Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

We zullen ze mores leren!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

We zullen ze mores leren!

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Normen en waarden staan op het moment volop in de belangstelling. En dan gaat het meestal om de overdracht ervan. Vooral de jeugd moeten weer normen en waarden worden bijgebracht, hoor je allerwegen. Desnoods met harde hand. Maar welke normen en waarden? Wie stelt die vast? De programmamakers van de tv? Andere media? De reclamemakers? Ethici, misschien? Of de politiek? De school heeft in ieder geval een taak, menen sommigen. Onder hen is prof Lea Dasberg, een bekend pedagoge. Volgens haar heeft het onderwijs ook een ethische opdracht, het opvoeden. Onderwijshistoricus prof Dodde is het daar niet mee eens. De school kan niet veel invloed uitoefenen op de waarden en normen van het kind; die zijn al in de vroege jeugd gevormd en kunnen hoogstens nog wat worden bijgeslepen. Een school is een opleidingsinstituut en geen opvoedingsinrichting. Minister Hirsch Ballin van Justitie zette vorig jaar de toon: „Veel opvoeders, ouders, schoolbesturen en leerkrachten verkeren zelf in onzekerheid over de normen en waarden die zij aan hun kroost zouden moeten meegeven. Is het niet zo dat de onmacht van opvoeders vaak richtinggevend is voor de opvoeding?" Hij zei dit op een door het ministerie van WVC georganiseerde studiedag die als thema had "Mores leren?" Een fraaie vondst. Mores betekent letterlijk zeden of gebruiken. Maar in het spraakgebruik wordt de term "mores leren" veel vaker uitgelegd als iemand hardhandig afstraffen. En dat is precies wat er tegenwoordig volop gebeurt.

Harde hand
Knokpartijen, wapengebruik, vandalisme, toenemende criminaliteit en onveiligheid op straat. Er gaan steeds meer stemmen op om met harde hand op te treden. Het pleidooi van premier Lubbers om jonge criminelen in opvoedingskampen te stoppen kreeg veel bijval. Op verjaardagen is het een dankbaar onderwerp van gesprek. „Dat geboefte? Ze moesten ze..." En dan volgen er allerlei vreselijke straffen. Maar dat "mores leren" is natuurlijk heel wat anders dan ze normen en waarden bijbrengen. Waar zou die roep om een herstel van ethische normen vandaan komen? Uit bewogenheid met de jeugd zelf uit een behoefte om te leven volgens een vast normenpatroon, of uit een oprecht verlangen naar erkenning van Gods heilzame geboden? Er zullen ongetwijfeld mensen zijn die een van deze drijfveren kennen. Maar zou in het algemeen de belangrijkste reden niet gewoon angst zijn? Angst voor verdergaande verloedering van onze samenleving. Angst om het slachtoffer te worden van criminaliteit of vandalisme. Angst dat eigen kinderen ook het verkeerde pad opgaan.

Geen basis
Wat zou het een voorrecht zijn als ons volk de normen van Gods Woord weer terug zou willen. Maar daar lijkt het totaal niet op. Integendeel, er worden ons juist normen en waarden opgelegd die anti-Bijbels zijn. In de brief van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond over de wet gelijke behandeling werd dit zo verwoord: „Via de overheid wordt het mogelijk dat een meerderheidsopvatting in de samenleving inzake libertijnse normen en waarden wordt opgelegd aan het christelijk volksdeel." En van bepaalde uitspraken van minister Dales wordt geconstateerd dat „zij zo ver meende te mogen gaan dat de overheid mag uitmaken wat christenen al of niet zonde mogen noemen." Al zóu angst de belangrijkste drijfveer zijn voor een soort ethisch reveil, dan zou dat niet zo erg zijn. Als we maar uitkwamen bij de bijbelse normen, die de tien geboden ons aanreiken. Dit is ook wat de fractievoorzitters van SGP, GPV en RPF aan de regering vroegen. Het antwoord van premier Lubbers kwam erop neer dat hij zijn beginselen in de Bijbel vindt, maar dat anderen dat nu eenmaal niet doen. Het gaat niet om mijn gelijk; we moeten ook luisteren naar wat anderen naar voren brengen vanuit hun principes, meent Lubbers. Waarmee het volstrekt vaag blijft welke normen en waarden er dan wel aan de jeugd bijgebracht zouden moeten worden. Het gemeenschappelijke uitgangspunt, de principiële basis, ontbreekt.

Te gauw tevreden
Wij hebben die basis wel: Gods Woord. En vandaaruit trachten we onze kinderen normen en waarden bij te brengen. In de kerk, in het gezin, en op de reformatorische scholen. Maar vanuit welke drijfveer doen wij dat? Zijn we bang voor de gevolgen als onze jeugd zijn opvoeding zou verloochenen? Waardoor ze misschien wel de schande van de familie worden? Of is er werkelijk bewogenheid met het lot van de jongeren, in het bijzonder met hun eeuwig zieleheil? Als ze zich keurig aan de normen houden, geen gekke dingen doen, netjes in de kleren zitten, zijn wij als ouders al vaak tevreden. En het is ook een groot voorrecht als onze kinderen in ieder geval uitwendig in het spoor der vaderen gaan. Maar zij -en wij- kunnen er nog niet het kleinste stukje van de hemel mee verdienen.

Identiteit
Reformatorische scholen doen hun best om de identiteit te bewaken en om de bijbelse normen en waarden over te dragen. Terecht. Maar als je aan leerlingen vraagt wat dat dan inhoudt en ze weten niet meer te melden dan dat er uit de Bijbel wordt gelezen en dat meisjes geen broek mogen dragen, is dat wel erg mager. Ds. Budding zei eens in een lezing tot docenten: „Geen enkel mens heeft het recht om onbekeerd te zijn. Maar zeker niet iemand die dagelijks met kostbare zielen om moet gaan. Want als u onbekeerd met zielen omgaat en zelf niets weet en voelt van waar het in een mensenleven om gaat, dan zou u straks in de grote Dag der dagen willen dat u timmerman of metselaar geweest was. Of dat u met koeien en schapen omgegaan was, want die hebben geen ziel te verliezen." We zijn van nature onderdaan van het rijk van de duivel. Ons identiteitsbewijs is door hem getekend. Er is een wonder voor nodig om een paspoort te krijgen van het rijk der hemelen, getekend met Christus' bloed. Maar we hebben een God van wonderen!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 april 1993

Terdege | 80 Pagina's

We zullen ze mores leren!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 april 1993

Terdege | 80 Pagina's