Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEVORDEREN VAN GEMEENTEOPBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEVORDEREN VAN GEMEENTEOPBOUW

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De redactie vroeg mij een artikel te schrijven als antwoord op de vraag hoe gemeenteopbouw bevorderd kan worden. Graag wil ik proberen aan dit verzoek te voldoen, maar ik besef dat het niet mogelijk is in één artikel een volledig antwoord te geven. Gelukkig zijn er in de afgelopen jaren vele goede boeken over dit onderwerp verschenen, waarbij ik met name denk aan de serie van Prof. M. te Velde (Gemeenteopbouw, 4 delen). Hieronder wil ik proberen de zaak zo weer te geven dat het past bij dit blad als een orgaan voor kerkenraadsleden.

Voor allen dezelfde zaak

Onder een groeiend aantal kerkenraadsleden en andere gemeenteleden ontstaat het besef dat er in en aan de kerk ‘iets’ moet gebeuren. Wat is er te doen aan de lauwheid, de onverschilligheid, de onkunde, de verdeeldheid, de geesteloosheid? Hoe kunnen we het kerkelijk individualisme keren en de kerk meer getuigend in deze wereld laten staan? Die vragen komen we eigenlijk overal tegen, maar er wordt op heel gevarieerde wijze antwoord op gegeven. Wel is ieder het erover eens dat het noodzaak is te bouwen aan de gemeente van Christus. leder weet ook dat dit niet anders kan gebeuren dan zoals Nehemia deed: met troffel en zwaard, dat wil zeggen opbouwen en afweren.

Werken aan de kerk, in opdracht van God, naar het bestek van God, in de kracht van God en in overgave aan God. In veel gemeenten spreekt men dan over gemeenteopbouw, maar dat is een term die bij anderen toch wat negatieve gevoelens oproept. Gemeenteopbouw heeft bij sommigen de klank van vernieuwing en modernisering, van geestelijk navelstaren en gemeentelijke bodybuilding (kijk eens hoe goed wij het doen!) Het zou echter bijzonder jammer zijn wanneer deze associaties, de zaak van de gemeenteopbouw zouden belemmeren.

Wat bedoelen we?

Bij gemeenteopbouw gaat het bepaald niet om nieuwe dingen. Het begrip ‘gemeenteopbouw’ is uit Duitsland afkomstig en is ontstaan in de kringen van het piëtisme van de negentiende eeuw. De term komt op vanuit het streven de kerk weer onder het Woord te brengen omdat veel mensen wel lid zijn van de kerk, maar hun lidmaatschap nauwelijks vanuit het Woord vorm geven. De zaak van gemeenteopbouw is echter veel ouder. In de tijd van de Reformatie zijn bijvoorbeeld heel wat kerkordes als gemeenteopbouwprogramma’s opgesteld en zo is ook de eigenlijke bedoeling van elke kerkorde geen andere dan de opbouw van de gemeente. De gedachte daarbij was dat de dingen in de kerk zo geregeld moeten zijn, dat het Evangelie van Christus bij de mensen kan komen, dat mensen in het geloof kunnen groeien en dat de gelovigen zich naar binnen en naar buiten kunnen openbaren als het lichaam van Christus. Dat is wat we bedoelen als we vandaag over gemeenteopbouw spreken.

Wat bedoelt Christus?

De grote vraag is natuurlijk niet wat wij willen, wat ons ideaalbeeld van de kerk is, maar wat Christus wil. Deze vraag moet voor alles uit gesteld worden: wat vraagt Christus van ons in deze tijd? Het antwoord op die vraag is fundamenteel voor de gemeenteopbouw. Het kan niet zo zijn dat het beleid van de kerkenraad bestaat in — zoals dat vandaag heet — op de winkel passen. Laten we zorgen dat we de mensen bij elkaar houden, dat ze zich thuis blijven voelen, dat we ze tevreden houden. Is dat de taak van de kerkenraad, om te zorgen dat alles z’n gangetje blijft gaan of heeft de kerkenraad een hoger doel? Is het doel van alle kerkenraadswerk niet juist dat het Woord van God zó gebracht en uitgedragen wordt dat mensen tot bekering komen, dat mensen in hun geloof groeien en versterkt worden, dat jonge mensen gevormd worden tot wel toegeruste christenen, dat jong en oud geholpen wordt de gaven die zij van God gekregen hebben aan Hem en zijn kerk dienstbaar te maken, dat de gemeente een stad op een berg wordt, een licht in een duistere wereld? Wat Christus van de gemeente vraagt, is duidelijk en veelomvattend. Een kerkenraad dient niet het talent te bewaken, maar er actief mee te werken. (Matth.25)

Wat is nodig?

