Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grepen uit de Letterkunde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grepen uit de Letterkunde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(23.)

P. C. Hooft. Nederlandse Historiën. I.

De ouderen van de lezers weten wel, dat de Gouden Eeuw in onze vaderlandse geschiedenis met zich bracht een grote bloei op het gebied van schilderkunst, letterkunde, bouwkunst en muziek. Wellicht vaag herinneren ze zich uit de schooltijd namen als Rembrandt, Potter, Vondel, Hooft. De scholieren kunnen heel gemakkelijk nog een tiental namen bijvoegen.

Het is niet de bedoeling over de Gouden Eeuw te schrijven, maar wel iets aan te stippen over Hooft als historieschrijver.

Pieter Cornelisz. Hooft was de zoon van Cornelis Pietersz. Hooft, burgemeester van Amsterdam. Hij werd 16 Maart 1581 te Amsterdam geboren en zou naar de wens van de vader koopman moeten worden, maar het bleek, dat Pieter zich zeer aangetrokken gevoelde tot de studie en de literatuur.

Het Muiderslot is innig verbonden met de literator Hooft. De 28ste Mei 1609 benoemde Prins Maurits Hooft tot baljuw van Naarden en Gooiland, drost van Muiden, slotvoogd of kastelein van het Muiderslot, hoofdofficier van de stad Weesp, van Weesperkarspel en Hoog-Bijlmer en kolonel der schutterij.

Dit Muiderslot is nog in zeer goede staat. Het is voor het publiek toegankelijk en zeer interessant om het niet alleen aan de buitenkant, maar ook van binnen te bezien.

Pieter Cornelisz. Hooft is beroemd geworden als dichter en als prozaschrijver. Over zijn verzen zullen we hier niet schrijven, maar alleen iets naar voren brengen over zijn beroemde werk: Nederlandse historiën.

Op rijpere leeftijd had Hooft het dichten vaarwel gezegd en wendde hij zich voor goed tot het proza. De 19e Augustus 1628 begon hij aan de Nederlandse Historiën en bleef er aan werken tot zijn dood toe. Het werk werd opgedragen aan Frederik Hendrik. Als beloning hiervoor ontving de schrijver een zilveren lampetkan en schotel. Door de brede opzet heeft hij slechts het tijdvak 1555—1587 kunnen beschrijven.

Tot nu toe waren de geschiedenisboeken slechts dor-

re opsommingen geweest van verschillende gebeurtenissen. Bij Hoofts werk werd het anders. Hooft schreef in de trant van Tacitus, Romeins geschiedschrijver die leefde tussen 54 en 117. Zodoende werd het werk een vereniging van waarheid, schoonheid en wijsheid, kortweg: een kunstwerk.

Van het werk wordt gezegd: „Hier ligt in zijn oorspronkelijke en fonkelende vorm de verhalenschat uit ons nationaal, uit ons levend en klassiek verleden weggeborgen, die wij al te vaak in verflauwde, verdofte, verwaterde vorm in de school-en leesboekjes van onze jeugd voorgeschoteld gekregen hebben." Hooft begint zijn werk aldus:

„Ik ga een werk aan, dat opgeleid is van lotwissel en menigerlei geval; gruwzaam van veldslagen, waterstrijden, belegeringen; bitter van twist; warrig van muiterij; beklad van moorddaad buiten de baan des krijgs; wrang van wreedheid, zelfs in pais 1 ). Voorspoed tegens, thans vrede met uitheemsen. Straks inwendige partijdigheid, en oorlog daaruit ontvonkt, 't Zelve plotseling gesmoord; en weder stilte, maar getergd. d' Inboorling onder zweep gebracht, en gedreven tot de wapenen. Voorts verstoren van steden, scheuren van kerken, verwoesten van landschappen, zeden en godsdienst. Terwijl men elkander plaagt, 's hemels plagen op de hals gehaald: aardbeving, pest, honger, harde winters, hoge watersnood, verdrenken van dorpen, volk en vee. Hoofden der regering verdreven. Vorsten om land en luiden geholpen-.) Alle oorden van Europa vervuld met ballingen. Feller woeden te hove. Wetten, herkomsten en handvesten met voeten getreden. Twee van de doorluchtigsten der Christenheid, treflijk getal van edelen op schavotten gestorven. .De Prins van Oranje, in 't hart van Holland, in 't midden van staatjonkers en lijfwacht, ontlijfd, zelfs 't heersend huis, maar aan twee levens hangende, aan tweeën gesplitst, en 's konings enige zoon-'i), 's lands naaste erfgenaam, door 's vaders bevel, ter dood gebracht. Menigte van mensen omgekomen door beulshanden, terzake van 't geloof. Onnozel bloed vergieten voor een ridderstuk geroemd. Een iegelijk de eigendom van hals en have in twijfel getrokken; thans uitdrukkelijk afgewezen; en degene, die men noch ketterij noch wederspannigheid wijten kon, oogluiking en dulding te last geleid. Afkomst en middelen voor misdaden gerekend, en geen gevaarlijker ding dan de deugd: voor al matigheid en bescheidenheid. Ook van schudden en schalken 1 ) 't verheffen immer zo hatelijk als hun schelmerijen: terwijl sommige aan bisdommen en priesterlijke hoogheid, andere aan wereldlijke ambten en eren, als in roofgoed geraakt, alles dreven en droegen, draaiende de regering op hun duim. Burger tegen burger, maar tegen maag opgehitst; en die 't aan vijand gebrak, van zijn vrienden verraden."


!) vrede.

2) beroofd van land en volk.

3) Don Carlos, zoon van Filips II, half krankzinnig, in de gevangenis gestorven of heimelijk vermoord.

*) deugnieten en schelmen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1950

Daniel | 12 Pagina's

Grepen uit de Letterkunde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1950

Daniel | 12 Pagina's