ik heb nooit iemand kwaad gedaan; ik doe mijn uiterste best. Wat kan God meer van mij verwachten? " Of anders: „Ik probeer een net leven te leiden en doe mijn plicht. Ik weet dat niemand volmaakt is, maar ik ben niet slechter dan anderen. God zal me toch wel aanvaarden zoals ik ben? " Is dit, min of meer, jouw antwoord?

Als dit zo is, laat mij dan uitleggen waar je verkeerd begint te denken.

Als het bovenstaande antwoord het jouwe is, dan oordeel je jezelf met verkeerde maatstaven en kom jé zo tiot een verkeerde konklusie.

Dit zijn we allemaal geneigd te doen. We hebben de neiging om ons met onszelf of anders met anderen te vergelijken. Maar deze maatstaven of toetsstenen zijn verkeerd. De juiste maatstaf om te oordelen aangaande leven en gedrag is het Woord van God. Tot dit Woord en niet tot onszelf of anderen moeten we gaan, indien we recht gezet willen worden.

Wat zegt dan Gods Woord over de verlossing?

Het vertelt ons dat „allen hebben gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods". „Er is niemand rechtvaardig, ook niet één" (Rom. 3 : 9-18).

Zelfs onze beste werken zijn zonder waarde als we ons aangenaam willen maken voor God. De Heere zegt dat „al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed" in Zijn ogen.

Jezus vertelde eens de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar die samen naar de tempel gingen om te bidden. De farizeeër somde al zijn goede werken op. Iiij dankte God dat hij niet was zoals andere mannen die grote zondaren waren. Hij vertelde God hoe hij twee keer per week vastte en dat hij een tiende van zijn inkomen aan de kerk gaf. Let wel, dat wat h.ij deed was wettig en juist, maar zijn fout lag in het verheerlijken van zijn goedheid en in zijn verwachting dat de Heere hem daarvoor zou aannemen en zegenen.

De andere man waarover Jezus sprak was een tollenaar. Deze mensen waren vaak leugenaars en bedriegers en hierdoor waren ze bij de Joden gehaat. De tollenaar ging ook op naar de tempel om te bidden. Hij schaamde zich; hij durfde zijn ogen niet op te heffen naar de hemel, maar sloeg op z'n borst en riep uit: „God, wees mij zondaar genadig". Hij had duidelijk ingezien dat hij zondig en slecht was en dat hij niets-bezat om zich bij God aan te bevelen. Hij was een zondaar, een overtreder en zijn enige hoop op bekering was goddelijke genade. Jezus zegt dat deze tollenaar gerechtvaardigd naar huis ging en niet die andere — de farizeeër.

Hier ligt nu een ernstige les voor ons. God bekeert of redt ons, niet omdat we enig denkbare goedheid bezitten. Hij neemt ons alleen maar aan „als zondaren".

Wij moeten tot Hem gaan, en belijden dat we zondaren zijn, schuldig, verloren, behoeftig en we moeten smeken om Zijn genade en vergeving door Jezus Christus.

Sta me toe een verhaal te vertellen om te verduidelijken wat ik bedoel.

Het is in de vorm van een gesprek tussen, twee vrienden:

„Zo, Jan, je bent werkelijk in het Koninkrijk. Je hebt er lang naar gezocht. Hoe ben je er tenslotte gekomen? "

„O, het was zo eenvoudig. Alleen door het tonen van het goede toegangsbewijs. Ik liet het zien, de deur werd geopend, en ik was binnen. En het vreemde is, het toegangsbewijs is al vanaf mijn kinderjaren in mijn bezit en ik heb het al die tijd in mijn borstzak bewaard zonder het ooit te gebruiken".

„Wat vreemd, want je was zo verlangend om in te gaan. Wat voor bewijs was het en wat was er op geschreven? "

„Joh, het was het gewoonste briefje wat je ooit gezien hebt en alleen deze woorden stonden er op: „Laat de toonder hiervan — een zondaar — binnen". „Was dat alles? "

„Ja, en weet je waarom het zo lang geduurd heeft om dit briefje te kunnen gebruiken? Dat kwam omdat ik bij het tonen ervan altijd nog wat aan die woorden op het briefje toevoegde. Elke keer als de Heere zag dat ik iets eraan toegevoegd had, werd ik geweigerd. Toen ik de eerste keer ging, schreef ik onderaan: „maar niet zo'n groot zondaar als velen van mijn buren zijn". Deze woorden waren niet goed, dus streepte ik ze door en schreef: „maar hij doet zijn best om zich te verbeteren". Dat was. ook niet goed, dus werd ik meer verlangend en bad en weende een tijd. Onder de woor-„Laat de toonder hiervan — een zondaar — binnen" schreef ik nu: „die bidt en weent om zijn zonden". Toen dit ook niet goed was, begon ik te wanhopen en schreef: „te grote zondaar om bekeerd te worden". Dit maakte alles alleen maar erger en ik had de moed bijna opgegeven, toen ik naar Christus keek en Hem hoorde zeggen: „Ik ben de deur" en „die tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen". Ik las weer de gelijkenis van de farizeeër en de tollenaar en begreep dat alleen door zondaar te zijn, de tollenaar gerechtvaardigd werd. Hij maakte zijn zonden niet te groot noch te klein om vergeving nodig te hebben. Hij ging zoals hij was, vertrouwende op Gods beloofde genade. Ik herinnerde mij dat Jezus zei: „Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering", dus trok ik het oude briefje tevoorschijn en zonder een woord eraan toe te voegen gaf ik het. Het werd aanvaard en ik ging binnen".

In het zoeken naar Gods genade en vergeving word je gekonfronteerd met een ernstige en luide ontkenning: „NIET door werken van gerechtigheid". God zegt „NEE" tegen onze voorgenomen goedheid. Hij zal je nooit aannemen en redden op grond van wat je bent of wat je gedaan hebt. Het beste wat je doen kunt, is nog niet goed genoeg. God eist volmaaktheid en dat vindt Hij alleen in Christus Jezus. Dus kom tot Hem door het geloof in Zijn Zoon. Hij wil je alleen aannemen en zegenen door Christus' gehoorzaamheid en dood op Golgotha. Het is de zondaar die op Jezus vertrouwt.

Hoe denk je nu gered te worden? Ik hoop dat je deze boodschap begrijpt en dat je door Gods genade tot. Hem gaat met al je zonden en schuld biddende; „Heere, ik ben een arme zondaar met niets waarmee ik me bij U kan aanbevelen. "Wees mij genadig, om Jezus' wil, Amen".

Ds, I. R. Tallach

(In leven predikant van cle Free Presbyterian Church van Schotland, overleden in april van dit jaar, toen hij onderweg was naar onze zendingsdag in Hilversum).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1979

Daniel | 24 Pagina's

NIET DOOR WERKEN VAN GERECHTIGHEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1979

Daniel | 24 Pagina's