De neiging bestaat om meteen naar de praktijk te gaan; en dat is begrijpelijk als je ziet wat er allemaal moet gebeuren. Echter, aan alle gemeenteopbouw vooraf gaat een grondige inventarisatie. Die inventarisatie moet in ieder geval naar drie kanten toe plaatsvinden. In de eerste plaats noem ik de inventarisatie van de mogelijkheden die er in de gemeente zijn. In sommige gemeenten wordt voor deze inventarisatie gebruik gemaakt van de zgn. ‘gaventest’, maar er zijn vanzelfsprekend ook andere mogelijkheden na te gaan hoe de samenstelling van de gemeente is en welke specifieke gaven er in de gemeente zijn. In de tweede plaats de noden die er in de gemeente zijn. Er kan een bepaalde problematiek in de gemeente zijn die om acute aandacht vraagt. Te denken is aan groepsvorming, randkerkelijkheid, huwelijksproblematiek, gebrek aan onderling pastoraat, gebrek aan potentiële ambtsdragers, slecht functionerend verenigingsleven, weinig werfkracht. Denkbaar is ook dat de kerkenraad een groot gebrek aan kennis van de Schrift signaleert en dat er met name veel aan onderwijs en vorming moet gebeuren. Ten derde moet nagegaan worden wat de situatie van de omgeving van de kerk is. Daarbij denk ik aan de vraag wat de kerk kan betekenen voor de mensen om haar heen. Gemeenteopbouw heeft namelijk ook de missionaire spits van de vermeerdering van Gods kerk (Heid. Cat. zondag 48). Wonen er veel buitenkerkelijke kinderen in de buurt? Is of komt er een asielzoekerscentrum? Zijn er in de zomer veel toeristen in de plaats waar de kerk staat?

De bovengenoemde inventarisatie is noodzakelijk om met zegen te kunnen werken en om frustraties te voorkomen.

Bijbel en bezinning

1. Met de bovengenoemde inventarisatie moet de bezinning op enkele fundamentele vragen verbonden worden. Wat is volgens de bijbel de gemeente? Wat is de kerk? Wat is de taak van de kerk? Teveel gemeenteopbouw verzandt vanwege gebrek aan bezinning. Gebrek aan bezinning kan er ook toe leiden, dat wat gemeenteleden willen meer bepalend wordt dan wat God wil. Voor die inventarisatie en bezinning kan de kerkenraad een commissie bestaande uit gemeenteleden en kerkenraadsleden samenstellen. Het resultaat van deze commissie verwerkt zij zelf of de kerkenraad tot een plan.

Het spreken over het maken van een plan en het voeren van beleid kan bij gemeenteleden de indruk wekken dat de kerk het krachtenveld van Woord en Geest inruilt voor een bedrijfsmatige aanpak. Het is goed om bij het gebruiken van begrippen als ‘beleid’ en ‘plan’ duidelijk te maken dat de woorden mischien wat nieuw zijn, maar dat de zaak het allerminst is. Al in de bijbel vinden wij dat bijvoorbeeld de apostelen met beleid te werk gaan. Zelfs de HERE heeft een heilsplan en Kerst, Pasen, Pinksteren, Hemelvaart en wederkomst van Christus zijn toch uitvoering van het beleid dat de Vader, de Zoon en de Geest met elkaar hadden vastgelegd.

2. Het Woord

Ik noem het Woord van God niet als tweede omdat het pas op de tweede plaats komt, maar omdat er eerst een plan moet zijn vanuit de vraag hoe dat Woord van God zo goed mogelijk bij de mensen gebracht kan worden. Enkele jaren geleden schreef Prof. Velema een bundel preekschetsen onder de titel: Met het Woord aan het werk. Die titel geeft kort en krachtig de inhoud van de gemeenteopbouw aan. Wij moeten met dat Woord van God aan het werk, want dat Woord maakt levend, dat Woord doet groeien, het Woord bouwt. De bijbel leert het en de geschiedenis van de kerk bevestigt het: de gemeente wordt slechts met het Woord gebouwd. Het plan dat de kerkenraad maakt, dient dus gericht te zijn op het werken met het Woord.

Kerkelijke mogelijkheden

1. De classis

De regelmatige ontmoeting van kerken op de classicale vergaderingen is een uitstekend middel de opbouw van de gemeente te bevorderen. In feite is het zelfs zo dat meerdere vergaderingen geen ander doel hebben dan de gemeenteopbouw te bevorderen.

