Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brood in de Bijbel leek in bijna niets op ons brood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brood in de Bijbel leek in bijna niets op ons brood

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Brood is zo oud als de mens zelf. Vanaf het begin van de mensheid is dit voedsel,, de staf des levens" geweest. In de Bijbel wordt dikwijls over brood ge sproken; volgens de onvolprezen concordantie van Trommius meer dan 250 maal, nog afgezien van de combinaties „een bolle broods", ,,ongezuurde broden" of ,,toonbroden". Wat moeten we ons voorstellen als er in de Bijbel,,brood" wordt genoemd? Hoe werd het gebakken en waarvan?

De eerste keer dat over brood gesproken wordt is eigenlijk in een vloek: „in het zweet Uws aanschijns zult gij brood eten" . . . nadat de mens in zonde gevallen en uit het Paradijs verdreven was. Hieruit zou men kunnen opmaken dat het brood ook vóór de paradijsvloek al bestond, zij het naar alle waarschijnlijkheid in een heel andere vorm dan die wij kennen.

Malen
Reeds vanaf de vroegste tijden bakt de mens dus al brood, maar geen enkele bakker zou vandaag dat soort brood aan z'n klanten kwijtraken. De graankorrels werden tussen stenen verbrijzeld en nog later werden daarvoor draaiende systemen gemaakt: ,, molens". Het draaien van die molens was een zwaar karwei en was dan ook het werk van slaven en gevangenen. Jozef ,, was malende in de molen' ' en Simson zal het ook geweten hebben wat malen is. Malen was een minderwaardig, ja mensonterend werk. InJesaja47 : 2 vinden we dit nog eens extra onderstreept, als Jesaja profeteert over de ondergang der Babyloniërs:,,Daal af en zit in het stof, gij jonkvrouwe, dochtervan Babel, zit op de aarde, . . . neem de molen en maal meel!"
Aanvankelijk bestond het graan uit louter gerst, later werd meer spelt en tarwe gemalen voor het bakken van brood. In de Zwitserse paalwoningen zijn broodresten gevonden van brood dat in de steentijd was gebakken. We kunnen aan de iiand daarvan zien hoe dat brood er uit zag: platrond, naar het midden iets dikker, maar in het geheel niet veel dikker dan een vinger. Het wordt dan ook wel vlade-brood genoemd en bevatte als gevolg van het ruwe stampen en vermalen van het graan soms hele graankorrels en vaak ook stukjes steen en leem. Weliswaar werd het meel gezeefd, maar dat gebeurde niet al te nauwkeurig.

Bakkuilen
Het zeven wordt in het Oude en Nieuwe Testament vaak als beeldspraak gebruikt, zoals bij de profeet Amos:,, Ik zal het huis Israëls schudden onder de heidenen gelijk het zaad geschud wordt op de zeef. . ," en ook Petrus wordt gewaarschuwd ,,de Satan heeft zeer begeerd u te ziften als de tarwe". Het brood dat van de grof gemalen graankorrels werd gemaakt werd niet gegist.
Terstond nadat met water een dikke brij was aangemaakt werd de massa gebakken. Bij de rondtrekkende herders, zoals ten tijde van Abraham, werd dit ,,brood" gebakken in hete as, soms ook wel tussen nog nagloeiende kameelmest, of in bakkuilen gaar gemaakt, waarin tevoren een vuur was gestookt. Ovens hadden de nomaden niet, deze zouden veel te zwaar en te lastig zijn om te vervoeren. In later tijd maakten de Israëlieten een soort bakplaat, die van onderen werd verhit. Van het deeg gemaakte platte schijven werden op de verwarmde plaat ,,gebakken", eigenlijk meer gedroogd.

