Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een reiziger door Mesech

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een reiziger door Mesech

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Boven Nieuwstraat 100, Kampen. In dit middeleeuwse pand met trapgevel dreef C. de Ridder in de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn levensmiddelenbedrijf. Over de toonbank gingen kruidenierswaren, likeuren, sigaren, peulvruchten en beschuit van Verkade. De Ridder was er druk mee, maar vanbinnen liep hij met iets anders: een roeping om predikant te worden.

Aan de F.A. Molijnlaan in Nunspeet, bijna ter hoogte van het treinstation, staat een statig jaren-dertig-huis, een beetje verscholen in het groen. Een aantal jaren was dit de pastorie van de Gereformeerde Gemeente te Nunspeet. Nu woont Adriana de Ridder er. In dit huis overleed haar vader, ds. C. de Ridder, op 1 juli 1980, in de leeftijd van 48 jaar.
In 1967 werd kandidaat De Ridder in Nunspeet bevestigd tot predikant van de Gereformeerde Gemeenten. „Ik was toen nog maar drie jaar oud, maar ik kan me nog goed herinneren dat de intrededienst plaatsvond in de hervormde Dorpskerk. Ds. L. Rijksen bevestigde mijn vader met een preek over 2 Koningen 2:14b: ‘Waar is de Heere, de God van Elia? Ja, Dezelve?’ Pa moest knielen onder een geopende Bijbel. Heel indrukwekkend.”
De Ridder was in zijn studententijd bang geweest dat hij naar een grote stad zou moeten, maar het mocht Nunspeet zijn. „Dat was voor hem geen onduidelijke weg geweest. De Heere wees hem helder de weg met een woord van de profeet Jesaja en had hem Nunspeet aangewezen: ‘Dit is de weg, wandelt in denzelve’.”

Eensgezind
Over haarzelf wil Adriana de Ridder niet veel kwijt. „Het mag niet om mij gaan.” Over haar ouders spreekt ze graag, met liefde en veel respect. „Het moet vooral gaan om de God van mijn ouders, want in hun leven, in dit huis, heeft de Heere zeer wonderlijk met ons gehandeld.
Mijn ouders hebben in Nunspeet een fijne tijd gehad. Hoewel, de beginjaren waren wel zwaar. Bij hun komst in Nunspeet waren er veel problemen in de gemeente. Dat was voor een jonge predikant wel moeilijk. Maar achteraf bezien mag gezegd worden dat hij voor Nunspeet tot een zegen is geweest. Er werd orde op zaken gesteld en binnen enkele jaren keerde de rust in de gemeente terug. Voor hemzelf leidde deze moeilijke periode wel tot een afhankelijk leven met de Heere.
Mijn ouders waren heel eensgezind. Dat bleek uit huis-, tuin- en keukendingen. Maar vooral in het werk dat ze samen in de gemeente mochten doen. Vader ging graag de gemeente in, de mensen hadden de liefde van zijn hart. Hij wilde graag weten wat er in de gemeente leefde en moeder ging vaak met hem mee. In de zeven jaar dat hij in Nunspeet stond, kreeg hij vele beroepen, maar hij was altijd blij als hij wist dat hij aan Nunspeet verbonden mocht blijven.”
Adriana de Ridder spreekt over haar kinderjaren als: gezellig, gemoedelijk en vertrouwd. „Het was in de pastorie altijd de zoete inval. Dat kwam niet altijd uit, maar iedereen was welkom. Mensen uit de gemeente kwamen zomaar even aan: ‘Is de dominee thuis?’ Nee, de dominee was niet altijd thuis, maar dat gaf niet, dan dronken ze met mijn moeder wel even een kop koffie in de keuken. De gesprekken gingen zowel over tijdelijke als over geestelijke dingen. Dat ging heel ongedwongen.”

