ZETjes

AMBTSJUBILEUM

Op de eerste februari hoopt ons medehoofdbestuurslid Ds Vergunst te Veen zijn 25-jarig ambtsjubileum te herdenken. Op donderdag 6 februari hoopt Ds Vergunst voorts in de kerk te Veen een gedachtenisrede uit te spreken. Op de dinsdag die daaraan voorafgaat, te weten 4 februari, zal er een informele bijeenkomst zijn, waar de mogelijkheid bestaat om Ds Vergunst geluk te wensen. Beide bijeenkomsten zullen D.V. om 7 uur beginnen. Namens het Hoofdbestuur en heel de partij wil ik op deze plaats Ds Vergunst alvast toebidden dat overeenkomstig de plannen de samenkomsten doorgang mogen vinden en dat het aan onze vriend en collega gegeven moge zijn om met dankbaarheid en verwondering in het hart te gedenken de weg, waarlangs hem de Heere deze afgelopen 25 jaar heeft willen leiden. Wie ben ik en wat is mijn huis, dat Gij tot hiertoe ons geleid hebt? Willicht is er nog gelegenheid op een en ander terug te komen naderhand. Wij hopen dat het Ds Vergunst ook niet ontbreken zal aan belangstelling uit het midden van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

WERKGELEGENHEID

Waar het Ds Vergunst mogelijk aan heeft ontbroken, stellig niet aan veel en velerlei werk, dat moest worden verricht. Hij zal ongetwijfeld als zovele van zijn collega's moeten klagen dat er veel arbeid ongedaan bleef, terwijl het nodig had moeten gebeuren.

Onder die omstandigheden is het vaak moeilijk te begrijpen hoe er mensen zijn voor wie de gelegenheid ontbreekt om het werk te doen dat zij gewoon zijn te doen, dat zij jaren hebben verricht en waarvoor zij vaak een kostbare en langdurige opleiding hebben gevolgd. Niet ieder zal even gebrand zijn aan het werk te gaan, maar voor velen is het toch wel een dagelijks en pijnlijk kruis. Zojuist berichtte de krant dat er einde 1974 bijna 190.000 mannen en vrouwen zonder werk waren. Weliswaar geeft het winterseizoen altijd hogere cijfers te zien. Vandaar ook dat de deskundigen het getal zogezegd corrigeren op seizoeninvloeden. Maar ook na die correctie is het cijfer alarmerend hoog. Bijkans 200.000.

Wat zien wij dat de mens met zijn bekwaamheden en kennis - hoe ook gespreid - beschaamd staat, omdat hij het probleem niet tot een oplossing kan brengen.

Ik herinner mij als de dag van gister dat in de naoorlogse jaren vol optimisme hoog werd opgegeven van de economische capaciteiten van de deskundigen. Een werkeloosheid als in de dertiger, de vooroorlogse, jaren zou ons nimmer meer teisteren. De wetenschap beschikte wel over een instrumentarium om zoiets te voorkomen. Hoe blaast de Heere in ons gepoch van de hoge toren. De waren wetenschapsman wordt gesierd door bescheidenheid. Wanneer de Heere onze pogingen zegent, zou er een oplossing of verbetering kunnen intreden. Dat is andere taal. De taal van de bescheidene.

Wij mogen allen gedenken die het moeilijk hebben omdat zij gebukt gaan onder het leed van de werkloosheid.

BOUW

Vooral in de bouw heeft het euvel van de werkloosheid hard toegeslagen. Allereerst een gevolg van falend bouwbeleid. Links heeft laatdunkend en verachtelijk gesproken over het bouwbeleid van vorige kabinetten. Hun woordenboekje zou goede diensten kunnen doen om het huidige beleid te gispen.

Het departement pompt subsidie na subsidie in de stagnerende bouw. In deze bedrijfstak zou het aantal werkloze werknemers boven de 50.000 uitstijgen. Ook de pendelaars uit West-Duitsland keren terug zonder werk. Weliswaar moet ook gezegd worden dat de woningbouwmarkt stilaan verzadigd raakt. Er is nog veel kwalitatieve behoefte, maar kwantitatief is de grote nood voorbij. Vandaar moet ook omgezien worden naar andere bouw dan die van woningen.

