Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

28

Door de vervulling van Gods beloften aangaande de beloofde Christus en verwezenlijking van de ceremoniële wetten in Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid, is het geloof gekomen in het getuigenis van de Heilige Geest.

En al is het geloof in de verheerlijkte Christus gepredikt door de apostelen, het was en is tot op de dag van heden een werk des Geestes. Het is in zijn wezen en oefeningen tot op de dag van het ingaan in de eeuwige heerlijkheid Zijn werk. Vandaar is dan ook in verband met des Heeren komst in het vlees, de uitstorting en de bediening van de Heilige Geest zo duidelijk beloofd bij monde van de profeten.

Het geloof, dat gekomen is, wordt voortgeplant van geslacht tot geslacht tot instandhouding van het erfdeel des Heeren, dat Hem verwacht op de wolken des hemels. En daartoe wordt het Woord geplant en nat gemaakt, opdat het door Gods Geest wasdom zou bekomen in het geloof. „Daarom”, zegt Jacobus, „afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid ’t Woord dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zalig maken.” Om zo van hoorders des Woords daders te mogen worden in het geloof, dat Christus als geschenk van de Vader aanneemt door de innerlijke bedauwing des Geestes.

En zo werd de Heilige Geest het onder de oude dag niet moede, al kwam Hij op nog zo veel tegenstand te stuiten, de ceremoniële wetsbediening als tuchtmeester tot Christus in stand te houden. Daar was en bleef door Hem een heilbegerig uitzien naar de komst van Christus in het vlees.

Maar nu staat de kerk door Zijn bediening in de kracht van het naakte geloof, daar het kleed van de ceremoniële bediening op bevel van de Heere is afgelegd. Want door die opzettelijk te onderhouden werd de enige offerande van Christus krachteloos gemaakt. Als het geloof gekomen is zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.

Maar daarmee stelt de Schrift in het geloof niet de gelovige op de voorgrond, alsof men door de waardigheid van het geloof van de ceremoniële wetten ontslagen werd. Want in het geloof gaat het om het Goddelijk handelen met de mens door Zijn Geest. Hij stelt het hart in het geloof door de inlijving in Christus, om werkzaam te worden in het geloof vanuit Gods volheerlijke openbaring in Christus. Het is door het Goddelijk schenken van Christus in Zijn Woord, dat het hart vrijmoedigheid bekomt Hem aan te nemen als geschenk van de Vader. „Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.”

En zo wordt het ons betuigd vanuit het Woord, dat het niet is een nemen, want dat laat ons in de staat der onvruchtbaarheid, maar een aannemen in het geloof vanuit Gods hand, om kinderen Gods te worden. „Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Jezus Christus”. En zo ontvangt u in Hem vergeving van zonden en het recht ten eeuwige leven.

Gekomen tot de aanneming van kinderen door het geloof in Jezus Christus, wordt het een staan onder de grote verantwoordelijkheid als kind te leven, waarin wij ons verdorven bestaan tegen hebben.

Wordt hierin de nodige klaarheid gemist, dan gaat men gewoonlijk steunen op de zegen van het kindschap. En inderdaad hebben wij dat als een zegen van Gods genade aan te merken. Naar recht had Hij ons kunnen laten leven in de staat der ellende om rijp te worden voor de eeuwige duisternis. Waarom het wonder van Gods genade door Hem gebracht te zijn vanuit de duisternis tot het licht van Zijn vriendelijk aangezicht, met ootmoedige erkentelijkheid beleefd moet worden. Denk er gestaag aan terug wie en wat ge waart in uw eertijds en dat de Heere vanuit Zijn ontfermende liefde op u heeft neergezien. Want Hij heeft u geroepen tot het licht van Zijn genade om als kind des lichts te wandelen temidden van een krom en verdraaid geslacht.

Door daarvan of te wijken wordt de Heere onteerd, het volk dat Hem aankleeft bedroefd en bij de wereld wordt ge een aanfluiting. En met de genade die u geschonken werd is het niet mogelijk te volharden op het rechte pad der gehoorzaamheid. Zaken waarover wij grondig hebben te denken, opdat het zou worden door de onderwijzingen des Geestes, een innerlijke en kinderlijke beleving van afhankelijkheid in gebondenheid aan de troon van Gods genade. Door dat niet te zoeken zijn de Galaten vervallen in een wettische dienstbaarheid. Dan zoeken wij ons met een schijn van godzaligheid op de been te houden, waarin de innerlijke beleving des geloofs ontbreekt.

Bedenk het wel, dat de Heere het hart brengt tot het geloof om te volharden in het geloof dat door de liefde werkt. Het was dan ook een komen tot de eerste liefde van Gods opzoekende, trekkende en vergevende liefde. En leven bij Zijn goedertierenheid waaruit het Goddelijk verlossingsplan is voortgekomen, opdat wij daarvan steeds meer geloofskennis zouden bekomen door de onderwijzingen des Geestes in het Woord. Het geestelijk leven bekomt steeds meer diepgang vanuit Gods goedertierenheid die elke morgen nieuw is en ons van dag tot dag bewezen wordt. Ja, Zijn goedertierenheid is geweldig over degenen die Hem vrezen.

Bemerkt u dat niet door steeds dieper te blikken in de diepte van onze totale verdorvenheid, dan betekent dat verachting in het leven der genade, wat het geloofsleven verzwakt tegenover het kwaad dat ons omringt. Leren wij daarentegen door de onderwijzingen des Geestes steeds dieper blikken in de rijkdom van Gods goedertierenheid, dan krijgt de waarachtige bekering steeds meer diepgang in ons hart en leven, tot verkrijging van de hartelijke vreugde in God door Christus.

En al zijn wij niet meer onder de tuchtmeester van de ceremoniële wetten, die zichtbaar en tastbaar waren, dan kunnen wij nog wel komen onder de wet van Adam, die de wet des vleses is en de kracht der zonde. In een wettische godsdienst is niet de wet van Christus, maar van Adam en dat is de wet der zonde die ons met al haar kracht drijft naar het kwade. En zo werkt de eigengerechtigheid de ongerechtigheid in de hand. Gans anders is het met de wet des Geestes, want die wet is de wet des levens in Christus Jezus, tot bevrijding van de wet der zonde en des doods.

De wet des Geestes is de wet des geloofs, de wet der liefde, die alleen door de genade des Heeren steeds dieper kan worden in het hart om Hem te leven. En dat hebben wij nodig om op de weg van heiligmaking te jagen naar de volmaaktheid in de liefde van Christus. Opdat wij door de oude mens af te sterven steeds meer vermaak mochten bekomen in de wet van Christus om zo door Hem te mogen gaan op de weg der gehoorzaamheid.

Galaten 3 : 25, 26.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's

HET EVANGELIE VAN CHRISTUS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1975

Bewaar het pand | 4 Pagina's