Gist
In de dagen van Abraham was slechts ongezuurd brood bekend. Pas een vierhonderd jaar later, ten tijde van Mozes, schijnt men in Egypte kennis gemaakt te hebben met zuurdeeg, of zuurdesem, gist: een stukje deeg dat gedurende enkele dagen was bewaard, bevatte gistingsorganismen en was in staat om het nieuwe deeg waarin het werd verwerkt geheel te doorzuren en luchtig te maken. Het deeg werd zo,.geheven", het deeg,, verhief zich", waarom men ook spreekt over geheveld brood en ongehevelde koeken.
Gedurende de laatste maaltijd in de nacht, voorafgaande aan de ochtend van de uitleiding en der bevrijding van het harde Egyptische slavenjuk, mochten de Israëlieten alleen ongezuurd brood eten. Het volk moest snel reisvaardig zijn, dus was er geen tijd om het deeg te laten rijzen. God verbood het gegiste brood: ze moesten ongezuurde koeken eten, in stukjes gebroken (hoe zou men zo' n platrond brood kunnen snijden) en gedompeld in een bittere saus: een maaltijd-in-haast. Zo moest het eerst Pascha worden gevierd, de ,,voorbijgang" van de verderf engel. De vrome Israëliet zal dan ook elk jaar weer dit Pascha hebben herdacht, etende zeven dagen lang het ongezuurde brood. . .

Toonbroden
Van oude tijden af hadden de Joden een hekel aan geheveld brood. Trouwens, alle geheiligd brood moest ongegist zijn. Ook de broden die in de tabernakel en later in de tempel werden gelegd, de,,toonbroden", twaalf in getal, net zoveel als de stammen van Israël.
De toonbroden werden van zuiver wit meel gemaakt, daarom moest het meel hiervoor extra vaak gezeefd worden. Het woord zegt al, dat deze broden getoond werden. Het Hebreeuwse woord voor toonbrood is dan ook letterlijk te vertalen door,,brood des aangezichts", dus brood dat ,,voor Gods Aangezicht ligt". Het gebruik om bepaalde spijzen of gerechten en in de eerste plaats het hoofdvoedsel brood, als een der beste gaven Gode te wijden, is al heel oud en is terug te vinden bij haast alle natuurvolken. Zodra het brood in de tabernakel was gelegd door de priesters was het,,geheiligd" en wanneer het elke keer weer op Sabbath werd ververst, mocht het oude brood gegeten worden, doch alleen door de Levieten.
De broden, die volgens overlevering het model hadden van de letter U, werden in twee rijen op de tafel der toonbroden neergelegd, zoals Exodus 25 ons doet lezen. Daarbij werden twee broden op elkaar gelegd met daartussen twee zilveren staafjes. De beroemde met goud overtrokken tafel van acaciahout is bij de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Christus door de Romeinen als ooriogsbuit naar Rome gebracht, waar hij met nog meer tempelattributen is afgebeeld op de triomfboog van Titus, die het verzet in Jeruzalem heeft gebroken. De tafel is echter nimmer teruggevonden.

In 1 Samuel 21 vinden we nog iets over de toonbroden. Dat was toen Saul het David zó benauwd had gemaakt dat hij zich aan het hof niet meer veilig voelde en de wijk genomen had. Hij belandde in Nob. De Heere Jezus haalt deze geschiedenis aan in het evangelie van Mattheüs, hoofdstuk21:,,. . . hoe hij gegaan is in het huis Gods en de toonbroden gegeten heeft, - toen hem hongerde, en hun die met hem waren - die hem niet geoorioofd waren te eten, maar de priesteren alleen. . . " Het was blijkbaar de avond of de dag vlak voor de Sabbath dat Achimelech gezwicht is en dat hij vijf van de twaalf toonbroden aan David gaf om zijn honger te stillen.

Manna
Veel meer vertelt het Oude Testament niet over gewijd brood, wel wordt nog over ,,hemels brood" gesproken. Toen het volk Israëls murmureerde om het tekort aan eten, ze misten de pompoenen, komkommers en ajuinen van Egypte, regende het elke nacht,,brood uit de hemel": elke morgen opnieuw was de aarde bedekt met kleine witte, zoetsmakende korreltjes, het manna. Vrijdagsmorgens mocht ieder twee gomer inzamelen, tegelijk voor de Sabbath, wanneer er geen manna was. Dit zou net zo lang duren tot de Israëlieten aan de grenzen van Kanaan kwamen: ,,Toen aten zij van het overjarig koren des lands", en het manna hield op,, des anderen daags'' zoals Jozua 5 : 12 vermeldt.

