Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Relativering en relativisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Relativering en relativisme

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

5.

Nadere uitwerking van het voorafgaande (I)

Nadat dus in het voorafgaande de grote lijnen zijn aangegeven, zou ik nu in deze paragraaf aan de hand van enkele voorbeelden, het gestelde nader willen uitwerken en op de huidige situatie willen toepassen. Ik heb daarbij uiteraard niet gestreefd naar volledigheid, maar slechts enkele, mijns inziens sprekende gevallen willen aansnijden.

Een wel heel duidelijk voorbeeld van relativering van de waarheid vormen de opvattingen van de Amsterdamse Hervormde predikant ds. B. van Ginkel, zoals die bij de bespreking van zijn boekje „Twistgesprekken met God" tot uiting kwamen. In een artikel in het dagblad „Trouw" stelde ds. van Ginkel, dat ieder op zijn wijze luistert naar de Bijbelse Stem, want „dit is n.1. de en relativisme oecumenische basis-houding: dat wij leren inzien dat verschillende gelovigen — van gereformeerde bonders en oudgereformeerden tot principieel vrijzinnigen — op verschillende manieren gelijk kunnen hebben." Men mag wel voor een bepaalde geloofsvorm kiezen „als het maar een keuze is waarbij men ruimte laat voor de ander die op andere wijze luistert."

Hoewel dit natuurlijk bijzonder verdraagzaam lijkt, wees Dr. H. J. Langman er terecht op - ), dat het alleen maar verdraagzaamheid is ten opzichte van de relativisten. Wie bijvoorbeeld zijn keuze voor de in de Heidelbergse Catechismus beleden waarheid, niet op één lijn wil plaatsen met de vele andere keuze-mogelijkheden, die valt buiten de verdraagzaamheid en is volgens ds. van Ginkel een miezerige ruziezoeker. En zo is het altijd bij dat soort heren; wie zich niet wil laten gelijkschakelen, mag niet meer meedoen.

Wie echter ook maar een klein beetje in de Bijbel thuis is, die weet dat het er daar wel anders naar toegaat. De Bijbel weet van leugen en dwaling, van wolven in schaapskleren, van valse profeten en valse herders, van een strijden voor de waarheid, van een beproeven der geesten. Inderdaad luistert ieder op zijn manier naar de Bijbelse Stem, maar dan van nature allemaal op de verkeerde manier, op een manier waarbij men zijn leven kan behouden. Christus leert daarentegen, dat wie zijn leven zal willen behouden, het zal verliezen, maar dat wie zijn leven verliezen zal, het zal behouden (Luc. 17 : 33). En ook: at „niet een ieder die tot Mij zegt: eere, Heere, zal ingaan in het Koninkrijk der Hemelen, maar die daar doet de wil van Mijn Vader, die in de hemelen is" (Matth. 7 : 21).

Ook hier openbaart zich weer, evenals

bij de oecumenische beweging, de geloofszwakte van onze tijd. Omdat men zijn eigen boodschap niet meer gelooft, zoekt men steun bij elkaar, trekt men zich terug op vage „algemeenchristelijke" waarheden die allen kunnen onderschrijven, maar die clan ook de neiging hebben om steeds vager te worden.

De Christelijke Kerk hteeft echter te strijden voor de zuivere waarheid, tegen alle loochening en verbastering daarvan. Die waarheid hebben de gelovigen zelf niet uitgedacht, maar die heeft God in Zijn Woord geopenbaard en die hebben zij in de weg van bekering en geloof leren verstaan en liefkrijgen. Met David moeten zij dan ook zeggen: Zou ik niet haten Heere die U haten en verdriet hebben in degenen die tegen U opstaan? Ik haat ze met een volkomen haat, tot vijanden zijn zij mij" (Psalm 139 : 21, 22). Maar ook weten ze dat ze zelf zo geneigd zijn om van Gods geboden af te dwalen, om hun eigen opvattingen in de plaats van het Woord van God te stellen en die door te drijven en daarom zeggen ze er dan evenals David achteraan: Doorgrond mij o God en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten. En zie of bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg" (Psalm 139 : 23, 24). Dat zijn de twee zaken die hier nodig zijn: trijd tegen de dwaling, bij besef van eigen onvolkomenheid.

(Wordt vervolgd)


1) in „Trouw" van 9 februari 1965.

2) in „Trouw" van 11 februari 1965. Dr. H. J. Langman is emeritus-predikant van de Hervormde Gemeente van Amsterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1965

Daniel | 16 Pagina's

Relativering en relativisme

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1965

Daniel | 16 Pagina's