Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geef mij weder de vreugde Uws heils. Ps. 51 : 14a.

Deze bede werd in de binnenkamer opgezonden door de man naar Gods hart, David.

Het was donker in zijn leven en dat door eigen schuld. Hij was in ontzettende zonde gevallen. Hij had overspel bedreven met Bathseba, devrouw van Uria.

Maar niet alleen viel hij in de zonde van overspel, hij maakte zich ook schuldig aan een moord.

Om zijn misdaad te bedekken, werd Uria door Davids toedoen gedood.

Deze zonden nu van moord en overspel brachten duisternis in Davids even. Hij moest missen Gods gunst, het licht van Zijn vriendelijk aangezicht. Welk een verschil met vroeger dagen. Toen verlustigde hij zich in de Heere. Toen deelde hij rijk in de gunst en gemeenschap des Heeren.

Nu mist hij de vreugde Zijns heUs. Hij is Zijn God kwijt. Weet u wat het betekent God kwijt te zijn? Dit moet gekend worden, zal het wel zijn.

De ware droefheid naar God zal anders nooit geboren worden.

God kwijt en dat door eigen schuld is één van de eerste lessen, die de Heilige Geest ons leert. Ook na verkregen genade wordt het gemis van de Heere gezien en gevoeld.

Vandaar dat Gods kind weet, wat het zeggen wil, de Heere kwijt te zijn. Voorheen de tere omgang met de Heere. Men kon het hart aan Hem kwijt. De noden en behoeften werden voor Hem neergelegd. Het hart ging naar de Heere uit. De kracht van Gods Woord werd gekend en ervaren.

Met lust en genot ging men op naar Gods huis. Het werd echter anders. Het genadelicht week. Het werd don­ Het genadelicht week. Het werd donker in de ziel. Zijn liefde, gemeenschap en troost wordt niet meer ervaren. Hoe komt dat? Wat is daarvan de oorzaak? De zonde!

De Heere zegt het: „Uw ongerechtig heden maken een scheiding tussen u-lieden en uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoo.-t".­

Naar recht moet de Heere gemist. Maar wonder van Gods soevereine genade, het eindigt er niet in. De Heere kan het om Zijns Zelfs wU ook niet toelaten. God is het aan Godverplicht steeds de Getrouwe te blijven, daarom zal Hij, Die éénmaal begon, Zijnwerk voleindigen.

Hij zal de Zijnen nimmer laten omkomen in hun verderf of dodigheid des harten. Zijn Davids kunnen de Heere soms wel missen en zelfs zonder dat ze er onder Wegkwijnen, de Heerekan Zijn Davids niet missen. Daarom komt de Heere ook weer tot David.

De Heere zoekt hem in Zijn ontferming weer op. Nathan de profeet wordt naar de koning gezonden en met het: , , Gij zijt die man", wordt zijn hart geraakt, verbroken.

Daar het ontdekkende licht van Gods wet in zijn ziel valt, ziet hij het gruwelijke karakter van zijn zonden. In verbrijzeling des harten buigt hij voor zijn God neer, metdebelijdenis: , , Tegen U, U alleen heb ik gezondigd, en gedaan dat kwaad was in Uw ogen".

Hij ontvangt voorts een gezicht op de zondige wortel, waaruit al zijn ongerechtigheid opkomt. Zijn bedreven kwaad staat niet op zichzelf, maar vloeit voort uit de algehele verdorvenheid des harten.

Zijn gehele innerlijke zijn is doortrokken van verderf. Het is een vuilebron van allerlei wanbedrijven, waaruit nooit anders dan zonde op zal kunnen komen.

Dit verstaat David en daarom uit hij: , , Ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen. De behoefte aan verzoening, aan reiniging wordt nu geboren.

, , Schep mij een rein hart, o God en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest".

Een rein hartbegeerthij, d.i. eennieuw hart, waarin de tere vreze Gods en de innige liefde van God tot de Heere woont, zodat hij uit kracht van dieliefde door de Heilige Geest mag wandelen in het vrolijk levenslicht.

Daarin ligt alleen de zaligheid van zijn leven, vandaar de smeekbede: , , Geef mij weder de vreugde Uws heils".

