Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

"In Zürich ben ik, in Zürich adem ik en in Zürich verhef ik mijn stem als een bazuin"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

"In Zürich ben ik, in Zürich adem ik en in Zürich verhef ik mijn stem als een bazuin"

Zürich, Zwingli-stad

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de drie grote kerkhervormers uit de 16e eeuw is Huldrych Zwingli(1484-1531) bij ons het minst bekend. In Zwitserland heeft hij evenweleen belangrijke rol gespeeld. En men is hem daar nog niet vergeten. Met name in Zürich zijn nog tal van herinneringen bewaard gebleven aan de man die de samenleving in deze stad een ander aanzien gaf.

"Weet u wel wat u daar fotografeert?" Ik had mijn statief opgesteld op de schuin aflopende bestrating van het Zwingliplein in het centrum van Zürich. De vraag werd gesteld door een oudere heer, die al een tijdje belangstellend had toegekeken. Toen de foto genomen was, kwam hij een paar stappen dichterbij en herhaalde hij zijn vraag: „Weet u wel wat u daar fotografeert?" Natuurlijk wist ik wat ik fotografeerde: een gewoon straatnaambord. Maar dat bedoelde hij niet. „Weet u wel wie de man was naar wie dit plein genoemd is?" vervolgde hij. En hij was duidelijk verrast toen hij merkte dat ik wist wie Zwingli was. Zijn verbazing nam nog toe toen ik hem vertelde dat ik speciaal naar Zürich was gekomen om een artikel te schrijven over deze Zwitserse kerkhervormer. Maar toen was het mijn beurt om verrast te zijn: Uit de binnenzak van zijn jas haalde hij een boekje te voorschijn, stopte het mij in handen en zei: „Hier, als u alles over Zwingli wilt weten, dan moet u dit lezen."

Wie gelooft, is vrij
Het was een pocketboekje, gloednieuw, en zo te zien zelfs nog nooit ingekeken. Op de omslag stond een portret van Huldrych Zwingli in zijn jonge jaren: een hoekig gezicht met een vrijmoedige blik, een modieus page-kapsel en op de rossige haardos een zwarte muts, zoals ze in de 16e eeuw veel gedragen werden. Daarboven, met grote letters, de titel van het boek: "Wer glaubt, ist frei" (Wie gelooft, is vrij). En helemaal onderaan: "Uit de geschriften van de Reformator Ulrich Zwingli".
Op de achterkant las ik: „Ulrich Zwingli, humanist, reformator van Zürich, tijdgenoot van Erasmus, Karel V en Luther, een van de vaders van het wereldprotestantisme. Een keuze uit zijn werken om hem beter te leren kennen". Ik knoopte de naam van de uitgever in mijn oren (Herder, Wenen) en wilde het werkje teruggeven. Maar de man stond erop dat ik het houden zou: „Heus, meneer, u móet het aannemen!" zei hij. „En u moet het lezen ook!"

Mooiste monument
De vriendelijke heer bleek heel goed op de hoogte te zijn van Zwingli's gedachtengoed en van de invloed die deze reformator, vooral in Zürich, heeft uitgeoefend op kerk en samenleving. Ik sprak mijn verbazing erover uit dat er op het hele Zwingliplein geen monument, geen standbeeld of iets dergelijks te vinden was. „U vergist u, meneer", was het antwoord, „kijk hier vóór u, daar ziet u het grootste en het mooiste monument dat een kerkhervormer zich wensen kan." Met een breed gebaar wees hij naar de Grossmünster, de imposante hoofdkerk van Zürich, waar we vlak voor stonden.
„Dit was de kerk waar Zwingli in 1519 benoemd werd tot pastoor", vertelde hij. „Hier hield hij zijn indrukwekkende preken. Hier bediende hij op paaszondag 1525 voor de eerste keer het heilig avondmaal. En in dit gebouw (hij wees naar links, naar de aanbouw van de kerk) hield hij door de week zijn voorlezingen met bijbeluitleg voor de geestelijken van de stad. Nu is de theologische faculteit van de universiteit erin gevestigd."

Bijbeldeur
„Maar ik begrijp wat u bedoelt", vervolgde hij. „Een gedenkteken dat specifiek aan Zwingli herinnert, staat hier op het plein niet. Dan moet u aan de andere kant van de kerk zijn. Daar is een bronzen deur waarop het hele leven van Zwingli in beeld is gebracht. Op 1 januari 1939, op de dag af 420 jaar nadat hij in de Grossmünster zijn intrede deed, werd die deur onthuld. En in de jaren daarna", vervolgde hij, „heeft dezelfde beeldhouwer, Otto Münch, een dergelijk kunstwerk ontworpen voor het noordportaal. Dat is wat u hier ziet. Men noemt dit de Bijbeldeur." We waren het Grossmünsterplein overgestoken en stonden voor de hoofdingang van de kerk, voor de zogenaamde Bibeltür. Hier heeft de ontwerper geprobeerd om met behulp van een aantal bijbelse taferelen de inhoud van het christelijk geloof weer te geven. Je herkent onmiddellijk de koperen slang in de woestijn, Jona met de vis en de Goede Herder. Maar er zijn ook voorstellingen bij waar je een hele tijd voor kunt staan puzzelen eer je erachter komt welk bijbelverhaal de kunstenaar heeft willen uitbeelden.