WIEGEL

De liberale oppositieleider, Wiegel, heeft reeds te kennen gegeven, behalve dat hij de kans dat het kabinet Den Uyl de rit uitzit vrij wat minimaler ziet dan deze zomer, hij zijn fraktie wil voorstellen om te interpelleren over bovengenoemd hoog werkloosheidcijfer. Wij naderen de 200.000.

Daar heb je het alweer. De agenda voor de periode tussen Kerst- en Paasreces, die al keurig is uitgekiend wordt zo­ doende belast met een interpellatie die allicht een dag opgeslokt. Welke volgen? Ook de vakverbonden willen 22 februari de werkloosheid aan de orde stellen.

AGENDA

Om een indruk te gevan wat de Kamer de weken tussen Kerst en Paas te doen staat geef ik graag een opsomming. Mogelijk zijn er lezers die over een of ander onderwerp de kamerleden willen informeren. Er zijn altijd van die specieke informaties, die je ergens van de betrokkenen zelf moet krijgen.

Welnu in de week van 21 jan. komt de nota Grond- en Kieswet ter sprake. Spijkers waarschijnlijk zonder koppen over de opruiming van de Eerste Kamer, over gekozen kabinetsformateur en districtenstelsel; stokpaardjes zo dood als de partij die ermee kwam opdraven. In diezelfde week begint de Kamer met de Begroting Visserij en Milieuhygiëne. In de week van dinsdag 28 januari wordt gestemd over de Grondwetsaffaire, Visserij en Milieuhygiëne worden afgemaakt en met de Selectieve Investering wil de kamer komen tot de stemmingen, die plaats zullen vinden in de week van 4 februari. In diezelfde week beginnen de Begrotingen van Justitie en Civiele Verdediging. Voorts komt nog aan de orde een wetsoniwerp over de Coming-backservice, een woord dat waarschijnlijk slechts degenen die ermee te maken hebben begrijpen. Dan zitten wij al bij de week van 11 februari. Als alles zonder interpellaties en soortgelijk oponthoud goed is verlopen, wordt gestemd over Justitie en kan de Begroting CRM aan de orde komen. Coming-Backservice gaat verder en Osloverdragen komen in bespreking. In de week van 18 februari wordt pas over de Comingback gestemd, voorts gaat de Kamer zich buigen over Zelfstandigenaftrek, terwijl er nog een staartje CRM op de agenda staat. De laatste dag van de week, de donderdag, komt de Begroting Verkeer en Waterstaat aan de orde. Daar gaat de Kamer in de week van 25 februari mee door en evenzo met Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking.

Na die Begrotingsbehandeling hebben wij de maand maart bereikt. Voor maart zijn er nog drie weken met begrotingen en wetontwerpen gevuld. Ik wil dat voorlopig maar even buiten beschouwing laten, want er zullen stellig naar mate wij verder komen wijzigingen optreden.

GEWESTYORMING

Behalve de begrotingen, die overigens elk jaar terugkomen, staat er nog zoveel meer op het program, zodat je je afvraagt wanneer moet dat allemaal volgens de regels van de kunst op een fatsoenlijke manier de kamer passeren. Al die nota's. Onder andere een hele klas vol van Onderwijs. Als de Kamer aan elke nota individueel de nodige aandacht wil geven, moeten er nog heel wat woorden vloeien. Overigens worden vele nota's over tijd geboren. Komen zij dan niet terstond in bespreking dan wil het geval dat zij - vooral wanneer een kabinetswisseling zich inmiddels voltrekt - nog wel eens zijn achterhaald door een volgende nota over dezelfde aangelegenheid.

Een kwestie waarover uitentreuren is gesproken is de gewestvorming. Onze gemeenteraadsleden weten er alles van. De Commissaris van Gelderland, mr. Geertsema, gaf dezer dagen te kennen dat hij niet ziet dat de gewestvorming zijn beslag krijgt voor 1985. Mr. Geertserna kan het weten, want hij heeft er tegenaangekeken van alle mogelijke kanten. Als gemeenteambtenaar, als raadslid, als burgemeester, als departementaal ambtenaar, als minister en nu als Commissaris.

