Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De tabernakel,Gods woning onder Israël 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De tabernakel,Gods woning onder Israël 1

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is naar aanleiding van hetgeen we lezen in artikel 25 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis over de „ceremoniën” van de schaduwdienst onder Israël en waarop ook de „Dordtse Leerregels” in III/IV artikel 6 wijzen, dat wij bescheidenlijk enkele hoofdzaken willen bezien en bespreken over de tabernakel, welke God tot Zijn woning heeft willen stellen tijdens Israëls woestijnreis en in Kanaän de TEMPEL als Zijn heiligdom. Ja, daarvan getuigt de Heere Zelf in Psalm 132 : 14 :

„Dit is Mijn rust tot in eeuwigheid, hier zal Ik wonen, want Ik heb ze begeerd.”

O, wat een verwaardiging is dat geweest voor Israël!

Neen, dat was niet te danken aan Israël zélf. Want wie was en bleef het in zichzelf? Dan moest de Heere klagen: „Want Mijn volk blijft hangen aan de afkering van MijHosea 11 : 7. ’t Was „Een zaad der boosdoeners,” „het volk van zware ongerechtigheid.” Jes. 1 : 4.

Dat God Zijn heilige woning wilde stellen onder Israël is alleen te verklaren uit het eeuwig WELBEHAGEN Gods! Ja, in dit opzicht geldt het ook van Israël als de kerk onder het oude Verbond: .. .„De Kerk ... een wonder!”

En al de levende lidmaten van ’s Heeren Kerk zullen ’t betuigen: „Door U, door U alleen, om ’t eeuwig Welbehagen!”

De tabernakel ... Gods woning tijdens de woestijnreis naar Kanaan.

In feite was zij maar als een stipje in die grote woestijn, ’t Was immers slechts een gebouwtje van 30 bij 30 el, dat is: 15 meter lang en 5 meter breed. Een el dan berekend als 50 cm.

Ach, wàt is ook Gods Kerk in het oog van de wereld? Toch niet anders dan een verachte fakkel! Deze kwalificatie is trouwens al heel oud. Want we lezen immers in Jeremia 30:17: „Het is Sion, zeggen zij, niemand vraagt naar haar.”

Zo heeft de Heere het behaagd, na Israëls verlossing uit Egypte, Zich een woning te doen plaatsen tot Zijn „heiligdom” onderZijn volk. Daarin gaf Hij de bediening der verzoening, om gemeenschap met hetzelve te hebben.

Wij willen dan in onze overdenkingen over de „Tabernakel” de volgende zaken ter sprake brengen, namelijk over:


de bouw;
de inrichting en haar voorwerpen(Voorhof, Heilige en Heilige der Heiligen);
en haar diensten.


Versta echter wel, dat we niet alles in de brede zullen uitwerken, maar trachten, ’t meer praktisch-heilshistorisch te doen.

Moge de Heere ’t zegenen.

Echter zij nog opgemerkt, dat men zich wachte voor „vergeestelijking” der zaken. Dat zou als een „ongeestelijk spel” kunnen aangemerkt worden.

Wel hebben we veel Geestes-licht nodig, om de heilrijke BETEKENIS van al deze ceremoniële zaken te onderscheiden.

Daartoe mogen we wèl „vergelijkingen” maken, om ’t met een geleerder term uit te drukken: we mogen niet „allegoriseren”, maar wel „analogiseren”. „Allegoriseren” mag alleen de HEILIGE GEEST doen. Een voorbeeld hiervan vinden we in de brief aan de Galaten, hoofdstuk 4. waar de apostel spreekt over de tweeërlei kinderen van Abraham, een uit de dienstmaagd en een uit de vrije. En dan lezen we in vers 24:

„Hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben. Want deze zijn de twee verbonden: het eene van de berg Sinaï. tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Hagar. Want dit. namelijk Hagar, is Sinaï, een berg in Arabië, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is.”

Maar voor wij tot de eigenlijke behandeling van ons onderwerp overgaan, willen we nòg op een zaak wijzen, namelijk, die verband houdt met de zo vaak voorkomende vraag: Waarom heeft de Heere al die ceremoniële zaken en diensten in Zijn Woord doen bewaard blijven? Ze zijn toch vervuld door Christus! Bovendien is er niets overgebleven van de tabernakel en de latere tempel. Zij zal ook nooit meer herbouwd worden en al de diensten weer volkomen hersteld.

