Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geesjen Pamans (1727-1821)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geesjen Pamans (1727-1821)

De Bentheimse Debora

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Net over de grens, achter Enschede, ligt het graafschap Bentheim. Het kasteel torent al eeuwenlang boven de omgeving uit. Het graafschap Bentheim behoorde van de zeventiende tot de negentiende eeuw wat uitstraling betreft tot de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar is nooit tot ons land gaan behoren

De Reformatie had er al vroeg ingang gevonden en kreeg in 1587 de gereformeerde kerkenorde. Tot in de negentiende eeuw werd in het graafschap zowel Hollands als Duits gesproken. Er werd in het Hollands gepreekt en de meeste predikanten kregen hun opleiding aan de Groningse Universiteit. Er waren veel van Gods kinderen in deze rustige streek met vooral boerenbevolking. Naast de kerkgang kwam men ook in godsdienstige gezelschappen bijeen.

Geestelijke leidsvrouw
In 1727 werd in deze streek in het gehucht Uelsen Geesjen Pamans geboren.
Geesjen groeide op in een eenvoudig milieu. Naar eigen zeggen heeft ze niet meer dan twee weken lager onderwijs gevolgd. Ze mocht al vroeg de Heere liefhebben, al wist ze het juiste tijdstip van haar bekering niet. Ze werd als jong meisje vaak bemoedigd door de tekst: die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden (Spreuken 8: 17). Toen ze later ouder werd, kreeg Geesjen veel geestelijk onderwijs door Gods Woord en Geest. Ze bleef ongehuwd en verdiende de kost met handwerken. Later verhuisde ze naar Neuenhuis, waar ze 36 jaar een zijkamer bewoonde. Hoewel Geesjen pas na haar bekering heeft leren lezen en schrijven, was zij ver gevorderd in de kennis van God en Zijn Woord. Zij voelde de roeping om in alle eenvoud geestelijke leiding te geven aan heilbegerige mensen en ook om een stut en steun te zijn voor de kerk. Geesjen bezat zoveel geestelijke wetenschap, dat zij drie boeken heeft kunnen schrijven: een over haar geestelijke bevindingen, een over Gods deugden en een over Psalm 23. Het eerste boek verscheen in 1775 onder de titel Gods genade verheerlijkt, of echt verhaal van geestelijke bevindingen tot eer van God en tot stichting van de medemens. In 1779 verscheen het tweede deel hiervan. Beide delen - bij elkaar meer dan 1000 pagina’s - werden met lof door de classis voor publicatie goedgekeurd. De boeken kregen enkele herdrukken. Verder schreef Geesjen ook een verklaring van Psalm 23 onder de titel Zielsverlustiging in Jehova als Herder en Verbondsgod van Zijn volk. Geesjen overleed in 1821 op de hoge leeftijd van 93 jaar.

Adeldom
De bekende Nederlandse dominee B. Moorrees (1780-1860) , die voor zijn studie enige tijd in Nordhorn woonde, schrijft in zijn levensbeschrijving over haar:
“Vooral was mij de omgang met een oude vrouw zeer nuttig, die te Nienhuis, twee uren van Nordhorn verwijderd, in een kamertje woonde, daar zij nooit gehuwd was geweest. Haar naam was Geesjen Pamans. Deze vrouw, hoewel gering en arm naar de wereld, was een van de verst gevorderde vromen, die ik ooit in mijn leven ontmoet heb.
Zij bezat de meest verheven adeldom, want zij was in hoge mate rijk in God. Door haar boeken was zij bekend en was zij zo geacht, dat haar naam door heel de streek weerklonk en de vraagbaak was van allen, die zich over zijn zielsbelangen bekommerd voelde. Zij ontving in haar kamertje bezoek, ook zelfs van gravinnen, freules en leraars uit verschillende gemeenten.
Doorgaans ging ik om de zes of zeven weken naar haar toe en bracht dan de dag bij haar door. Nooit verliet ik haar ongetroost.”


Wens aan heilbegerigen, dat zij het eigendom van Christus mochten worden

O heerlijke, ja driemaal zalige gelukstaat voorwaar! Om van zo’n verloren vondeling, gelijk wij allen van nature zijn, tot zo’n gelukzalige bondeling gemaakt te worden! Wie zou daar niet op verliefd en met al zijn innigste zielbegeerten gaande gemaakt worden, om die algenoegzame Verbonds-Middelaar te omhelzen en zich zonder uitbeding ter zaliging aan Hem over te geven? Wij wensen alle bekommerde en heilzoekende zielen van ganser harte toe, die het waarlijk om de Heere Jezus en Gods gemeenschap te doen is, met wat zwarigheden zij ook geslingerd mochten worden, dat de Heere Zelf, als de Machtige Jacobs, hun zwarigheden wil opruimen, en als de enige Doorbreker voor hun aangezicht optrekken, dat zij schielijk tot doorbreken mochten komen in de genade en dat de volbeminnelijke Heere Jezus in Zijn bereidwilligheid en gepastheid tegen hun gebrek, ja met al zijn liefdesvolheid Zich aan hen mag ontdekken en hun geloofsvrijmoedigheid schenken om van Hem gebruik te maken. Hij Zelf doe hen op hun aanhoudend zoeken uitzien, ja op hun hartelijk en vurig verlangen, al hongerend en dorstend naar Hem en Zijn gerechtigheid, ook iets van de verzadiging ondervinden, die Hij aan de zodanigen belooft. (Mattheüs.5: 6)”

(citaat uit Gods genade verheerlijkt)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2012

Daniel | 32 Pagina's

Geesjen Pamans (1727-1821)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 augustus 2012

Daniel | 32 Pagina's