Het met elkaar spreken over de gang van zaken in de gemeenten heeft zowel een stimulerend als een corrigerend effect. Bevorderlijk in dit verband is allereerst dat er efficiënt vergaderd wordt. Om een opbouwende vergadering te hebben moet bijvoorbeeld de verkiezing van afgevaardigden naar meerdere vergaderingen etc. niet teveel tijd in beslag nemen. Ook zou ik willen pleiten voor een andere agendavolgorde dan veelal gebruikelijk. De verslagen van de kerkvisitaties en de verslagen naar artikel 41 K.O. horen niet als laatste aan de orde te komen. De bespreking van deze zaken — waarvoor de classis er eigenlijk is -, moet niet plaatsvinden op een tijdstip dat de broeders naar het einde smachten en al zoveel te bespreken hebben gekregen dat voor dit onderdeel de energie ontbreekt. Ook zou het de onderlinge gemeenschap bevorderen wanneer er tijdens de bijeenkomsten van de classis meer ruimte en tijd werd besteed aan gebed en ontmoeting.

2. Kerkvisitatie

Direct met de classis verbonden is de kerkvisitatie. Deze instelling is niet bedoeld als een soort kerkelijke controle, laat staan als een examen. Kerkvisitatie bedoelt de opbouw van de gemeente te bevorderen. Alle vragen in de handleiding voor de kerkvisitatie zijn daarop gericht. Het is dan ook zinloos om deze vragen slechts langs te lopen en met ja of nee te beantwoorden. De handleiding bedoelt een gesprek over alle zaken die met de opbouw van de gemeente te maken hebben. Juist omdat dit zo geweldig belangrijk is en er zoveel is dat die opbouw kan dienen, kan de kerkvisitatie nauwelijks in één avond afgehandeld worden. Omdat de verkondiging van het Woord bepalend is voor de uitbreiding en opbouw van Gods Koninkrijk, zou het goed zijn meer aandacht aan de kerkvisitatie te geven. Zou het niet goed zijn dat de visitatoren op de middag voorafgaand aan de kerkenraadsvergadering een uitvoerig gesprek hebben met de predikant en zijn vrouw? Het gaat te ver om in dit artikel meer te zeggen over de vorm en inhoud van zo’n gesprek, maar ik geef de suggestie graag in overweging. Datzelfde geldt voor de gedachte dat de visitatoren een gesprek voeren met een vertegenwoordiging van de verenigingen en bijbelstudiegroepen. Wat het gesprek met de kerkenraad betreft, kan de visitatie zo ingevuld worden dat over één onderdeel langer en dieper doorgesproken wordt. Wanneer dit goed afgesproken wordt, zal dat elk jaar een ander onderwerp kunnen zijn. Het zou goed zijn wanneer er een bredere bezinning op de kerkvisitatie als middel tot gemeenteopbouw zou plaatsvinden.

Bidden en werken

De mogelijkheden om de bezinning op te starten en de resultaten van de bezinning om te zetten in daden, hangen vanzelfsprekend af van de plaatselijke situatie. De grote vraag is steeds; hoe krijgen we de mensen mee? Van groot belang is hierbij een goede presentatie naar de gemeente. Wanneer de gemeente goed geïnformeerd wordt, zal de animo om daadwerkelijk aan de opbouw van de gemeente deel te nemen toenemen. Voorkomen moet worden dat gemeenteopbouw hetzelfde lot ondergaat als veel evangelisatiewerk, namelijk dat het gezien wordt als liefhebberij van enkele fanatieke gemeenteleden. Zoals evangelisatie een zaak van elk lid van de gemeente is, zo geldt dat ook voor gemeenteopbouw.

Tenslotte

Ik noem het gebed als laatste om er zo alle aandacht op te vestigen. Er is ons door God geen beter middel gegeven de opbouw van de gemeente te bevorderen dan het gebed. De prachtige en praktische uitleg die de Heidelberger Catechismus van de bede ‘Uw Koninkrijk kome’ spreekt hier boekdelen. Het werk in en aan de kerk dient een vaste plaats te hebben in de zondagse diensten, in het gebed tijdens de kerkenraadsvergadering en in het persoonlijk gebed van elke ambtsdrager. Gemeenteopbouw begint bij het zoeken van Gods aangezicht. Bouwen doen we allereerst met gevouwen handen. Eerst de handen vouwen, maar daarna dan ook de handen uit de mouwen.

Prof. dr. H.J. Selderhuis is in Apeldoorn hoogleraar voor kerkgeschiedenis en kerkrecht. Ook is hij coördinator van het vak gemeenteopbouw.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2001

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

BEVORDEREN VAN GEMEENTEOPBOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2001

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's