Broodwonderen
Er zijn ook een paar profeten in wier leven het brood een bijzondere rol speelde, zoals Elia, die, nadat hij koning Achab een goddelijke straf aankondigde, op goddelijk bevel naar de beek Krith ging, waar hem elke morgen en elke avond brood en vlees door de raven werd gebracht. Toen de beek Krith opgedroogd was ging Elia naarZarfath bij Sidon, dus naar Phoenicië.
Daar ontmoet hij een weduwvrouw, die van haar laatste restje meel in de kruik en van het laatste drupje olie een koek, een plat brood, gaat bakken. Elia zegt deze vrouw dat zij eerst voor hem van dat restje een koek moet maken en daarna pas een voor haarzelf en haar zoon:,,want de olie in de fles zal niet verminderen en het meel in de kruik zal niet ontbreken", zolang zij Elia herbergt.
Na de massale slachting op de berg Karmel is Elia zo moe, dat hij maar het liefst zou sterven. . . maar hij wordt gewekt door een engel,,Sta op en eet. . . en ziet aan zijn hoofdeinde was een koek - een broodkoek - op de kolen gebakken''. Door de kracht van het wondervoedsel kon hij veertig dagen en veertig nachten vooruit! (1 Koningen 19)
Ook Elisa verricht broodwonderen; 2 Koningen 4 : 42-44verhaaltdatmet twintig gerstebroden en een handvol koren honderd mannen werden gevoed, een duidelijk voorteken van de Gróte Profeet Jezus Christus Die een nog veel groter broodwonder verrichtte. Tot tweemaal toe zelfs!
In Mattheüs 14 wordt ons verhaald hoe Hij van vijf broden en twee vissen niet minder dan vijfduizend mannen met vrouwen en kinderen spijzigt en dat men nog twaalf volle korven overhoudt. Even later in hoofdstuk 15 vindt de tweede vermenigvuldiging der broden plaats: nu zijn het zeven broden en weinige visjes die uitgedeeld worden door de discipelen ,,en zij aten allen en werden verzadigd, en zij namen op het overschot der brokken, zeven volle manden. En die daar gegeten hadden, waren vierduizend mannen, zonder de vrouwen en kinderen. . ."Wat een onvoorstelbaar wonder!
Zo onderstreept Jezus dat Hij inderdaad het,,Brood Gods is. Dat uit de hemel nederdaalt en Dat der wereld het leven geeft'' en even verder,, Ik ben dat levende brood, dat uit de hemel nedergedaald is; zo iemand van dit brood eet, die zal in eeuwigheid leven" niet zoals in de woestijn waar de vaders zijn gestorven, ook nadat zij het manna hadden gegeten. Hier betoont Christus zeggenschap ook over ons dagelijks voedsel, Heere over het leven-van-alle-dag!

Brood des Levens
,,En op de eerste dag der ongehevelde broden kwamen de discipelen tot Jezus' ' - zo schrijft de evangelist Mattheüs -,,zeggende tot Hem; Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het Pascha te eten? (Dat is twee dagen voor onze huidige pasen.) Dan stelt de Heere het Heilig Avondmaal in en zo verhaalt ons de evangelist verderdat Hij ,,het brood nam en het gezegend hebbende, brak Hij het en gaf het de discipelen en zeide: ,,Neemt, eet, dat is Mijn lichaam".
Van het ware Brood-desLevens schreef Jan Luijken in 1694:
O Schepper van het lieve brood, tot voetsel van het tijd'lick leeven. Hoe heeft Uw mildtheidt ons genood om ons U Self tot Brood te geeven. O Brood dat uit den Heemel viel versaadigd ghij dan onse ziel. ]

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1984

Terdege | 60 Pagina's

Brood in de Bijbel leek in bijna niets op ons brood

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 april 1984

Terdege | 60 Pagina's