Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT DE PRAKTIJK 51

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE PRAKTIJK 51

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

’t Is alweer wat jaren geleden, dat wij op huisbezoek waren bij mensen, die nu reeds gestorven zijn, dat wij met elkander spraken over de dingen die voor ons allen zo noodzakelijk zijn gekend te worden op reis door de tijd naar de eeuwigheid. Tijdens ons gesprek werd opgemerkt, dat er in de Psalmen menigmaal gewag gemaakt wordt van de wonderen des Heeren, zo wel in het rijk der natuur als in het rijk der Genade, de dichters prezen en loofden de Heere in de werken Zijner handen, zij waren verwonderd vanwege de wonderen Gods. Maar, zo werd door een der huisgenoten gezegd: wij ontmoeten wel eens mensen bij wie het woord „Wonder” wel schering en inslag schijnt te zijn; sprak men die mensen een tijd geleden of nu vandaag, men hoort hetzelfde geluid, terwijl men onder het aanhoren toch tot de gedachte komt: is dat wel waarheid bij die man, of is dat een stopwoord geworden? Nu vriend, wij begrijpen uw opmerking, maar bedenk dat een mens, al is hij een begenadigd mens, niet vrij is van wisselingen in zijn gestalten. Het gebeurt dat hij zo veel inzicht ontvangt van de wonderen des Heeren, dat hij er zo klein onder is, dat hij het niet opkan, en zich wel weg zou willen wonderen in het stof. Wat heeft hij dan een dierbare gestalte. Maar daar komen weleens andere tijden, dat hij zich aan moet klagen vanwege zijn lauwheid en dat hij geen zicht heeft in de wondere werken des Heeren, dan lijkt alles zo gewoon, maar dan is de vreze des Heeren niet overwegend in hem. Vriend, wij hebben zulke mensen ook wel ontmoet. Toen bleven er ook wel vragen over.Wij zien maar aan wat voor ogen is en wat wij horen, maar de Heere ziet het hart aan; wij zijn geen hartenkenners, dat is de Heere alleen; als wij enige kennis door Genade hebben mogen verkrijgen van ons natuurlijk bestaan, dan weten wij dat de Heere Jezus in Zijn woord gezegd heeft, dat wij uit de vader der leugen zijn, en zo lezen wij in datzelfde Woord, dat wij ongestadig in onze wegen zijn, en als zo danig willen wij graag voor onze medemensen wat schijnen; men doet weleens vroom terwijl men het niet is. Wij hebben mensen gekend, die in hun jeugd zeer nauw leefden, van wie menigeen goede gedachten koesterde, maar die in hun verdere leven omkeerden, en alles verlieten, en tot hun bitter einde zich afkeerden van God en Zijn Woord. Wat is het voor ons nodig, dat wij maar veel onszelf onderzoeken of wij ook wezenlijk kennis hebben verkregen aan Het Wonder. De Drieenige God heeft Zich geopenbaard in Zijn Woord als een Heilig, Rechtvaardig, Wonderlijk Wezen, niet te begrijpen voor ons eindig verstand; Wonderlijk in Zijne Schepping en onderhouding van al het geschapene, waarvan de dichter oproept; laat al wat leeft Hem eren, en wat betoont de Heere in de Herschepping wonderlijk te handelen met een in zichzelf doemwaardig zondaar. U hebt, vrouw, ons zo even verteld hoe de Heere U is voorgekomen in Uw jeugd, welke bemoeiënissen Hij met U heeft gehoud en U te sterk geworden is; maar toen de Heere U zo krachtig in Uw Godsgemis gezet heeft, is het U toen geen onbegrijpelijk wonder geworden, dat de Heilige en Rechtvaardige God naar u heeft willen omzien, en zijn er geen tijden in uw leven geweest, dat u het niet uitdrukken kon van verwondering, dat u wel in het stof wilde kruipen voor de Heere? En denk nu eens verder, wat al voorkomingen, onderwijzingen en leidingen in uw leven hebt U mogen ondervinden, is een ieder van die niet een wonder geweest van Godswege? en hebt u die ook niet als wonder beleefd? Mogen wij niet menigmaal in verwondering zeggen: Heere, wat heeft u toch bewogen om naar mij, zulk een verdorven schepsel, om te zien, en wat gaan dan de genegenheden uit naar de gezegende Borg en Zaligmaker, die de Schuld van al Zijn volk heeft gedragen, en de verzoening heeft te weeggebracht. en die in het dodelijk tijdsgewicht het voor u heeft opgenomen en uw leven gered? En als nu in de stand van het leven er toestanden voorkomen, dat men van zich zelf zeggen moet: wat is het dor van binnen, het is alles zo lauw of koud, zo dat men ook in die weg een walg aan zich zelve krijgt, en hin dEze toestand opening tegeven door een terugblik te schenken in het geen Hij verricht heeft, o wat wordt dat wonder weer levendig en groot, Dan wordt bemerkt dat de Heere de Getrouwe is en blijft, niettegenstaande onze ontrouw en afmakingen, Wij mogen wel zeggen: het wonder wordt al groter, want het is toch de ervaring, hoe meer men mag opdoen van Godswege, hoe meer de zelfkennis beleefd wordt, en men hetalmeer van de Heere moet leren om in afhankelijkheid van Hem te mogen leven en Hem al onze wegen bekend te maken, en Hem in alle omstandigheden naar ziel en lichaam te benodigen.

De rechte verwondering werkt verootmoediging. Maar wees nu eens eerlijk, vrouwtje, is dat geen aangenaam leven, en wordt de Heere daarin niet hoog geprezen? Ja man, dat zijn geen vreemde zaken, daar heb ik wel wat van mogen ondervinden; terecht hebt u gezegd, dat die verwondering een mens klein en ootmoedig maakt, en dan mag jeer meeop de rechte plaats komen, dat is in verwondering voor de Heere, dan krijgt Hij alleen de eer. Wij mogen elkander van harte deze lage plaats voor de Heere toewensen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's

UIT DE PRAKTIJK 51

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1979

Bewaar het pand | 6 Pagina's