De visie van de Commissaris is niet bemoedigend voor zijn griffier en voor de griffiers van de andere provincies, die zich onlangs hebben beklaagd over jde trage en vreemdsoortige manier, waarop de gewestvorming tot stand komt. Zij beweren dat de nota ruimtelijke ordening nauwelijks een bladzij wijdt aan de bestuurlijke problemen, dat eindelijk eens moet worden uitgemaakt hoeveel bestuurslagen er moeten komen en dat herindelingsplannen lijden onder de voortbestaande onzekerheid. Tenslotte biedt de structuurschets over bestuurlijke indeling nauwelijks houvast, laat staan een bijdrage tot de discussie omdat over het takenpakket weinig vaststaat.

Het gaat op zijn elfendertigst met de gewesten. Volgens gezaghebbende uitleggers heeft dat elfendertigst te maken met de voormalige bestuurlijke indeling van de provincie Friesland, die elf steden telde en dertig grietenijen.

RAADSLEDEN

Minister De Gaay Fortman kwam met een wetsontwerp, waarin geregeld wordt dat voortaan raadsleden geen presentatiegeld meer krijgen, maar een jaarlijkse schadeloosstelling, althans een vaste vergoeding. Voor grote gemeenten f 15.000 plus een onkostenvergoeding tot f 2500. Niet iedereen is compleet gelukkig met dit voorstel. Hoe zou het kunnen, er zijn altijd bezwaren. Voor sommigen is wat meer of minder nauwelijks doorslaggevend. "Wij blijven toch amateurs, terwijl het werk hoe langer hoe ondoorzichtiger wordt", klagen ze. Het raadlidmaatschap zou een beroep moeten worden.

Doch ook daaraan zijn aanzienlijke bezwaren verbonden. Overigens ligt het wel in de bedoeling van het wetsontwerp althans dat wordt aanbevolen, om een deel van de vergoeding toch als presentiegeld aan het raadslid te laten toekomen.

Wij laten hieronder volgen het persbericht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken over de voorgestelde financiële regeling voor de raadsleden.

GELDELDKE VOORZIENINGEN VOOR GEMEENTERAADS-EN COMMISSIELEDEN

Gemeenteraadsleden zullen in plaats van het nu gebruikelijke bedrag per vergadering een vaste jaarlijkse vergoeding krijgen. Dit althans is het voorstel van minister De Gaay Fortman (Binnenlandse Zaken) in een vandaag aan de Tweede Kamer aangeboden wetsontwerp.

Zoals bekend, is de hoogte van de huidijje vergoeding voor gemeenteraadswerk zodanig dat sprake is van een financiële belemmering bij de uitoefening van het raadslidmaatschap. Dit blijkt uit het onlangs verschenen rapport "Een Goede Raad" van de commissie-Merkx, ingesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Op de adviezen die deze commissie in haar rapport geeft, is het thans ingediende wetsontwerp in belangrijke mate gebaseerd.

Het wetsontwerp stelt voor, het thans in de gemeentewet vastgelegde systeem van presentiegelden - een vergoeding per bijgewoonde vergadering - te vervangen door een vast bedrag per jaar, plus een tegemoetkoming in de kosten. Deze vergoeding en tegemoetkoming zal de gemeenteraad bij verordening moeten vaststellen, volgens de regels van een nog vast te stellen algemene maatregel van bestuur. Voor de leden van gemeentelijke commissies die géén lid van de gemeenteraad zijn blijft het stelsel van presentiegelden gehandhaafd, zij het ook naar bij algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regels.

De voorgestelde voorziening bestaat uit twee onderdelen. Raadsleden die geen burgemeester of wethouder zijn, zullen een jaarlijkse vergoeding voor hun werkzaamheden krijgen. Deze vergoeding houdt zowel een element van derving van inkomsten, alsook een zekere honorering van de geleverde prestatie in. De commissie-Merkx stelt voor de hoogte van de vergoeding te bepalen op 1/5 van de wedde van een wethouder. De minister wil voor de eerste keer de bedragen die de commissie voorstelt als uitgangspunt nemen, en ze jaarlijks (per 1 januari) herzien aan de hand van een nog nader te bepalen loonindexcijfer.

Naast de vergoeding voor de werkzaamheden zullen de raadsleden ook een tegemoetkomen in de onkosten krijgen. De commissie-Merkx heeft de onkosten van een raadslid (o.a. portoen telefoonkosten, reiskosten, representatiekosten, aantrekken van hulp) onderzocht en aan de hand daarvan voorstellen over de hoogte van de tegemoetkoming gedaan. Het is de bedoeling dat deze tegemoetkoming in de onkosten niet tot het belastbare inkomen zal behoeven te worden gerekend.

