Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De krachtdadige verandering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De krachtdadige verandering

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag, die ik in dit artikel nog eens aan de orde stel, is of ieder gelovige bij zichzelf een krachtdadige verandering moet kunnen vaststellen. De vorige keer heb ik Smijtegelt sprekende ingevoerd, over de kleine kinderen, die van hun jeugd aan door de Heilige Geest bearbeid worden. Deze kennen dus aan het begin geen krachtdadige verandering, die bestaat in een overgaan uit de staat der natuur in de staat der overtuiging. Paulus kende deze wel. Hij geeft daar op tweeerlei wijze uitdrukking aan. Als hij vertelt van zijn reis naar Damaskus maakt hij er melding van hoe de Heere Jezus hem verscheen en heel zijn levensweg veranderde. Maar ook in Romeinen 7 is van zo'n krachtdadigde verandering sprake. Daar schrijft de apostel hoe hij eertijds zonder wet leefde, maar dat in een bepaalde tijd de wet bij hem ingekomen is, d.i. subjectief tot kennis van de apostel gekomen. Dat heeft bij Paulus een krachtdadige verandering gewerkt, want toen het gebod met zijn eis tot hem kwam, leefde bij hem de zonde op en ging deze zich openbaren in ongehoorzaamheid en overtreding. Wat gebeurde er toen? Toen is hij gestorven, d.w.z. hij werd krachtdadig overtuigd van zijn geestelijke en eeuwige dood. Dat is Paulus.

Nu zegt men tegenwoordig vaak, dat men niet meer als deze grote apostel bekeerd behoeft te worden. Is dit wel zo? Staat dat helemaal vast? En nu bedoel ik niet het bijzondere van de ontmoeting voor Damaskus. Dat is eenmalig. En zo bedoel ik ook niet dat wij allen weggehaald moeten worden van de kermis of van het voetbalveld op zondagmiddag of uit de bioscoop of uit een vrijzinnig of ander onrechtzinnig geloof. Die uiterlijke krachtdadige omkering zal wel niemand als eis stellen en wie dat doet is er m.i. naast.

Maar nu dat sterven van Paulus, kunnen wij dat ook missen? Men spreekt dan van een verbondsmatige bekering. Ik vind het best, als het maar een ware bekering is. Doch bedoelt men daarmee, dat men het sterven aan de wet kan missen, dus het overtuigd worden van zonde en vloek zover, dat men weet, dat het met ons volkomen uit en verloren is? Daar zet ik een vraagteken. Dat vraagteken kan weg, zegt een ander, want wij moeten niet bekeerd worden zoals Paulus, doch zoals Timotheüs.

Hier stel ik de vraag: Hoe is Timotheüs bekeerd? Welke weg heeft hij gehad? Want dit staat toch wel voor alle partijen vast, dat er een wonder moet gebeuren aan elk mens. Wij moeten allen wedergeboren worden en krachtdadig bekeerd. Dat er een krachtdadige bekering nodig is zal toch ook wel niemand betwijfelen, want zonder de werking van de Heilige Geest, de bijzondere krachtdadige werking, kan niemand een stap ten goede doen, meende ik. Dit betekent evenwel niet, dat er een bijzondere verandering aan de buitenkant openbaar behoeft te komen. Als we het hierover eens zijn, behoeven we alleen maar verder te bespreken, waarin die krachtdadige verandering van binnen bestaat. Dat zou dan bij Timotheüs veel gemakkelijker zijn verlopen dan bij Paulus. Ik vraag echter: Waar grondt men dit op? Was het bij Timotheüs in wezen anders? Over de mate behoeven we dan niet te twisten. Ik neem aan, dat Timotheüs geen vervolger van de gemeente Gods is geweest. Maar behoefde hij daarom niet te sterven aan het zalig worden door de wet?

V/acht nu eens even, zegt iemand, er staat toch van Timotheüs: En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is" (2 Tim. 3 : 15). Inderdaad, zeg ik, maar heeft Paulus de Schriften niet geweten van kindsbeen af? Dat wij in Gods Woord opgevoed worden betekent helemaal niet, dat wij dan geen krachtdadige verandering behoeven te ondergaan. Denk maar aan Paulus. En hoe weet men nu eigenlijk, dat het voor Timotheüs niet

een grote overgang is geweest, toen hij in Christus Jezus begon te geloven? Iemand zegt: et geloof heeft hij toch gekregen van zijn grootmoeder en moeder? Ja, zeg ik, zo wordt het haast voorgesteld. Genade is een erfgoed, dus een goed dat bij de wet overgaat op het kind. Ik geloof er niets van. Het is telkens weer Gods bijzondere genade als er een verbondskind tot die grote verandering komt, dat hij, die van nature een vijand van God en Zijn dienst is, geroepen en getrokken wordt uit de duisternis. Dat zal toch altijd moeten gebeuren, al zou het in ons eerste levensjaar zijn. En dat zal toch op een bijzondere wijze openbaar komen. Als een jongen of een meisje gezeggelijk is en niet weigert om naar kerk en catechisatie te gaan, is op zichzelf toch nog geen bewijs van die totale omkering en wedergeboorte, waarvan de Schrift spreekt. Wat waren de farizeeën godsdienstig en wat was Nicodemus godsdienstig en zoekend en wat was Paulus godsdienstig. Hij schrijft in 2 Tim. 1 : 3: , Ik dank God, wien ik dien van mijn voorouderen af in een rein geweten." Als men dit leest zou men denken, dat de grote heidenapostel zeker niet zo'n krachtdadige bekering nodig had. Hij heeft, evenals zijn voorvaderen, God gediend in een zuiver geweten. Maar, zegt dr. C. Bouma: Dat is niet, objectief, een dienen van God op de rechte wijze en uit een nieuw hart, maar alleen, subjectief, ongehuicheld, in de eerlijke overtuiging, dat zo God moest worden gediend, en met grote niets nalatende ijver."