De vreugde Uws heils, d.i. het heil van God. Hij is er Zelf de Werkmeester van. Het is door Hem tot stand gebracht, het wordt door Hem geschonken. En wat is nu het heil, dat door Hem gegeven wordt?

De vergeving der zonde, de verzoening met God, de aanneming tot kinderen, de gemeenschap met de Heere hier en hiernamaals; in één woord samengevat, de voUe zaligheid.

Wie daarin delen mag, is rijk, is eeuwig gelukkig. De God des heils had David door genade leren kennen.

Hij mocht delen in Zijn verbondsweldaden. De genieting daarvan gaf hem zielevreugd. Van die blijdschap had hij gezongen: , , Gij hebt vreugde in mijn hart gegeven, meer dan ten tijde als hun koren en most vermenigvuldigd zijn. Hij kende devreugde in God. Het was hem goed nabij God te wezen.

De vreugde van Gods heil is nu uit de ziel geweken. Het gemis daarvan grijpt hem aan. Hij kan het niet lan­ ger uithouden in zijn desolate toestand, vandaar zijn bede: , , Geef mij weder de vreugde Uws heils".

Geef mij die weder, is zijn ziel begeerte

Hij haakt daarnaar.

Recht daarop heeft David niet. Alles heeft hij verbeurd door zijn zonde. Rechtvaardig zou het wezen, zo hij in droefheid en donkerheid zijn dagen verder moest doorbrengen.

Als God het laat, is Hij recht.

Als de Heere het verleent, is het een wondergeschenk van de hemel. En dit geschied.

De Heere denkt weer aan Zijn David. David ontmoet Zijn God weer als de God des heils. De Heere is hem tot heil. Hoe kan dat nu?

Ziet God de zonde, de zonden door de vingers?

Nimmer, nooit! David wordt aangezien in Christus. Hij heeft het heil verworven, de gem.eenschap tot stand gebracht door Zijn lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid. Hij misteGods gunst en gemeenschap. Hij werd van God verlaten, opdat de diep gezonken David weer zou delen in schuldvergevende liefde 4n in de vreugde des heils.

Dit ondervond hij. Nu kan hij weer zingen; , zingen.

Gij hebt mijn weeklacht en geschrei Veranderd in een blijde rei; Mjn zak ontbonden, en mij weer Met vreugd omgord; opdat mijn eer Niet zwijg'. Zo klimt Uw lof naar boven; Mijn God, U zal ik eeuwig loven.

Kent u de vreugde, waarvan David spreekt? De vreugde van Gods heil? De vreugde van de wereld, de genieting van de zonden, is kortstondig en bedriegelijk. Zij wordt duur betaald, met een eeuwige smart naar lichaam en ziel in de buitenste duisternis. Er is maar één vreugde, en wel in Gods heil.

De weg tot deze ware vreugde is de weg van de ware droefheid over de zonde, het rechte gevoel van gemis van de ware vreugde Waar dit gevonden wordt, daar is een geheiligde kennis van de zonde, een besef van de schuld en macht der zonde, en van de algehele verdorvenheid van ons bestaan. Daar is ook een buigen voor en onder de Heere. Daar is kennis, dat de Heere het gemis kan vervullen, de breuk kan helen, dat Hij weer kan doen delen in Zijn gemeenschap. Is zo iets van uw zieldeven getekend? Zo niet, smeek om de Heilige Geest. De Geest ontdekt, leidt en onderwijst. Mist u de vreugde Zijns heils, houdt aan. De Heere zal verschijnen tot Uw vreugde Die vreugde zal eenmaal eeuwig zijn, want er staat geschreven en Zijn Woord wordt zeker waar: , , En de vrijgekochten des Heerezullen wederkeren en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen".

Het vrome volk in U verheugd. Zal huppelen van zielevreugd, Daar zij hun wens verkrijgen, Hun blijdschap zeil dan, onbepaald. Door 't licht, dat van Zijn aanzicht straalt, Ten hoogsten toppunt stijgen.

Hier wisselen zich af gemis en gemeenschap, droefheid en vreugde, maar straks altijd gemeenschap en altoos vreugde.

Geloofd zij de God des heils voor Zijn genade.

Barendrecht.

Ds. M. C. Tanis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1966

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1966

De Banier | 8 Pagina's