Grossmünster
Het interieur van de Grossmünster is prachtig gerestaureerd. De koster is altijd aanwezig. En als het niet te druk is, is hij graag bereid iets over het gebouw te vertellen. Bovendien zijn er in de kerk folders en boekjes met beschrijvingen verkrijgbaar. Een klim naar de torentransen is een belevenis op zichzelf Het is een unieke gelegenheid om te ontdekken hoe het moderne Zürich zich langs de oevers van het Meer van Zürich en van de rivier de Limmat uitstrekt tot aan de verten van het wazige bergland. En als je goed kijkt, kun je in het stratenpatroon van de stad nog nagaan hoe groot het I6e-eeuwse Zürich binnen de wallen is geweest. Het telde toen niet meer dan 8000 inwoners.
Naast de beklimming van de torens is ook een afdahng in de crypte onder het koor, vóór in de kerk, de moeite waard. Je vindt er, meer dan levensgroot, het beeld van keizer Karel de Grote, die volgens een oude legende de stad Zürich zou hebben gesticht.

Revolutionair
De eerste januari was een bijzondere dag in het leven van Zwingli. Op 1 januari 1484 was hij in Wildhaus geboren. En het was ook op 1 januari, precies vijfendertig jaar later, dat hij voor de eerste keer voorging in de Grossmünster in Zürich. Op de preekstoel geklommen, sloeg hij op die nieuwjaarsmorgen de Bijbel open bij Mattheus 1:1 en begon hij te lezen: „Het boek des geslachts van Jezus Christus, den Zoon van David, de zoon van Abraham. Abraham gewon Izak, en Izak gewon Jakob...
Daarover ging ook de preek. En de nieuwe "predikant" kondigde aan dat hij in het vervolg elk bijbelboek in zijn geheel aan de orde zou stellen, hoofdstuk voor hoofdstuk. Vandaag ging het over het geslachtsregister van Jezus, de volgende keer zou het gaan over de geboorte van Christus, daarna over de wijzen uit het Oosten, en zo verder, het hele evangelie door. Daarna zouden achtereenvolgens de andere bijbelboeken op dezelfde manier aan de beurt komen. Dat was heel revolutionair. Dat was in strijd met alle kerkelijke voorschriften en tradities van die tijd. Men was gewend dat er alleen gepreekt werd over een aantal vaste bijbelgedeelten, zoals die door de hogere kerkelijke instanties waren voorgeschreven.

Zwingli's huis
Meteen achter de Grossmünster begint de Kerksteeg (Kirchgasse). De mensen in Zürich zijn erg bescheiden met hun straatnamen. Wat zij een steeg noemen, zou van ons in veel gevallen best een straat mogen heten. Zo ook met de Kerksteeg, waar Zwingli met vrouw en kinderen heeft gewoond, links, op nummer 13. Boven de deur is een bord aangebracht met daarop de volgende tekst: "Zwingli's ambtswoning. Vanuit dit huis trok hij op 11 oktober 1531 met het leger van de Zürichers naar Kappel, waar hij voor zijn geloof stierf." Het woord Helferei, rechts naast de voordeur, wijst op de sociale functie die de woning in het verleden heeft gehad. Nu is er in het pand een Derde-Wereldwinkel gevestigd en voor de rest doet het huis dienst als vergader- en ontmoetingsruimte voor de Grossmünstergemeente.
Na enig zoeken vond ik de beheerder achter in de keukenruimten, bezig de loodgieter bij te staan met het repareren van de een of andere leiding. Hij was zo vriendelijk mij even naar boven te brengen, naar de zogenaamde "Zwingli-kamer".