Ziekte
De Nunspeetse predikant gebruikte op de kansel beeldende taal. „Maar iedere preek was voor hem wel een worsteling. Een preek mocht bij hem geen zondagsschoolvertelling zijn. Het moest gaan om een heldere Schriftuitleg en een bevindelijke toepassing, met een appèl op het hart van de hoorders. Hij achtte het als zijn dure roeping zich ernstig voor te bereiden op de verkondiging van het heilig Evangelie, terwijl juist die voorbereiding nog wel eens in de kleine uurtjes moest gebeuren, vanwege het vele pastorale werk. Voor zichzelf had hij een nabij en een aangebonden leven, maar op de kansel was hij vaak ruim gesteld.”
In 1973 raakte ds. De Ridder vermoeid. „Iedereen veronderstelde dat de dominee overwerkt zou zijn. De kerkenraad stuurde ons gezin een paar weken naar Oudemirdum; daar moest de dominee maar eens wat uitrusten.”
Het mocht echter niet baten. De vermoeidheid nam toe. Onderzoeken in het Sophia-ziekenhuis in Zwolle brachten de kwaal aan het licht: multiple sclerose. „Het ziekteproces voltrok zich heel progressief. Zijn lichaam werd afgebroken, het lopen ging steeds moeilijker, het spreken steeds lastiger. In zijn elektrische rolstoel trok hij er nog veel op uit in het dorp, wat tot allerlei ontmoetingen en gesprekken leidde. Terwijl hij nog maar begin veertig was.”

Geen opstand
Vader De Ridder was opgewekt van karakter, zegt z’n dochter. „In de eerste jaren van zijn ziekte zagen de mensen ertegen op hun predikant te bezoeken, om bij de pastorie aan te bellen, maar het bleek altijd mee te vallen. Sommigen kwamen langs om een bemoedigend woord tot hem te spreken, maar ze kwamen er zelf wel eens bemoedigd weer vandaan.”
In het hart van ds. De Ridder was wel eens strijd over de weg die hij moest gaan. „Pa werd wel eens aangevochten en bestreden, of Gods gunst nog met hem was. Ook was hij wel eens moedeloos, maar hij vertelde ook altijd hoe de Heere zijn zaken weer had opgelost en de weg weer geopend had. Opstand heb ik niet gezien. De Heere had hem beloofd: ‘Ik zal niet sterven, maar leven, en de daden des Heeren verkondigen.’ Hij wist dat hij niet meer op de kansel zou komen, maar hij mocht nog wel goed van Zijn Koning spreken.”

Emeritaat
Een jaar nadat zijn ziekte bekend was geworden, vroeg ds. De Ridder emeritaat aan. „De kerkenraad wilde daar nog niet aan, maar mijn vader wist zelf dat hij niet meer zou opknappen, dat hij aan zijn ziekte zou overlijden. Tegen de kerkenraad zei hij dat ze weer moesten gaan beroepen. Want de zaak des Konings had haast.”
De classis Barneveld behandelde in september 1974 zijn emeritaatsaanvraag. De voorzitter, ds. C. Wisse, zei tegen ds. De Ridder, die zelf aanwezig was: „We zijn ook getroffen door de sfeer in uw gezin. Er is een zoete inwinning voor de weg die de Heere met u houdt, ook vanwege uw vrouw en uw kind.”
Een van de afgevaardigden, ds. P. Honkoop jr., zei: „Het is God Die dit werk beëindigt.”
Ds. W.C. Lamain, die de vergadering zomaar even kwam bezoeken, wenste ds. De Ridder toe „medicijnen van de hemel te mogen ontvangen die verdiend zijn door Christus. Geen betere medicijnen zijn er om ons aan de grond te houden, om nu deel te hebben aan het lijden van Christus. De overblijfselen in ons lichaam om te dragen, het zijn eremedailles.”

