Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Altijd vergeven? (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Altijd vergeven? (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Je kunt niet in je eentje vergeven. Vergeving moet van twee kanten komen. Bij het slachtoffer de gezindheid om te vergeven. Bij de dader het besef van schuld. Zo gaat het toe tussen God en mensen. Johannes schrijft Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve (1 Joh.1:9). Zo gaat het ook toe tussen mens en mens.

We kunnen veel leren van Jezus’ onderwijs in Lucas 17:3,4. Jezus roept ons op vergevingsgezind te zijn. Zevenmaal daags! Er gaat aan de vergeving wel iets vooraf. Wat? De bestraffing. “En indien uw broeder tegen u zondigt zo bestraf hem” (vers 3).

Jezus zegt niet dat we alles in de doofpot moeten. Wanneer onze naaste in zonde leeft, is het niet goed om het met de mantel der liefde te bedekken. Dat zou echt liefdeloos zijn. Als God David vergeeft wijst Hij hem eerst op zijn zonde (2 Sam. 12:7). In Leviticus 19:17 lezen we: “Gij zult uw broeder in uw hart niet haten, gij zult uw naaste naarstig berispen, en zult de zonde in hem niet verdragen.” We moeten er op afstappen. Niet wachten tot de ander naar ons toekomt. “Bestraf hem!” Dat is niet eenvoudig. Het is makkelijker om te wachten tot de dader uit eigen beweging komt. Je bent bang voor de reactie van de dader. Toch legt Jezus de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer. Bestraf hem. Het bestraffen moet wel zachtmoedig gebeuren. “Breng de zodanige te recht met de geest der zachtmoedigheid” (Gal. 6:1). In 2 Timotheus 2:25 schrijft Paulus dat we met een geest van zachtmoedigheid degenen die tegenstaan moeten onderwijzen. Zachtmoedigheid is niet watjesachtig, zoals men tegenwoordig zou zeggen. Een Engelse uitlegger omschrijft zachtmoedigheid als het hebben van een juiste kijk op je zelf, die tot uiting komt in de houding en het gedrag ten opzicht van anderen. De zachtmoedige plaatst zich niet mijlenver boven de schuldige. Hij weet dat hij van dezelfde zondige lap gescheurd is. Zachtmoedigheid is een vrucht van de Heilige Geest (Gal. 5:22) en is een gevolg van kritisch kijken naar je zelf. Ik sta niet boven de dader maar naast hem. Wij allen hebben gezondigd.

“Indien het hem leed is, zo vergeef het hem” (vers 3). De bestraffing blijft niet zonder uitwerking als de dader berouw krijgt. De bestraffing heeft doel geraakt. Niet weten wij allemaal dat niet elk berouw oprecht berouw is. Koning Saul had spijt dat hij David achtervolgde. Zijn berouw was echter van korte duur. Oppervlakkig berouw leidt niet tot verandering van het gedrag. Waar is oprecht berouw aan te herkennen? Nico van der Voet in het lezenswaardig boekje “Altijd vergeven?” noemt vijf zaken die ik overneem.

1. Wie oprecht berouw heeft, belijdt schuld. De verloren zoon belijdt voor zijn vader: Vader, ik heb gezondigd. De verloren zoon kwam uit zichzelf terug. David ging zich pas schuldig voelen, nadat Nathan hem bestraft had.
2. Wie berouw heeft, schaamt zich over wat er is gebeurd. Wie zich schaamt, laat de toenadering aan het slachtoffer nodig. De verloren zoon weet dat hij verdient dat het slachtoffer hem nooit meer wenst te zien.
3. Iemand met oprecht berouw erkent dat het terecht is dat hij straf ontvangt. De verloren zoon weet dat het zijn verdiende straf is als hij wordt gedegradeerd tot knecht. In Leviticus 26: 41 en 43 lezen we over het welgevallen hebben aan de straf over de zonde. Je bekent dat je straf verdient en je bekeert je.
4. Wie oprecht berouw heeft verdedigt zichzelf niet. David zegt niet tegen Nathan: ik ben fout geweest, maar Bathseba heeft mij verleid. De zondaar neemt de verantwoordelijkheid op zich van zijn zondige daden.
5. Een berouwvol zondaar verlangt naar een nieuw leven. David vraagt, terwijl hij voelt alles te hebben verspeelt, om vreugde en blijdschap in de Heere (Ps.51:10)
6. Het laatste punt is het duidelijkste kenmerk van berouw. Er komt een levensverandering. Heel concreet. Wie roddelde, houdt er mee op. Wie hebzuchtig was, wordt vrijgevig. Zacheüs de gierigaard geeft bijna heel zijn vermogen weg (Lucas 19:8). Wanneer je het hierboven geschrevene bij de dader waarneemt, ligt de weg naar vergeving open. Wanneer genoemde zaken ontbreken kan er van vergeving geen sprake zijn. Wat dan te doen? Daarover de volgende keer

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 2010

Terdege | 84 Pagina's

Altijd vergeven? (2)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 21 juli 2010

Terdege | 84 Pagina's