Studeerkamer
En dan sta je daar, als 20eeeuwse pottenkijker, plotseling in de binnenkamer van iemand die hier, bijna vijfhonderd jaar geleden, woonde en werkte. Je probeert je voor te stellen hoe het geweest moet zijn. En daarbij vraag je je af wat er nog uit de hervormingstijd is overgebleven. De tafel en de zeven stoelen eromheen? Vast niet. Het schilderij en de portretten aan de wand ook zéker niet. De grote groene tegelkachel in de hoek misschien. En de ongelijk liggende planken van de krakende vloer. We weten van Zwingli dat hij op zijn kamer vaak staande zijn werk deed, hangend over de rugleuning van een stoel. Hij kreeg dan minder gauw last van slaap. En als hij ging schrijven, trok hij altijd een oude werkjas aan, die bezaaid was met inktvlekken. Hij schreef veel: brieven, brochures en boeken. Daarnaast moest hij zich elke dag voorbereiden op een preek en op een voorlezing in de bijbelstudiekring. Hoewel klagen niet in zijn aard lag, schreef hij eens aan een vertrouweling dat hij aan duizend en één dingen tegelijk moest denken, dat de zorgen met het oog op de gemeente van alle kanten op hem afstormden en dat hij tijdens het schrijven van „deze brief' al meer dan tien keer was weggeroepen.

Dagelijks werk
Zwingli's werk in Zürich nam van jaar tot jaar toe. Maar hard werken was bij hem een tweede natuur. Door een eenvoudige leefwijze, een weloverwogen arbeidsmethode en een strikte dagindeling wist hij zijn tijd goed te benutten. Een tijdgenoot vertelt daarover het volgende:
Hij stond 's ochtends altijd vroeg op. Daarin verloochende zijn zijn boerenafkomst zich niet. Tot 10 uur wijdde hij zich aan lezen, bijbeluitleg, studie en correspondentie. Na het middageten liet hij zich verslag uitbrengen over allerlei lopende zaken. Hij ontving personen uit binnen- en buitenland die hem nuttige inlichtingen verschaften over alles wat zich in Zürich en daarbuiten afspeelde. Hij luisterde naar de mensen die een verzoek tot hem wilden richten, overlegde met plaatselijke bestuurders enzovoort. Soms ook praatte hij na het middagmaal met vrienden of ging hij met ze wandelen. Hij nam daar de tijd voor tot 2 uur. Dan zette hij zijn werkzaamheden weer voort. Na het avondbrood maakte hij een korte wandeling. Daarna schreef hij brieven, soms tot middernacht. En als er zaken waren die beslist geen uitstel duldden, werkte hij wel eens door tot diep in de nacht.

Lindenhof
De meeste bezoekers van Zürich beginnen hun ontdekkingstocht door de stad bij het Centraal Station (Hauptbahnhof). Een heel geschikte plek, want er is veel ruimte gecreëerd voor (betaald) parkeren. Bovendien ligt het station vlak bij de oude binnenstad. Op enkele minuten afstand bevindt zich de "wieg" van Zürich, de Lindenhof Het is een afgeplatte, met platanen begroeide heuvel. Bij opgravingen heeft men daar de oudste bewoningsresten van de stad gevonden. De Lindenhof is nu een oase van rust midden in het drukke stadscentrum. Liefhebbers kunnen er een spelletje schaak spelen op "levensgrote" schaakborden. Dierenbezitters komen er een frisse neus halen, zowel voor zichzelf als voor hun dieren. Kinderen spelen er op de schommels en scholieren eten er in de pauzes hun boterhammen op, zittend op een bankje of op de rand van de fontein. En ondertussen buigen de talrijke toeristen zich over de oostelijke balustrade om te genieten van het schitterende uitzicht over de rechteroever van de rivier de Limmat, de levensader van de stad, die haar van zuid naar noord doorsnijdt.

St. Peter
Even voorbij de Lindenhof staat de oudste kerk van Zürich, de St. Peter. De enorme wijzerplaten van de toren trekken van alle kanten de aandacht. Het zijn de grootste van Europa: 8,70 meter in doorsnee! In de tijd van de kerkhervorming was Leo Jud hier predikant. Hij was zeer bevriend met Zwingli en wordt daarom wel eens vergeleken met Luthers vriend Melanchton. Hij was de eerste die een preek hield tegen de beeldenverering in de kerk. De gevolgen lieten niet lang op zich wachten: Een paar dagen later werden alle altaren in de St. Peter door onbekenden vernield, hoewel dat niet de bedoeling was geweest. Als Zwingli vandaag de St. Peter eens van binnen zou kunnen bekijken, zou hij blij verrast zijn: Wat een zitplaatsen, met die drie grote gaanderijen erbij! En dan de preekstoel! Precies zoals hij hem graag wilde hebben: groot, opvallend, in het midden van de scheidingswand tussen koor en kerk. Of de reformator ook zo opgetogen zou zijn over de prachtige I8e-eeuwse kristallen kroonlampen, valt te betwijfelen. Ook over het barokke stucwerk op muren en plafonds zou hij wel niet zo erg enthousiast zijn, want hij hield niet van frutsels en tierelantijnen in de kerk. Het ging om het Woord en dus om de prediking. Al het andere was maar bijzaak.