Welnu, we lezen dan ook in artikel 25 van de Ned. Gel. Bel.:

„Wij geloven dat de ceremoniën en figuren der wet opgehouden hebben met de komst van Christus, en dat alle schaduwen een einde genomen hebben: alzo dat het gebruik daarvan onder de christenen weggenomen moet worden.”

Toch blijkt ook uit hetzelfde artikel 25, dat de Heere het in Zijn aanbiddelijke wijsheid noodzakelijk heeft geacht, heel die schaduw-dienst van het Oude Testament te doen bewaard blijven. Hoor maar:

„Nochtans blijft ons de waarheid en substantie daarvan in Christus Jezus, in dewelken zij haar vervulling hebben.”

En:

„Intussen gebruiken wij nog de getuigenissen, genomen uit de Wet en de Profeten, om ons in het Evangelie te bevestigen, en ook om ons leven te reguleren, in alle eerbaarheid, tot Gods eer. volgens Zijn wil.”

Duidelijk taal van onze vaderen. Ja. ook in de „Dordtse Leerregels”. Zij laten dat duidelijk uitkomen in hoofdstuk III/IV. artikel VI (2e gedeelte):

„Welke is het Evangelie van de Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.”

En verder in artikel VII:

„Deze verborgenheid van Zijn wil heeft God in het Oude Testament aan weinigen ontdekt, doch in het Nieuwe Testament (het onderscheid der volken nu weggenomen zijnde) heeft Hij haar aan meer mensen geopenbaard.”

Er is dus wel „onderscheiding” tussen de Oude en de Nieuwe bedeling, maar geen principiële „scheiding”.

Want hoe rijk blijft heel de ceremoniële tabernakeldienst en later die van de tempel heenwijzen naar de bediening en het werk van Christus. Ja, wat kostelijk ligt dat alles erin verklaard.

Vandaar is het, dat het Evangelie in feite niet begint bij Mattheus, maar bij GENESIS drie. Wel bij Mattheus wat de „vervulling” betreft, maar in de „belofte” bij Genesis drie, in de moederbelofte.

Zie, dààrom heeft de Heere àl die ceremoniën en schaduwbeelden doen bewaard blijven in Zijn Woord!

Duidelijk vinden we dat ook aangegeven in onze „Heidelberger” en wel in de vraag van Zondag 6, waarin het gaat over de beide „naturen” van Christus: „Waaruit weet ge dat? En dan luidt het antwoord heel positief: „Uit het heilig Evangelie, hetwelk God Zelf eerstelijk in het Paradijs heeft geopenbaard, en daarna door de heilige patriarchen en profeten laten verkondigen, en door de offeranden en andere ceremoniën der wet laten voorbeelden, en ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon vervuld.”

Zien we dan ook niet heel duidelijk het werk van Christus verklaard in de Hebreën-brief uit de ceremoniële dienst van Israël?

En hebben al de vromen uit het Oude Testament niet dezelfde weg bewandeld om zalig te worden, namelijk, door het geloofszicht op Christus?

En nu tracht men nòg wel als een motief aan te geven om het Oude Testament opzij te leggen, althans minder te stellen, door op te merken, dat toch die Oudtestamentische cultus maar een lastige dienst was en een zwaar juk.

Ja, dat was wèl zo voor degenen, die haar als een wettische betrachting onderhielden, zoals later zelfs de gelovige farizeën voorstonden, blijkens de strijd, die zich voordeed in de Jeruzalemse Gemeente over het vasthouden aan de besnijdenis en de onderhouding van de Wet en waarover zelfs grote twisting ontstond op de Kerkvergadering te Jeruzalem. Zie Hand. 15.

Ja, dat farizeïstisch juk, dat men oplegde, was geheel in strijd met Gods instellingen zèlf. Want dat bedòelden die beslist niet.

Zeker, „Door de wet is de kennis der zonde” schrijft de apostel. De Wet heeft een verdoemende kracht voor degenen, die onder haar vloek liggen en die tòch proberen haar te onderhouden.

O, dat de Heilige Geest de bekommerde kerk hierover licht gave en haar doe sterven aan al die pogingen als zo even genoemd, om dan met Paulus te mogen getuigen:

..Ik ben door de Wet der Wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.” (Galaten 2 : 19).

En dat is vrucht alleen van Gods eeuwige BARMHARTIGHEID en LIEFDE!

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's

De tabernakel,Gods woning onder Israël 1

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1982

Bewaar het pand | 6 Pagina's