Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heilige oorlog (28)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heilige oorlog (28)

Het overtuigen van de zich verhardende zondaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verschillende keren is stad Mensziel opgeroepen om zich te onderwerpen aan zijn wettige Koning. Het leger van koning El-Schaddaï stelt zich daarna op voor de muren van de stad. Kapitein Boanerges herhaalt de woorden van de heraut. Daarna richt kapitein Overtuiging zich tot de burgers.

Boanerges en Diábolus

Kapitein Boanerges wil weten wat de stad antwoordt op zijn oproep. Nogmaals gaat de heraut op pad en blaast op zijn trompet. De burgers van Mensziel laten zich nu wel zien, maar versterken de Oorpoort zo goed als zij kunnen. De kapitein wil nu graag de burgemeester spreken. In plaats van de blinde en dove heer Zinnelijke Lust (de vervanger van de eerste burgemeester, de heer Verstand) heeft Diabolus ondertussen heer Ongeloof daarvoor aangesteld. Die vertoont zich aan kapitein Boanerges. De kapitein ziet gelijk dat er iets niet klopt en roept: ‘Dat is hij niet. Waar is de heer Verstand, de oude burgemeester van stad Mensziel? Aan hem wil ik mijn boodschap bekendmaken.’ Dan spreekt reus Diábolus: ‘Heer hoofdman, u bent zo vrijpostig geweest om Mensziel vier keer op te roepen tot onderwerping aan uw Koning.’ Hij wil de reden weten van alle ophef en wil weten wie de kapitein eigenlijk is.

Boanerges, de kapitein met het zwarte vaandel met de drie brandende donderbussen, let niet op de reus. Hij richt zich tot de stad zelf. Hij wijst de inwoners erop dat hij gezonden is door de grote vorst El-Schaddaï. In zijn hand houdt hij het geschreven bevel en hij herhaalt wat de heraut eerder gezegd heeft.

De toespraak van kapitein Overtuiging

Daarna komt kapitein Overtuiging naar voren, wiens vlag bleek van kleur is en waarop een geopend wetboek is te zien, en spreekt: ‘Hoor, o Mensziel! U was eens beroemd vanwege uw onschuld, maar nu bent u ontaard door leugen en bedrog. U bent wijs als u de aangeboden vredesvoorwaarden aanneemt van de Koning tegen Wie u in opstand bent gekomen. Deze Koning is machtig om u te verpletteren. Wie kan bestaan voor Zijn toorn? U kunt niet zeggen dat u niet gezondigd hebt en niet in opstand gekomen bent tegen onze Koning. Uw hele gedrag, wat u laat zien sinds dat u Hem hebt verlaten, getuigt tegen u.’

Kapitein Overtuiging vraagt waarom men de tiran als koning heeft aangenomen, waarom ze de wetten van El-Schaddaï hebben verworpen, waarom ze de wapens hebben gegrepen en de poorten voor de trouwe dienaren van de Koning hebben gesloten. Hij geeft de burgers de raad de uitnodiging van Boanerges aan te nemen en de tijd van genade niet voorbij te laten gaan. Gevreesd moet worden dat ze dan geen deel aan de genade zullen krijgen1. Door de vleiende listen van Diabolus halen ze daarentegen duizend ellenden over zich. ‘Die aartsleugenaar zal misschien nog proberen u te laten geloven dat wij ons eigen voordeel zoeken. Maar weet, dat we alleen gedreven worden door gehoorzaamheid aan de Koning en liefde tot uw geluk.’ Als laatste wijst kapitein Overtuiging nog op de wonderlijke genade van El-Schaddaï, Die Zich zo diep vernedert. De Koning wil nog onderhandelen en lieflijk overtuigen. Hij doet dat niet omdat Hij Mensziel nodig heeft, zoals Mensziel Hem wel nodig heeft. ‘Nee, nee. Maar Hij is genadig, en wil niet dat Mensziel sterft, maar tot Hem terugkeert en leeft.’