Deze verbondskinderen, die met een rein geweten op deze wijze God dienen en de Schriften weten van kindsbeen af, hebben echter nochtans een totale omzetting nodig. Paulus is daarvan een bewijs. Nicodemus ook en vele anderen. Ik meen dat hetzelfde geldt van Timotheüs. Hij verschilde niets van Paulus. Ook hij begon als jodenjongen en is opgegroeid in de joodse leer der zelfrechtvaardiging. Op grond waarvan kunnen wij vermoeden, dat Timotheüs van kindsbeen af geworteld en gegrond is geweest in de gerechtigheid, die uit het geloof is? In zijn jonge jaren kende hij de Christus niet. Trouwens zijn grootmoeder en zijn moeder kenden toen de Heere Jezus ook niet. Wat is er toen gebeurd? De prediking van het evangelie is in hun leven gekomen en toen zijn de grootmoeder en de moeder van Timotheüs overgegaan tot het Christendom. Het geloof is op een bepaald tijdstip in hun 'harten komen wonen, eerder dan in het hart van Timotheüs.

Terwijl Paulus zijn brief schrijft, denkt hij aan het ongeveinsd geloof, dat in Timotheüs woont en dat eerst (= eerder) kwam wonen in de grootmoeder en de moeder. Hieruit volgt, dat de beide laatsten eerder door Christus overwonnen zijn, maar er volgt niet uit, dat het voor de geliefde geestelijke zoon van Paulus zo gemakkelijk is geweest en zeker niet, dat hij van zijn prille jeugd af in Christus heeft geloofd. Dat is zelfs uitgesloten.

Misschien kan iemand mij nog wel eens uitleggen, waarin het kenmerkende van de bekering van Timotheüs bestaat, zodat hij voor ons allen het patroon mag zijn in tegenstelling met Paulus.

Iemand schreef mij: „Dominee, de bijbel spreekt over twee bekeringen: de bekering van Paulus, d.i. de krachtdadige bekering, en de bekering van Timotheüs, d.i. de geleidelijke bekering." Daar zit ik nu met mijn blijkbaar geringe bijbelkennis, want ik kan nergens vinden, dat de bekering van Timotheüs geleidelijker of minder krachtdadig is geschied dan die van Paulus. 'k Kan best waar zijn, doch wat voor grond hebben we in de Schrift om dat te zeggen? Nog eens: ik geloof, dat ieder mens krachtdadig bekeerd moet worden, maar niet minder ben ik ten volle overtuigd van het geleidelijke. Ook hangt voor mij de waarheid van een bekering niet af van de uitwendige verschijnselen. Ook als iemand een trouw kerkelijk leven heeft geleid, kan zijn bekering oprecht zijn, al verandert er in dit uiterlijk leven niet zoveel. Dit sluit echter een grote innerlijke verandering niet uit. Paulus diende niet de wereld, maar God in een rein geweten, zoals hij zegt. Nochtans overkwam hem die grote verandering, dat hij stierf, zoals we zagen, toen de wet inkwam. En nu vraag ik nog eens: hoe zou men deze dood willen of kunnen ontlopen?

Ik pleeg Comrie nog wel eens aan te halen. Als u dat doet, schrijft mij een aardige oudere ouderling uit de Gereformeerde Kerken, moet u het ook goed doen. Dat vind ik ook. Hij meent nu, dat Comrie deze krachtdadige verandering niet eist. Nu zeg ik nog eens: het hangt er van af, wat men daaronder verstaat. Als men bij de term „krachtdadige verandering" denkt aan een rukken uit een wereld leven of dat men tijd en wijze weet, waarop er een grote verandering in ons kwam, dan zeg ik ook: Paulus heeft dit gehad en Timotheüs ook, maar ik kan mij voorstellen, dat iemand tijd en plaats en wijze niet zo precies kan noemen. Dan betreft het de wetenschap en het zichtbare van de grote verandering. Doch al wordt een bepaalde wetenschap gemist, dan kan nochtans de zaak zelf niet gemist worden.

