Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Artikel 8 van de Dordtse Kerkorde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Artikel 8 van de Dordtse Kerkorde

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ppa, zei mijn oudste kleindochter eens tijdens een winterse wandeling, opa, waarom bent u eigenlijk nooit dominee geworden? Hoe wordt je dat eigenlijk, dominee? voegde ze er in één adem aan toe. Ik heb toen aan het antwoord op de tweede vraag heel wat meer tijd besteed dan aan het antwoord op de eerste.
Ik heb haar uitgelegd dat in 1618/1619 in Dordrecht onder meer de kerkorde werd vastgesteld, zeg maar het huishoudelijk reglement voor de nationale kerk. Heel belangrijk vonden de Dordtse vaderen de vraag hoe iemand dienaar des Woords zou worden. Dat kan alleen zó, sprak de synode uit, dat een jongeman aan een rijksuniversiteit afstudeert in de theologie. Nu waren ze daar in Dordrecht best wel zo verstandig en zo vroom dat ze erkenden dat de Heere God ook nu nog wel mensen kan roepen tot het predikambt zoals dat in de Bijbel met Amos en Petrus en Adreas was gebeurd. En daarom kwam er in artikel 8 van de kerkorde te staan dat ingeval iemand over "singuliere gaven" zou blijken te beschikken, hij ook predikant mocht worden zonder de weg van gymnasium en universitaire scholing te volgen.

Automonteur
Maar nu heb ik nog je eigenlijke vraag niet beantwoord, vervolgde ik. Eigenlijk is je vraag: Hoe werkt artikel 8 van de Dordtse Kerkorde? Welnu, het kan zijn dat een kerkenraad in een collega of een lidmaat zulke singuliere gaven van hoofd en hart meent op te merken, dat ze zo'n man aanmoedigen om via een artikel acht-procedure naar het predikantschap te staan.
Als de betrokkene daartoe bereid is, als hij gevoelt dat hij door de Heere daartoe geroepen wordt, dan gaat de kerkenraad hem wat je noemt coachen. Ze gaan hem voordragen bij de hogere kerkelijke organen. En als dat allemaal lukt, dan wordt zo iemand beroepbaar en mag hij de kerk als predikant gaan dienen. Hoe reageren de hogere kerkelijke instanties, zoals classicale en provinciale besturen? Heeft de man helemaal geen bijscholing meer nodig? En als dat wel het geval is, moet hij dat dan in zijn avonduren opbrengen? Moet hij zijn baan opzeggen? En hoe moet hij dan in zijn levensonderhoud voorzien?

Bedoeling?
Het initiatief, ging ik verder, kan ook van de andere kant komen. Ik vraag mij af of de Dordtse vaderen dat bedoeld hebben, maar een lidmaat kan zich ook bij de kerkenraad vervoegen met de vraag of hij niet in aanmerking kan komen voor een predikantschap op grond van artikel 8 DKO. En dan, lieve kind, zei ik, dan ontstaat er een heel subtiele situatie. Dan is er de grote vraag of de kerkenraad, althans een ruime meerderheid in de kerkenraad, die overtuiging van dat lidmaat, dat ondefinieerbare gevoel door God geroepen te zijn tot het predikambt, kan overnemen, kan accepteren, het voor echt, voor authentiek erkent. Als dat het geval is krijgt zo'n man een attest, een soort getuigschrift, en daarmee kan hij zich dan bij een volgend kerkelijk orgaan vervoegen, dat dan nogmaals de authenticiteit van die, zeg maar, sollicitatie onderzoekt. Maar als zijn kerkenraad zijn overtuiging niet kan overnemen, zoals dat heet, dan wordt zo iemand dat attest geweigerd en is hij, althans voorlopig, geblokkeerd. Gebeurt dat wel eens, zo'n weigering, opa? viel mijn kleindochter mij hier in de rede. Jazeker kind, antwoordde ik, je hebt er geen idee van wat voor rare snoeshanen soms op de kerkenraad komen met een mooi verhaal. Maar aan de andere kant moet je er ook rekening mee houden dat Gods kinderen geen heiligen zijn. De jaloezie, de afgunst, de antipathie kan toeslaan. Wat denkt-ie wel? Iedereen wil maar dominee worden. Weet je nog wat een belhamel het vroeger op de catechisatie was? En dan krijgt zo'n man géén attest.
Maar als de Heere die man dan wél geroepen heeft, opa, dan is dat toch vreselijk? Ja, dat is het ook, kind, antwoordde ik. Maar hoe gaat het dan verder? Wel, zo'n man zal die teleurstelling met zich meedragen, misschien wel tot zijn dood toe. Dan gaat het hem misschien wel net als de bijbelheiligen in Hebreeën 11. Die hebben ook de belofte niet verkregen. maar zijn door genade begerig gemaakt naar een beter, dat is naar het hemelse vaderland. Verder kan zo'n man in beroep gaan bij de classis. Maar meestal helpt dat niet. Zo'n classicale vergadering zal niet gemakkelijk een kerkenraad in het ongelijk stellen tegenover een individueel lid. Trouwens, waaraan moet de classis de zaak toetsen? Het is zo ongrijpbaar: is die man nu door de Heere geroepen of niet?

Uitkomst
En verder, onderwees ik mijn kleindochter, is er altijd nog het geluk bij dit soort ongelukken dat er in onze tijd meer kerkverbanden zijn dan één. En dat het ook mogelijk is in deeltijd te studeren. Ik heb zo'n afwijzing meegemaakt. De man die het betrof mag nu een zogenaamde vrijstaande gemeente dienen. In een ander geval betrof het een jonge man, een vrijgezel. Ook hij kreeg geen attest van zijn kerkenraad. Zeker van zijn zaak beriep hij zich op de classis. Die zei eigenlijk geen ja en geen neen. Hield hem aan het lijntje.
De jongeman in kwestie had al een academische vorming achter de rug, zij het geen theologische. Enkele jaren volgde hij aan de universiteit colleges in de godgeleerdheid. Dat mocht voorspoedig gaan en thans staat hij al in zijn tweede gemeente in de Nederlandse Hervormde Kerk. Zo zie je dat de Heere soms wel uitkomst geeft. Maar nogmaals: ik heb het gevoel dat er op dit gebied hier en daar stil maar schrijnend verdriet geleden wordt. Mocht je er ooit mee geconfronteerd worden, dan zou ik maar proberen daar heel begripvol mee om te gaan, besloot ik. Ze stelde me een laatste vraag. Hebt u zich wel eens aangemeld, opa? Neen, m'n kind, kon ik naar eer en geweten antwoorden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 1997

Terdege | 76 Pagina's

Artikel 8 van de Dordtse Kerkorde

Bekijk de hele uitgave van woensdag 6 augustus 1997

Terdege | 76 Pagina's