Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(28)

Waarde jonge vriend,

Het is zoals je zegt: Je moeilijkheden zijn heter voor de vragenbus geschikt. Maar mijn vriend, de vragenbusredacteur durf ik er altijd niet mee op te schepen. Moeilijkheden7 — Wel, zo erg is het niet. Als het niet erger wordt zal het wel loslopen. Maar, er kunnen toch van die bedenkingen zijn, als je wilt trachten zin en mening te verstaan van de dienst des Woords en der sacramenten. En nu valt het je zo op, dat, als er een jong kind gedoopt wordt, een zegen* bede wordt gezongen, terwijl je zo grtiag zou zien, dat er een psalm werd gezongen, waarin de gemeente haar geloof beleed in de vastigheid van Gods verbond. Bijvoorbeeld: „God zal Zijn waarheid nimmer krenken enz." of met Datheen: „Want Godt gedenckt altijd genadigh, Aen zijn verbont, 't welck blijft gestadigh enz."

Nu, daar is niets tegen, en alles voor. In deze gedachtengang kan ook gezongen worden (en ik heb dat meer dan eer.s meegemaakt) Psalm 25:5 „Hun, die zijn verbond en woorden, als: un schatten gadeslaan". Of Psalm 111 : 5.

Maar nu kan het er niet bij je in, dat er gezongen kan worden: salmi 134 : 3 „Dat 's Heeren zegen op u daal." Maar, dat hoeft nu toch niet in te houden, dat dit kind als een lijdelijk voorwerp verheerlijkt wordt, zoals je denkt. Dat kind behoort als lidmaat der gemeente, gedoopt re wezen. Dat gaat niet alleen de ouders aan; heel de gemeente gaaf het aan.

Mijn jonge vrienden in Insulinde dank ik ook voor hun brieven. Steeds klinkt er een dankbare toon in door, dat zij „Daniël" ontvangen mogen. Verder is de klacht algemeen over de geestelijke toestand. Op kerkelijk gebied is het niet beter. Ook de staatkundige en maatschappelijke toestand is daar zeer verward. Het zijn de gerichten Gods, die zich voltrekken ook aan Nederland, vanwege de Godsverlating. Mijn jongen vrienden> Baruch hoopt dat jelui je ziel als een buit er uit zult mogen dragen. Ook door deze wereldweeën heen komt het Koninkrijk Gods. Maar het komt niet met uiterlijk gelaat. Wat wij denken te bouwen in onze vleselijke ijver is niet veel anders dan een Koninkrijk, zoals de discipelen het verwachtten. Gods zaak is geen verloren zaak. De Heere verlene ons ogen om dat te zien en geve bovenal er deelgenoot van te zijn, want de Schrift zegt: Het Koninkrijk is binnen in ulieden. Al verhoudt de liefde en vermenigvuldigt de ongerechtigheid, zo is toch de belofte Gods niet uitgevallen. Het binde ons aan Zijn genadetroon.

Nu moet ik een ernstig woord schrijven aan een vriend, die het er in zijn leven niet zo goed heeft afgebracht. Hij stuurt een „zwarte brief".

Mijn vriend, het is erg: erg voor God en erg voor de mensen. Kun je nog geloven, dat er voor dezulken hulp besteld is bij een Held, die verlossen kan? De klappen, waarnaar je verlangt, zullen het niet doen. Met je bloed zul je je zonden niet kunnen uitwissen. Alleen het bloed van Jezus Christus, de Zoon van God, reinigt van alle zonden. Zolang wij zoeken door schrik en'vrees werkzaam te blijven tot ons behoud, achten wij dat bloed ongenoegzaam. Je zult in eigen schatting nog groter zondaar moeten worden. Baruch bedoelt niet in de uitleving. Er zijn mensen, die het er zo goed hebben afgebracht, dat ze menen bij God aannemelijk 'te zijn. Dat is hun tot een strik. Anderzijds kunnen wij het er zó slecht afgebracht hebben in onze uitleving, dat wij menen, dat, als wij deze erge zonden voor God belijden, daarin de mogelijkheid tot ons behoud gelegen is. Ook zal de overtuiging ons niet verlossen van de macht der zonde. Ons moet alles ontvallen, óók onze verootmoediging. Er is maar één naam onder de hemel tot zaligheid gegeven. De Heere verlichte genadig ons verstand.

Ik verblijf als altijd

Jullie vriend BARUCH.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1947

Daniel | 8 Pagina's

Briefwisseling met mijn jonge vrienden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 november 1947

Daniel | 8 Pagina's