Werken van verharding en woorden tot overtuiging

Bunyan laat in zijn verhaal de Oorpoort versterken, de burgemeester vervangen en kapitein Overtuiging het woord doen. Terwijl de mens alles in het werk stelt om zijn eigen gekozen wegen te blijven gaan, stelt Gods alles in het werk om de zondaar te overtuigen van zijn ongeluk.

Dichtgestopte oren

De Oorpoort wordt versterkt. Bunyan heeft gedacht aan Zach. 7:11: Maar zij weigerden op te merken (…), en zij verzwaarden hun oren, opdat zij niet hoorden. Het sluit aan bij wat geschreven staat in Jes. 6:10: Maak het hart dezes volks vet en maak hun oren zwaar en sluit hun ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere, en Hij het geneze (Jes. 6:10). Met deze woorden wordt voorzegd wat de reactie van het Joodse volk zou zijn op het prediken van Gods Woord. Ze zouden zich niet bekeren, maar zich nog halsstarriger en koppiger opstellen. Daarmee zou God hen door Zijn rechtvaardig oordeel overgeven aan hun eigen verkeerde mening (zie kanttek. 32). Heeft dat ook ons niet veel te zeggen?

Ongeloof in plaats van een uitleven in de zonde

In het verhaal vertelt Bunyan als het ware tussen neus en lippen door dat burgemeester Zinnelijke Lust door Diabolus is vervangen door Ongeloof. Dat is geen onbelangrijke gebeurtenis. Het zich uitleven in de zonden kan tijdelijk een einde nemen onder de roepstemmen van Gods Woord. Dat is natuurlijk niet naar de zin van de satan, die bang is dat de zondaar zich geheel afkeert van hem. Daarvoor in de plaats komt het ongeloof. Wat kan de schrik om het hart slaan als ons aangewezen wordt wat de gevolgen van de zonden zijn. Maar als het ongeloof daarvoor in de plaats komt, dan blijkt de schrik geen heilzame schrik geweest te zijn.

Woorden ter overtuiging

Als God de zondaar door het bekendmaken van Zijn wet, de prediking en het werk van Zijn Geest gaat overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel, dan heeft Hij menselijkerwijs gesproken vele argumenten tot Zijn beschikking. Bunyan laat kapitein Overtuiging er enkele noemen. Het is alsof we hem horen bidden: Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen (2 Kor. 5:20).

Eens was de mens onschuldig, nu is hij ontaard in leugen en bedrog. Het verachten van de Goddelijke vredesvoorwaarden is dwaas, het aannemen daarvan is wijs. Niemand kan bestaan voor Zijn verpletterende toorn. De mens heeft zich onderworpen aan een tiran en Gods wet verworpen. De tijd van genade gaat een keer voorbij. Dat heeft ontzaglijk veel ellende tot gevolg. Gods knechten worden gedreven door gehoorzaamheid aan God en liefde tot het geluk van de mens. Wat een wonderlijke genade is het, dat God Zich in Christus zo diep heeft vernederd. God had rechtvaardig de mens verloren kunnen laten gaan, maar wil nog onderhandelen en lieflijk overtuigen. God wil niet dat de mens sterft, maar Hij wil dat hij tot Zijn Schepper terugkeert. Dan pas zal hij leven. Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? (Ez. 33:11).

De Heere geve ons deze genade van overtuiging, maar ook van overbuiging!

Noot

1. Bunyan schrijft: ‘Suffer not thyself to be kept from mercy’. In de Nederlandse vertaling staat: ‘Laat toch niet toe, dat gij van de genade vervallen zoudt’. In dat geval zou het betekenen dat Mensziel tijdens de beschreven gebeurtenis genade bezit. Zo heeft Bunyan het heel zeker niet bedoeld. De door Bunyan gebruikte uitdrukking wijst meer op een zichzelf onthouden van de genade.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's

De heilige oorlog (28)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 2019

De Wachter Sions | 12 Pagina's