Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus' gerechtigheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus' gerechtigheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Red mij door Uw gerechtigheid" Psalm 71:2a

Wij hebben als mensen een afkeer van de woorden recht en gerechtigheid. Dat is niet verwonderlijk, want ze bepalen ons bij de gestrengheid en de wraakoefening Gods. God is onveranderlijk in wat Hij belooft en bedreigt. De woorden barmhartigheid en genade schijnen ons beminlijker.

Zo was het ook met Luther. Wanneer hij in de Heilige Schrift het woord gerechtigheid tegenkwam, kromp zijn ziel ineen, want hij vreesde de wrekende gerechtigheid Gods over zijn zonden en schuld. En nimmer vond hij rust in de genoegdoening door zijn goede werken. In het licht van Gods recht was het altijd te kort. Het gaf geen rust en vrede voor de ziel.

Hoe kwam dat? Omdat uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd wordt voor God. De dichter van deze psalm heeft door genade geleerd wat ook Luther mocht leren en wij ook moeten leren, dat alle eigen gerechtigheden voor God een wegwerpelijk kleed zijn.

Hoevelen leven gerust en menen met hun deugden, plichten, bidden en geloven God te kunnen behagen. Nimmer werd het aan hun zijde een onmogelijkheid. In plaats van ermee in de dood terecht te komen, werden eigen gerechtigheden een grond voor de eeuwigheid.

God verlost echter de Zijnen door een andere gerechtigheid. Door de eniggeldende gerechtigheid van Christus. Dat is een eeuwige gerechtigheid, want ze vloeit uit de eeuwige vrederaad Gods. Deze gerechtigheid is dadelijk en lijdelijk uitgewerkt in de tijd door de gehoorzaamheid van de Middelaar.

Het is een uitgewerkte gerechtigheid voor een uitgewerkt, verloren mens. In deze gerechtigheid wordt de vrede met een kus van het recht gegroet. Is de dichter nu met deze wetenschap klaar? Bent u daarmee gerust? De dichter weet door geloofsgenade dat in Christus alles ligt wat God bevredigt en hem behoudt. Dat is hem door de Heilige Geest in zijn verlorenheid geopenbaard.

Echter, zonder de dadelijke toepassing mist hij de geloofstroost van deze gerechtigheid. Ja, omringd door vele vijanden schijnt het verloren. En, hij kan zichzelf er niet uit verlossen. Daarom roept hij: Red mij. Dat kan de Heere nooit meer doen om zijn eigen gerechtigheid.

Maar er is zo'n levende hoop gewekt op de gerechtigheid van Christus. Daar wijst hij de Heere op, daar mag hij op pleiten. De hoop op de verlossing ligt geheel buiten hem, het ligt alleen in de volmaakte gerechtigheid van Christus. En als de Heere niet redt? Dan is het voor de dichter verloren. Dan moet hij omkomen in druk en leed. Dan zullen de vijanden overwinnen.

Maar wat meer is, dan is Gods eer verloren. Want God heeft Zijn eer verbonden aan de verlossing van de Zijnen. Zo is de verlossing van Gods kinderen niet hun zaak, maar Zijn zaak. Het is Christus' zaak. Voor Hem was er geen verlossing, omdat de Heere al de ongerechtigheden van Zijn volk op Christus deed aanlopen.

Voor de Borg was de wraakoefenende gerechtigheid Gods. Daarom kon Hij uit die ure niet verlost worden. Hij wilde een eeuwige gerechtigheid bij God aanbrengen. Maar nu pleit deze Borg voor rechtelozen op deze gerechtigheid. Christus treedt altijd bij God in met Zijn volmaakte gerechtigheid en op grond hiervan eist Hij de redding van Zijn vervolgde en verdrukte Kerk.

En deze gerechtigheid kan God niet afwijzen, maar daarin vindt Hij Zijn welgevallen. Naar dat recht moet God op grond van Christus zulke smekelingen verhoren, want ze wijzen de Heere op Zijn eigen, volmaakte werk. Deze smekelingen vinden vanuit hun rechteloosheid, hun sterkte in het werk Gods.

De Heere walgt van de eigengerechtigde gestalte die we allen in ons omdragen. Bent u eraan ontdekt, ja bent u ervan afgebracht? Dan is het aan de zijde van de mens afgesneden. Maar hoe rijk wordt dan de vastheid van de enige gerechtigheid Gods in Christus. Dat is de Heere zo aangenaam, wanneer Hij gemaand wordt op Zijn eigen werk. Dit smeken om verlossing is Christus zo aangenaam.

Hij begeert door Zijn Heilige Geest deze gerechtigheid in rechtelozen te verheerlijken. Op grond van deze gerechtigheid is de dichter verlost. Op grond van deze gerechtigheid is Luther uit zijn angst en vrees gered. Op grond van deze gerechtigheid zal geen smekeling beschaamd worden.

Hij geeft de wens van allen, die Hem vrezen;
Hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

Terdege | 80 Pagina's

Christus' gerechtigheid

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 november 1995

Terdege | 80 Pagina's