Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De triosynode over de sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De triosynode over de sacramenten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de triosynode was ook de bespreking van doop en avondmaal een aangelegen zaak. De sacramenten raken immers het hart van de verkondiging en van de belijdenis der kerk.

Met betrekking tot de doop lag er een amendement, dat twee dingen beoogde: a. een duidelijker verwoording van het feit, dat de doop opkomt uit Gods genadeverbond, en b. de 'voorrang' van de kinderdoop.

Ds. H. J. Lam (hervormd, classis Ommen) merkt daarover op:

Graag wil ik bij het kerkorde-artikel over de doop een pleidooi houden voor twee zaken:
1. Voor de opneming van de woorden 'Krachtens Gods genadeverbond'. Daar is het een en ander tegen te zeggen, bijvoorbeeld dat in artikel III-1 al over het verbond is gesproken, of dat wij bezig zijn een kerkorde op te stellen, die zich kenmerkt door sober woordgebruik en herhaling wil vermijden, of dat deze woorden niet nodig zijn, omdat het impliciet bedoeld is.

Maar is er nog niet veel meer voor te zeggen? a. Wij proberen een kerkorde op te stellen met een belijdende ondertoon. Op bepaalde momenten moet die toon toch door de oppervlakte heenbreken. Hebben we hier niet zo'n moment? b. Eén van de punten van kritiek op de nieuwe kerkorde is dat het verbond niet die plaats heeft, die je verwachten mag in de grondslag van een kerk, die haar wortels heeft in de Reformatie. Juist de doop is een uitgelezen moment om het verbond ter sprake te brengen. Ik hoop dat deze argumenten vóór het winnen van argumenten tégen. De argumenten vóór verdienen dat ook, omdat ze m.i. meer theologisch van aard zijn, terwijl de argumenten tégen meer theoretisch zijn.

2. In het verlengde hiervan pleit ik er krachtig voor om in dit artikel uitdrukkelijk op te nemen dat de doop aan kinderen bediend wordt. Dat hoeft toch in een kerk, die wegkomt bij Luther en Calvijn, geen punt van discussie te zijn. De huidige hervormde kerkorde heeft dat aangevoeld door als volgt in te zetten: 'De Heilige Doop wordt aan de kinderen der gemeente bediend'. De kleine kinderen der gemeente moeten gedoopt worden, zegt onze belijdenis. De formulering 'voor wie of door wie' in het concept is de vraag. Waar wij willen staan in gemeenschap met de belijdenis van het voorgeslacht, moet er een dooppraktijk zijn, die daarmee in overeenstemming is. Het advies van de KOA is in dezen ook duidelijk.

Ik eindig met de schone verwoording van de Heidelbergse Catechismus: 'Zal men ook de jonge kinderen dopen? - Ja het; zij moeten door de doop in de christelijke kerk ingelijfd worden'.

Tijdens de vergadering werd genoemd amendement samengevoegd met dat van ds. E. Westrik (hervormd, classis Dordrecht), dat een gelijke strekking bezat. Het geheel werd echter verworpen. Overigens stemden vijftig synodeleden (onder wie het merendeel hervormd) voor.

Wat betreft het artikel over het avondmaal: hiervoor was een amendement ingediend, dat als volgt luidde: 'Tot de maaltijd des Heeren zijn genodigd zij, die belijdenis des geloofs hebben afgelegd'. De nieuwe kerkorde wil - via artikel IX-3 - namelijk ook ruimte geven voor 'kinderen aan het avondmaal'.

Hierover zei ds. Lam:

Mijn voorstel tot herformulering van artikel IX heeft tot doel de trits doop-belijdenis-avondmaal te bewaren. Zoals de doop de deur is, waardoor men de gemeente van Christus wordt binnengedragen (zoals dat mooi verwoord is in het advies van de werkgroep kerkorde), zo is de belijdenis de deur, waardoor men aangaat aan het avondmaal. De kerk der Reformatie heeft aan deze trits, aan deze volgorde grote waarde gehecht. Bij de (kinder)doop gaat het om de breedheid van het verbond, bij het avondmaal om de heiligheid en de heerlijkheid van het verbond. Dat dat laatste in de gemeente beseft wordt, daarom is er de catechese en de openbare geloofsbelijdenis. Het recht om avondmaal te vieren wordt uitdrukkelijk verleend. Rond het avondmaal verzamelt zich de gemeente, die ernst maakt met de gehoorzaamheid aan Christus. Een hele kerkelijke structuur, misschien moet ik wel zeggen: een hele geloofsstructuur, is hier in het geding. Gelukkig ben ik daarom allerminst met de zinsnede in het advies van de werkgroep dat de ruimte, die er momenteel is voor verschillende wijzen van avondmaal vieren, gelegitimeerd wordt. Hoe is die ruimte er gekomen? En hoe noemen we dat dat een bepaalde stand van zaken achteraf gelegitimeerd wordt?

Met het wel of niet vasthouden van de trits doop-belijdenis-avondmaal staat of valt naar mijn overtuiging de gemeenschap met de belijdenis der Reformatie (zoals die in artikel 1-4 verwoord is). Daarom stel ik voor om lid 3 van artikel IX te laten vervallen. Hier hebben we niet te maken met een kwestie van vrijheid of van pluriformiteit. We moeten ervoor waken dat we geen kerkorde krijgen, waarop het woord van de president van het Oberkonsistorium in Beieren aan het begin van deze eeuw van toepassing is: in middelmatige zaken is er dwang, in hoofdzaken willekeur.

Ds. H. Hortensius (gereformeerd, PS Gelderland) waardeerde het dat er rond het avondmaal sprake is van een grote diversiteit. Iedereen, die zich aangesproken weet door het geheim van het evangelie, is welkom.

Ds. D. Breure (hervormd, classis Breukelen) zei in het onderhavige artikel twee elementen te missen: de oproep tot zelfonderzoek en het gegeven dat het er bij het avondmaal om gaat dat wij Christus door een een waar geloof zijn ingelijfd.

Namens de werkgroep kerkorde antwoordde prof. dr. J. P. Boendermaker (evangelisch-luthers) dat het concept een intens respect voor elke gewoonte van avondmaalsviering aan de dag probeert te leggen. Dat kan ook niet anders, waar het gaat om het geheimenis van de ontmoeting met Christus. In de VPKN mag iedere kerkenraad blijven bij de gewoonte, die in de desbetreffende gemeente heerst, tenzij men iets anders beslist. Van willekeur is echter geen sprake. Door hem is het ervaren als een geschenk van de Geest dat min of meer op eenzelfde moment in Europa de behoefte ontstond om kinderen op jongere leeftijd in te leiden in het wonder van het avondmaal.

Het resultaat van de beraadslagingen was dat het voorstel van de werkgroep werd aangenomen en het amendement werd verworpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

De triosynode over de sacramenten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's