Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Nota

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Nota

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hiermee bedoel ik het geschrift dat de „deputaten voor contact met de kerkjeugd” aan alle kerkeraden gezonden hebben, terwijl ieder belangstellend kerklid, dus ook ambtsdragers, voor f 1,50 (te storten op giro 946020 van de penningmeester van het Jeugdsteunfonds van de Chr. Getef. kefken, Zierikzee) dit geschrift zioh kan latenl toezenden.

Opzet

Omdat er in de kerkelijke pers al heel wat aandacht aan deze publikatie besteed is, willen we er maar een korte bespreking aan wijden. In de eerste plaats komt aan de orde „De situatie van de jeugd”. Het dynamisohe van onze tijd wordt gelmemoreerd. Gevolg is, dat jonge mensen, als ze zelf vader en moeder worden niet de denk-, spreek- en leefwijze van hun ouders overnemen. Een chronische crisis; het leven zakelijker; zich beperkenl tot wat zichtbaar en tastbaar is; persoonlijke vragen ontvangen daardoor, ook in de kerken minder aandacht ten gunste van de vraag: welke bijdrage leveren onze kerken aan de voortgang van de geschiedenis en aan de ontplooiing van ons volksleven.

Vervolgens wordt een beoordeling gegeven, waarbij ter sprake komt wat zorg geeft en wat moed geeft. Een tamelijk evenwichtige beoordeling. Ik vraag me af of een zin als „Er was in onze kerken niet alleen fris en krachtig geloofsleven. Er was veel dode vorm” juist onder datgene wat moed geeft, niet wat breder toelichting verdiende. Trouwens, aan de positieve punten zitten toch ook negatieve kanten, zodat ze voor mij niet enikel vallen onder „wat moed geeft”.

In het derde hoofdstuk „Onze houding” treft de zeer positieve toon. Het bUjkt reeds uit de kopjes: geloofwaardig zijn, gelovig werken, serieus nemen, concentreren, de uitdaging aanvaarden, gebed.

Tenslotte: „Het werk”: prediking, catechese, pastoraat, jeugdouderling, de zorg voor de georganiseerde en de niet-georganiseerde jeugd en de jongere belijdende leden krijgen een beurt. Ook hiervan kan men zeggen, dat meij het werk zeer positief benadert.

Waardering

Het valt ons niet moeilijk ronduit onze waardering voor dit stuk werk uit te spreken. Hier worden de problemen onder het oog gezien, en naar vermogen een weg gewezen. Men is niet defaitistisch, maar wil aanpakken en roept met name de kerke-raden op om dat te doen. Door de situatie-tekening heeft men getoond de jeugd van vandaag te willen begrijpen en haar in haar vragen tegemoet te treden. Dit is een positief stuk, waarmee gewerkt kan worden. Hebben deputaten groter lof te wachten dan dat dit van hun werk gezegd kan worden?

Wensen

Onze waardermg impliceert niet dat we geen wensen meer hebben. Juist uit waarde-ring zou ik die duidelijk willen uitspreken. De figuur van de jeugdconsulent is nog te weinig uit de verf gekomen. Zijn verhou-ding ten opzichte van de jeugdouderling kan wel enige spanning oproepen. Men kan wel onderscheiden tussen „technisch” en „geestelijk”, maar deze twee grijpen] op el-kaar in. Het ware nuttig geweest om dat wat duidelijker te stellen en zo mogelijk af te grenzen.

Verder, er is een geweldige verscheidenheid onder onze jeugd — hoe moeten de kerke-raden daarmee aan? Te denlen valt aan het vershil tussen grote en( kleine gemeenten, maar ook aan de verscheidenheid binnen eenzelfde gemeente: middelbare scholieren vormen een heel ander slag jongelui dan zij die praktisch werken, al zijn er gelukkig wel aanrakingspunten. Die hadden genoemd en besproken! dienen te worden.

Tenslotte: passen de gegeven aanwijzingen — waarvoor onze waardering — wel ge-heel op de situatie. Ik denk aUeen maar aan het bestaan(sreoht) van onze eigen ker-ken. Ik heb het idee dat de uitdaging van de problemen die aan het begin geschetst wordt, door de goede aanwijzingen niet ge-heel beantwoord wordt.

Intussen hebben de kerkeraden zelf ook een taak. Ze kunnen met dit stuk op weg. Dat is niet weinig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's

De Nota

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

Ambtelijk Contact | 12 Pagina's