Brief
In het kerkelijk weekblad De Saambinder van 6 juli 1974 schreef ds. De Ridder ‘Een brief aan alle vrienden’. Daarin vertelde hij dat de ziekte voortging, dat hij vermoeid was, slecht kon zien, moeilijk kon lopen. Hij kon zijn arbeid niet meer verrichten: „Maar mijn bestaan is dat ik niets kan en wil afgeven. Ik wil werken en preken, en bij alles nog een geestelijke stand ophouden. Terwijl ik lichamelijk en geestelijk afgebroken wordt om zondaar te zijn en te blijven voor God. Maar ’s Heeren goedheid kent geen palen. Het bloed van die allerdierbaarste Heere Jezus mag kracht hebben tot reiniging van alle zonden en wil mij arme zondaar genade bewijzen.”
Die brief aan alle vrienden besloot hij met: „Onze tijden zijn in de hand des Heeren. Mij in uw gebeden bevelende. Groetend aan allen die Sion beminnen, ook overzee. Een reiziger door Mesech. Ds. C. de Ridder.”

„Overgenomen”
Ds. Cornelis de Ridder werd 48 jaar. Hij werd op de oude begraafplaats aan de Eperweg in Nunspeet begraven door zijn opvolger, ds. L. Blok, met als tekst Hebreeën 4:9: „Er blijft dan een rust over voor het volk Gods.”
Zijn leven is maar kort geweest, zegt zijn dochter. „Hij heeft maar één gemeente mogen dienen. Maar de Heere had zijn tijd bepaald en had zijn gemeente van hem overgenomen, niet afgenomen, maar overgenomen. Het was genoeg geweest.”
Ds. R. Boogaard uit Leiden, een van de vrienden van ds. De Ridder, schreef na diens overlijden: „Hij was onder ons bekend als een broeder, die in oprechtheid de Heere vreesde, zijn hart op de hem toebetrouwde kudde zette en de omgang zocht met Gods kinderen. Al zijn arbeid was erop gericht een nietig middel in Gods hand te mogen zijn, tot heil van zondaren, opdat de Naam van de Heere Jezus zou worden grootgemaakt.”
Adriana’s moeder overleed in 2012. „Ik was altijd thuis blijven wonen, had hier mijn vrienden en bekenden. Ik zie terug op een periode waarin de Heere kennelijk heeft gewerkt. Hier liggen voor mij veel goede herinneringen.”


Levensloop
Cornelis de Ridder werd op 30 september 1931 in Amersfoort geboren. Van huis uit behoorde hij tot de Oud Gereformeerde Gemeenten. Al op jeugdige leeftijd was hij bezet met de roeping tot het predikambt.
Zijn huwelijk voerde hem naar Kampen. Samen met zijn vrouw dreef hij daar aan de Boven Nieuwstraat een kruidenierswinkel. Korte tijd diende De Ridder de Gereformeerde Gemeente in Kampen als ouderling. In 1963 werd hij toegelaten tot de studie voor predikant aan de Theologische School in Rotterdam, waarna hij in Nunspeet tot predikant werd bevestigd. Al in 1974 moest hij, vanwege een ernstige ziekte, emeritaat aanvragen. Hij overleed op 1 juli 1980, in de leeftijd van 48 jaar.
Van zijn hand verschenen drie prekenbundels: ‘Schuldigen vrijgesproken’ (1976), ‘Het verkondigde Woord’ (1978) en ‘Gods belofte heerlijk vervuld’ (1979). Zijn dochter werkt aan een dagboek, ‘Druiven van Eskol’, met meditaties van ds. De Ridder, dat eind dit jaar verschijnt (uitg. Gebr. Koster, Barneveld).


Ds. C. de Ridderschool
In maart 1982 werd in Nunspeet de Ds. C. de Ridderschool (Jan van Vuurenstraat) geopend, genoemd naar de predikant die Nunspeet diende van 1967 tot 1974. De opening werd verricht door zijn weduwe, mevrouw W.F. de Ridder-Kroneman. De Ds. De Ridderschool is, na de Ds. A. van Stuyvenbergschool (Westerlaan), de tweede school van de Vereniging tot het verstrekken van kleuter- en basisonderwijs op gereformeerde grondslag te Nunspeet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 2015

Terdege | 92 Pagina's

Een reiziger door Mesech

Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 september 2015

Terdege | 92 Pagina's