Daar is nog wat. Laat ik nu eens even mogen spreken in de gedachtegang van: de een is als Paulus en de ander als Timotheüs. Wat zien we dan gebeuren? Die van Timotheüs menen te zijn, verklaren menigmaal die van Paulus als randfiguren. Misschien zijn het nog wel gelovigen, maar dan toch wonderlijke. Zij zelf zijn de normalen. Omgekeerd zien de mannen die voor een bekering met duidelijke overgangen ijveren, zoals bij Paulus en Timotheüs en Luther en Calvijn en Schortinghuis en duizenden anderen, geen werkelijke bekering in de mannen, die zeggen: wij zijn als Timotheüs. Zij zien vrome mensen, gelovige mensen, maar ze missen de diepte van het verloren gaan, van het zondaar worden voor God en schuldenaar. Ik doe hiermee geen uitspraak, doch leg alleen de feiten bloot, de droeve feiten. Want als het goed is mag het zo niet zijn.

Ik geloof wel, dat er verschillen zijn, doch als het goed ligt herkennen Gods kinderen elkaar. Men zegt, dat er twee wijzen van bekering zijn en men zegt: ik ben van Timotheüs. Maar Paulus en Timotheüs waren de innigste vrienden. Die voelden geen tegenstelling. Ik geloof, dat er wel 28 wijzen van bekering zijn, maar al komt dat volk uit verre landen, hun harten smelten samen ineen. Kijk, als dit gemist wordt, dan hapert er iets. En als er geen liefde tot Gods volk is, dat geleid wordt als Paulus, zullen we nu maar zeggen, kan men wel roepen: ik ben precies als Timotheüs, maar dat zal dan uit de liefde moeten blijken.

Overigens ben ik er ook van overtuigd, dat de overgangen bij de een veel geleidelijker verlopen dan bij de ander. Doch dat plotselinge of geleidelijke maakt de waarheid der bekering niet uit. Het komt er op aan, dat we allen op dezelfde plek uitkomen, nl. daar, dat we sterven aan de wet en overgaan met bewustheid in Christus Jezus. De drie stukken moeten al Gods kinderen leren en als verlorenen voor God komen en dus hoort er voor ieder bij, dat men een mishagen aan zichzelf heeft en leert dat men onbekwaam is tot enig goed en dus ook onbekwaam om te geloven uit en van zichzelf.

Maar wat zegt nu Comrie, vraagt misschien iemand, dat u voor uw lezers ver-

zwijgt? Dat ga ik u de volgende keer vertellen, dan kan het in één artikel met de uitleg er bij, want niet ieder kan gemakkelijk lezen, wat er bedoeld wordt. Nu nog alleen dit. De ouden hebben ijverig hun best gedaan om te wijzen op de noodzakelijkheid van het geloof in Christus en om met behulp van kenmerken de gekrookte rieten op te richten. Wat zien we nu gemakkelijk gebeuren? Dit, dat wie de kenmerken heeft, het niet durft te geloven en denkt: zou het wel waar wezen? Ik kan toch niets beginnen zonder de vrede in Christus. Maar die alleen maar gevoelig godsdienstig is, zonder recht aan zichzelf ontdekt te zijn, eigent zich alles toe. Hij heeft schuldbesef en hongert naar Christus en hij ijvert voor Gods geboden en hij twijfelt ook wel en zo neemt hij alles. Maar Gods ware volk wordt van dag tot dag armer en ellendiger in zichzelf, totdat zij niets meer zijn. En dan komt het er niet op aan of zij dat plotseling of geleidelijk zijn geworden. Het komt maar op één ding aan, nl. dat wij niets worden in onszelf en Christus alles.

Wanneer dit de ervaring wordt van de Paulusmannen en de Timotheüsmannen, als ik ze zo, zij het ten onrechte, nog eens noemen mag, vallen de verschillen weg. Maar wat ik smartelijk mis in hen, die zich Timotheüsmannen noemen is dit, dat zij niet weten van verloren gaan in zichzelf. De uitdrukking van Thomas Boston haalde ik de vorige keer reeds aan: , , Ik zou verloren gegaan zijn als ik niet verloren gegaan was." Christus is alleen voor hen, die op deze wijze verloren gaan in zichzelf. Paulus noemt dat een sterven. , , Toen de wet ingekomen is, ben ik gestorven." Of men dan ineens of langzaam sterft, dat kan buiten beschouwing blijven. Als men maar sterft. En in dit punt ligt m.i. het verschil.

Wat is sterven? Als u dit uitgebeeld wilt vinden leest u maar van Thomas Boston: De viervoudige staat, en dan het gedeelte dat handelt over het afgesneden worden van de oude Adam. Men kan van Comrie de eerste predikatie lezen uit zijn Eigenschappen. Ik geloof, dat wie waarlijk door God geleid wordt, in deze geschriften de hand van des Heeren Geest herkent en er zich van harte één mee gevoelt. De verandering, die de mens moet ondergaan is altijd krachtdadig, ze is soms met plotseling uitschieters, doch in de regel geleidelijk. Het werk Gods stopt in dit opzicht niet, voordat de mens geheel ontledigd is en verdoemelijk voor God en rust dan niet voordat hij in Christus rust heeft gevonden. Dit krachtdadige werk is onmisbaar. Leert de Schrift u iets anders?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 september 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De krachtdadige verandering

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 september 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's