Fraumünsterkerk
De Fraumünsterkerk is de tegenhanger van de Grossmünster. Zij is ontstaan uit een voornaam middeleeuws vrouwenklooster. De tegenwoordige bezoekers worden vooral getrokken door de prachtige gebrandschilderde ramen van Chagall en van Giacometti. Vóór de Fraumünster staat, aan de oever van de Limmat, een standbeeld van Zürichs beroemdste burgemeester, Hans Waldmann. Hij maakte de stad tot wat zij in Zwingli's tijd was: het brandpunt van de Zwitserse federatie. De Münsterbrücke, die op deze plaats de oevers van de Limmat verbindt, heette vroeger de pelgrimsbrug. Er werden in Zürich belangrijke processies gehouden, die vanaf het Grosmünsterplein dwars door de Grossmünsterkerk, vervolgens door de Wasserkirche en dan over de brug naar de Fraumünster voerden. Achter de Wasserkirche, die ooit op een eiland in de rivier stond, bevindt zich een standbeeld van Zwingli. In de ene hand heeft hij een Bijbel, in de andere een zwaard.

Helm en zwaard
In het Landesmuseum, gelegen in een prachtig natuurlijk decor achter het Centraal Station, bewaart men in een vitrine de helm en het zwaard van Zwingli. Op de helm staat Zwingli's naam gegraveerd, met een datum: 11 oktober 1531. Het is de wapenrusting die hij heeft gedragen op de dag van zijn dood. De museumfunctionaris die mij de weg wees in het uitgebreide museum, vertelde dat de tegenstellingen in de Zwitserse federatie in het begin van de jaren dertig van de I6e eeuw zo hoog opliepen, dat een leger van Zürichers en een leger van de rooms-katholieke kantons onder leiding van Luzern in 1531 tegenover elkaar kwamen te staan in de buurt van het dorpje Kappel. De Ziirichers werden verslagen en Zwingli was een van de vele gesneuvelden.
De overwinnaars, op zoek naar buit, vonden en herkenden het lijk van de door hen zo gehate kerkhervormer. Ze verminkten het ontzielde lichaam op een gruwelijke manier. Het zwaard en de helm werden als overwinningstrofeeën meegenomen naar Luzern en daar bewaard. Tot aan de vorige eeuw. Toen ontbrandde er opnieuw een broederstrijd tussen de roomskatholieke kantons onder leiding van Luzern en de andere onder leiding van Zürich. Nu waren het de rooms-katholieke kantons die het onderspit moesten delven. Maar ze werden door de overwinnaars zeer mild behandeld. En als dank daarvoor heeft de stad Luzern toen de wapenrusting van Zwingli aan Zürich geschonken.

Ongekende verrassing
Het spreekt vanzelf dat een stad als Zürich de bezoeker veel meer te bieden heeft dan alleen maar herinneringen aan Zwingli. De befaamde Bahnhofstrasse toont Zürich van haar moderne kant: chique winkels met overdadige etalages. Zelfs voor de meest verwende klanten hebben ze nog wel iets exclusiefs. En aan het einde van deze promenade wacht de wandelaar een ongekende verrassing: waar het verkeer plotseling naar links en naar rechts afbuigt, staat hij ineens aan de oever van het Meer van Zürich, een langgerekte watervlakte, 27 km lang, ingeklemd tussen het aan weerszijden oprijzende bergland. Een rondvaart over deze Zürichsee is een onvergetelijk belevenis. Boottochten, die ook over de rivier de Limmat door de binnenstad voeren, beginnen bij het Landesmuseum, vlak achter het treinstation. Men heeft daar de keus uit verschillende mogelijkheden. Voor uitstapjes in de omgeving kan men zich het beste laten informeren bij het Verkehrsbüro.

Zwingli-tochtjes
Zürich is een geschikt vertrekpunt voor uitstapjes naar verschillende plaatsen die in het leven van Zwingli een belangrijke rol hebben gespeeld. Kappel, de plaats waar hij in de strijd tegen de rooms-katholieke kantons sneuvelde, ligt vlakbij. Men kan er de historische abdij bezichtigen. En buiten de bebouwde kom staat aan de kant van de weg een eenvoudig monument ter herinnering aan de dood van de reformator. Een andere mogelijkheid is een ritje naar de beroemde bedevaartplaats Einsiedeln, waar Zwingli pastoor was vóór hij in 1519 naar Zürich kwam. Van de Reformatie vindt men er niets meer terug, maar het indrukwekkende barokke kloostercomplex trekt elk jaar duizenden bezoekers. Iets verder is een uitstapje naar Glarus, Zwingli's "eerste gemeente". Daar heeft Zwingli weinig sporen nagelaten, in tegenstelling tot het dorpje Wildhaus, waar zijn geboortehuis als museum is ingericht.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 1996

Terdege | 80 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 1996

Terdege | 80 Pagina's