Om recht te doen aan de plaatselijke autonomie en omstandigheden zal de gemeenteraad zelf zowel de vergoeding als de tegemoetkoming op jaarbasis bij verordening vaststellen, zij het aan de hand van regels die bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld. Deze a.m.v.b. zal voor de verschillende categorieën gemeenten de maximumbedragen aangeven. Minister De Gaay Fortman wil de gemeenten daarbij de vrijheid geven om ten hoogste 50% naar beneden af te wijken van deze bedragen. (De commissie-Merkx wilde een afwijking van maximaal 10% - zowel naar beneden als naar boven - toestaan.) Daarnaast moet de raad de mogelijkheid krijgen een deel - gedacht wordt aan 20% - van de vergoeding als presentiegeld te bestempelen.

Toekenning van dit deel geschiedt dus alleen indien de vergaderingen van de raad of van de commissie zijn bijgewoond.

De vaste vergoeding voor raadsleden is ook bestemd voor hun werkzaamheden als commissielid. Naast een regeling voor raadsleden, moeten er ook goede voorzieningen worden getroffen voor leden van gemeentelijke commissies, die géén lid van de gemeenteraad zijn. Het betrekken van deze niet-raadsleden bij de werkzaamheden wordt van groot belang geacht.

In het ontwerp wordt voorgesteld de gemeenteraad de bevoegdheid te geven voor deze niet-raadsleden een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen vast te stellen. Nadere regeling hiervan zal eveneens bij algemene maatregel van bestuur geschieden. Daarbij zullen ook maximumbedragen worden vastgesteld.

Het nu ingediende wetsontwerp heeft slechts betrekking op de financiële zijde van de positie van het raadslid. Een aantal andere problemen met betrekking tot het functioneren van het raadslid komt hierin niet aan de orde. De voorstellen van de commissie- Merkx raken, volgens de bewindsman, een terrein, waarop nog duidelijk ontwikkelingen gaande zijn. De huidige gemeentewet geeft de gemeentebesturen voldoende ruimte om gewenste verbeteringen tot stand te brengen.

Voorts meent de minister dat de toekomstige gewestvorming invloed op het gemeentelijke bestel zal hebben, waardoor een algehele herziening van de gemeentewet nodig zal zijn. In dat kader zullen ook de suggesties van de commissie-Merkx nader worden bezien.

MINISTER VAN AGT BRENGT BEZOEK AAN V.S.

De regering van de Verenigde Staten heeft de Minister van Justitie mr. A.A.M, van Agt uitgenodigd voor een bezoek, dat zal plaats vinden van 7-14 januari 1975.

Het doel is in Washington en New York besprekingen te voeren over de handel in en het gebruik van verdovende middelen.

Aan de orde zullen komen wetgeving en justitieel optreden, onderzoek op dat terrein, en de opvang en behandeling van verslaafden.

Minister van Agt wordt vergezeld door mr. AJ. Fonteijn, Directeur-Generaal hoofd van de Directie Politie van het Ministerie van Justitie, en mr. L. Oranje, hoofd van de Hoofd afd'eling Staats- en Strafrecht van het Ministerie van Justitie.

UIT DE PARIJ

Tenslotte nog een scheutje partijnieuws van Ds. Slagboom vernam ik zojuist tot mijn vreugde dat hij zich de verkiezing tot tweede voorzitter van de Staatkundig Gereformeerde Partij heeft laten welgevallen. Deze verkiezing vond plaats op de laatst gehouden Hoofdbestuursvergadering. Het moderamen is als volgt samengesteld: Ds. Abma Ie voorzitter, ds. Slagboom 2e voorzitter, de heer Boender Ie secretaris, de heer Vlasblom 2e secretaris, de heer Pijl Ie penningmeester, de heer van Rie 2e penningmeester en de heer Golverdingen algemeen adjunct.

Een tweede berichtje over de samenstelling van het Dagelijks Bestuur van de Partij zoals dat ook op de laatste Hoofdbestuursvergadering is samengesteld. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit vijf leden. Te weten de eerste voorzitter, eerste secretaris en eerste penningmeester de heren Ds. Abma, Boender en Pijl alsook de heren Vlasblom en van Ommeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen