Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stervensbegeleiding (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stervensbegeleiding (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik hoop, dat de artikelen over „stervensbegeleiding" ook door onze jonge mensen gelezen zullen worden. Ook zij hebben er belang bij daaromtrent iets te weten.

Ook jonge mensen krijgen met de dood te maken. Zij kunnen zelf reeds in hun jonge leven geconfronteerd worden met het feit, dat het spoedig sterven zal worden. Eigenlijk is het zo, dat ons sterven al begint bij het moment, dat we ter wereld komen. Dan begint het aftellen reeds van het aantal dagen en uren, dat de Heere ons in Zijn soevereiniteit toemat, als een voorbereidingstijd voor de eeuwigheid. Ook krijgen jonge mensen te maken met mensen in stervensnood. Dit kunnen zowel jonge als oudere en oude mensen zijn, vanwege familierelatie, of wegens vriendschaps- en andere relaties. Ook kan het zo zijn, dat ambt of beroep ons in kontakt zullen brengen met stervende mensen.

Wij allen, jong en oud, hebben een taak t.a.v. onze stervende naasten, om ze zo goed mogelijk te begeleiden in hun nood. Al het geroep van „dood is dood" heeft niet de nood, die het sterven met zich brengt, op kunnen heffen. Dat blijkt ook duidelijk uit het feit, dat onze regering zelfs een commissie benoemde om hem voor te lichten betreffende de problematiek van de stervensbegeleiding. Ook de moderne, van Gods Woord losgeslagen, mens is bang voor de dood; weet geen raad als hij met de dood geconfronteerd wordt, hetzij van zichzelf of van anderen.

Voor ons staat vast, dat goede stervensbegeleiding alleen kan gegeven worden met de Bijbel in de hand. Onbijbelse stervensbegeleiding is in feite niets anders dan stervensmisleiding. Wanneer we in de weg van Gods voorzienigheid met lijdenden en stervenden te maken krijgen, dan worden we geroepen tot evangelisatie. We mogen er ons dan niet afmaken, gelijk de priester en leviet deden in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. We moeten een dergelijke gelegenheid benutten om de boodschap die Gods Woord voor hen heeft hun bekend te maken. Uitgangspunt en doel van onze stervensbegeleiding moet zijn dat er bij de HEERE, de Heere, uitkomsten zijn tegen de dood. (Ps. 68 : 21b).

Stervensbegeleiding moet m.i. een evangeliserend karakter dragen. Dat wil niet zeggen, dat er niet gesproken moet worden over de reden, waarom wij, mensen, moeten sterven. Voor ons staat vast, dat de dood geen natuurverschijnsel is, maar dat de dood door de zonde in de wereld gekomen is. Wanneer wij met stervenden te maken krijgen, die van dat verband niets afweten of daar niets meer van willen weten, ligt het zeker op onze weg om ze daarop te wijzen. Het geconfronteerd worden met de gevolgen van de zonde roept tot bekering. Dat is Gods doel met het bezoeken van de zonde. Van nature willen we over de schuld heenwerken; net doen alsof er niets gebeurd is, maar daarmede doen we noch onszelf noch onze stervende naaste een werkelijke dienst.

Niemand wil van nature aan zijn zonde herinnerd worden, maar in Zijn liefde tot Zijn eer en ons behoud, leert ons de Heere in en door Zijn Woord het verband tussen zonde, ziekte, lijden en dood. Het is in feite liefdeloos om met stervenden niet te spreken over wat er in het Paradijs gebeurd is.

Dan kan er immers van oprechte bekering = ootmoedige terugkeer tot God, als een boeteling smekend om vergeving en ontferming — niets komen. Zonder deze bekering is er geen zaUgheid, noch voor noch na de dood.

Dr. W. H. Velema schreef in zijn boekje „Rondom het levenseinde": „Wie met de schuld klaar­ komt, komt ook met de dood klaar". Wie daar dus niet mee klaarkomt in de weg van waarachtige bekering en oprecht geloof in de Heere Jezus Christus, komt dus ook met de dood niet klaar. Zij, die over deze dorpel heenspringen in het praktiseren van stervensbegeleiding en het vertroosten van zichzelf en anderen omtrent de uitkomsten, die er bij de Heere zijn tegen de dood, zijn misleiders. Hun handelwijze is niet naar de zin en mening des Heiligen Geestes, Die in het zaligen van zondaren niet over de schuld heenstapt of heenwerkt, maar overtuigt van zonde, en van gerechtigheid en van oordeel. (Joh. 16 : 8-11).

Echter, wij handelen evenzeer in strijd met de wil des Heeren, wanneer wij niet, na gewezen te hebben op de noodzaak der waarachtige bekering, ook wijzen op de mogelijkheid en zekerheid van vergeving van zonde en redding van de dood op oprechte bekering. Het eenzijdig wijzen op zonde en straf op de zonde, zonder dat er tevens gesproken wordt over de rijkdom van Gods genade, waardoor de Heere mild is in het schuldvergeven om Christus' wil, is m.i. niet naar de zin en mening des H. Geestes.

In de gelijkenis van de verloren zoon wordt ons heel duidelijk geleerd, dat de Heere op ootmoedige wederkeer tot Hem, al wat we hebben misdreven, hoeveel het zij, genadig wil vergeven en van het verderf ons leven wil verschonen. Met zulk eenzijdig wijzen op zonde en straf op de zonde, helpen we in feite satan, die er alle belang bij heeft, dat vooral stervenden alle hoop op redding uit de nood laten varen door zich over te geven aan doffe wanhoop.

Het oude spreekwoord: „Zolang er leven is, is er hoop", moet ons steeds voor ogen staan bij het begeleiden der stervenden.

Ik weet uit ervaring, hoe moeilijk het kan zijn dit ten einde toe te blijven geloven, maar we hebben zowel in de Schrift als in de geschiedenis bewijzen, dat kort vóór het sterven de Heere bekering, vergeving en redding schonk aan verloren Adamskinderen. Ook dat is stervensmisleiding, wanneer niet over de rijkdom van Gods genade voor schuldige mensen gesproken wordt. Het einde — doel — der wet is Christus, tot rechtvaardigheid van een ieder die gelooft. (Rom. 10 : 4). Als we de wet hanteren tot kennis van de zonde en ellende, moet het zijn met de bedoeling om van Christus te gaan getuigen. Doen we dat niet, dan misbruiken wij de wet, met alle fatale gevolgen van dien. De Heere kan uitkomst geven om Christus' wil. Die naar Gods eeuwig welbehagen de dood des kruises stierf, om voor zondige schepsels de dood te verslinden tot overwinning.

SIikkerveer

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1976

De Saambinder | 8 Pagina's

Stervensbegeleiding (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1976

De Saambinder | 8 Pagina's