Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een werkelijkheid, maar niet zonder onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een werkelijkheid, maar niet zonder onderwijs

DL hoofdstuk 5 art. 6

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de behandeling van de Leerregels zit systeem. We kunnen nagaan waarover het gaat. Echter kritiek is niet van de lucht. De artikelen zijn langdradig en spreken niet zo aan. Vele zinnen worden niet begrepen. Wat heeft de jeugd eraan. Wat komt er op de jongeren aan en vele vragen roepen om een antwoord. Een antwoord wordt niet gegeven. Overduidelijk is dat de Leerregels tijdgebonden zijn. Het tekent alleen wat in de kerkelijke strijd aan de orde kwam. We leven nu in de tijd van inlevering van kerkelijke wapens. Het volle accent ligt op wat bindt ons. Het is van meer waarde dan wat ons scheidt. Wie nu leeft bij Gods Woord en zo bij de leer van de vaderen kan de Leerregels niet missen. Het leerstellige heeft zijn waarde niet verloren en het praktische heeft betekenis voor het geestelijk leven. Een geestelijke zaak spreekt bijzonder in art. 6. De zonde tegen de Heilige Geest.

Nabijkomend werk
Wat we lezen in Hebr. 6:4-6 staat daar niet los van. In Hebr. 6 gaat het over verlichten, het smaken, het proeven van de Hemelse gaven. Iets te kennen van het werk van de Heilige Geest en het smaken van het goede Woord Gods en de krachten van de toekomende eeuw. Wie in de vorige eeuw bij het pastoraat betrokken mocht zijn, heeft personen ontmoet die het er moeilijk mee hadden. Men vreesde de zonde tegen de Heilige Geest gedaan te hebben. Want deze zonde komt niet in de wereld, maar wel in de kerk voor. Onder gemeenteleden, zelfs onder avondmaalgangers. Nu kan prediking, lezen van een verhandeling, het onderling gesprek, de gedachte aan deze zonde bezig houden en zelfs het leven sterk beïnvloeden. Nu moet gezegd worden dat niet één prediking volmaakt of af is. Er dient veel gebed te zijn. ook om bewaard te worden voor eenzijdigheid in prediking en gesprek. Eenzijdig kan gehoord worden: schijn is geen zijn. Er is veel nabijkomend werk. Met voorbeelden wordt het gestaafd. Men kan bij Christus zijn, maar dat is nog niet in Christus. In de tijd van Noach waren velen bij de ark, maar zij kwamen niet in de ark. Zo kunnen wij de poort der gerechtigheid zien, maar nog verloren gaan. Zien is nog geen hebben. Bezitten. Met geestelijke weldaden kunnen we verloren gaan. Is nu de eenzijdigheid verdwenen? Het is te vrezen van niet.

Verbondsactivisme
Maar er dreigt en werkt een groter gevaar en dat dringt de kerken in. Een werkelijkheid waarop prof. Van der Schuit in 1954 al gewezen heeft. Het gaan voorstaan van een sterk verbonds- activisme, waarbij alle nadruk gelegd wordt op het tweede deel van het verbond, maar dat teveel vergeten wordt dat ‘eisen’ nog niet onderstelt ‘kunnen.’ De echte diepe verbondsreligie, namelijk religie in wederkerige verhouding begint niet bij wat de bondeling doet voor God en ook niet wat die bondeling doet onder God, maar wat God in de bondeling doet. Het is niet roeping, geloof, wedergeboorte, maar het is: roeping, wedergeboorte en geloof. Die trits is geen verleden tijd. Het is Bijbels en confessioneel. Gods werk in ons is het grote begin dat de twee wezenlijke factoren van alle echte Schriftuurlijke en goed gedocumenteerde Gereformeerde Theologie leert kennen en waarderen, namelijk Godskennis en zelfkennis. Een citaat uit het verleden, maar werkelijkheid in het heden en niet anders geformuleerd. Wijken prediking en pastoraat daarvan af, dan snijdt men in de slagader van het geestelijk leven. Is er dan niet meer te noemen dan het genoemde? Zeker, het volgt erop. Want alles is uit God, door God en tot God. Zo is er leven ontstaan, levensgroei en levensbloei. In de artikelen wordt nu op geestelijke vragen ingegaan en een antwoord gegeven. Art. 6 van de Dordtse Leerregels wijst op een zaak, die ook nu sterk kan leven en niet afgedaan mag worden met een oppervlakkig: je bent psychisch verkeerd bezig of wie heeft je beïnvloed. Laten we serieus nadenken en meedenken over wat de Schrift zegt. Jezus spreekt over de zonde tegen de Heilige Geest.

De zonde tegen de Heilige Geest
De ernst ervan en het gevolg kunnen aanspreken, ook wat er in Hebr. 6:4-6 staat. Eigen zonden, de boezemzonden en het nalaten van goeddoen kunnen genoemde zonde oproepen. Zelfs satan kan door ingeving, zelfs door aanwijzingen laten leven: jij hebt de zonde tegen de Heilige Geest gedaan. Vrees voor die werkelijkheid kan er zijn. Die vrees kan zelfs het leven beheersen. Wanneer dit zo is: zoekt geestelijk contact. Ook in ons blad willen we dienend bezig zijn. Want satan is niet slechts een bedrieger of een leugenaar. Denk aan wat we lezen in Zacharia 3. De Heere toonde Zacharia Jozua de Hogepriester staande voor het aangezicht van de Engel des Heeren en de satan stond aan zijn rechterhand om hem te wederstaan. Jozua was bekleed met vuile klederen toen Jozua stond voor het aangezicht van de Engel. De satan was gekomen om Jozua aan te klagen. Op zich terecht. Alles ging niet langs Jozua heen. Maar we weten wat de HEERE, de getrouwe Verbondsgod, tot de satan sprak. De Heere schelde u, gij satan! Ja, de Heere schelde u, Die Jeruzalem verkiest. Tijdens Zijn prediking heeft de Heere Jezus als Eerste over de zonde tegen de Heilige Geest gesproken. Driemaal lezen we Zijn getuigenis. Dat getuigenis is ernstig en aangrijpend. Matth. 13:31-33, Marcus 3:28-30 en Lukas 12:10. Tot driemaal gaat het over dezelfde zaak, dus wel een werkelijkheid waarover niet gemakkelijk gedacht moet worden. Ook dienen we na te gaan en te onthouden: Wanneer de Heere Jezus over deze zonde spreekt. 5 De aanleiding tot deze zonde, de inhoud van de zonde en het gevolg van de zonde.

Lastering
Deze zonde is een bewuste daad. Wat men van Jezus hoorde, alles wat Jezus deed, moest leiden tot de belijdenis: Jezus Christus is de gezonden Messias door God de Vader. Tot die belijdenis wilde men niet komen. Men haatte Jezus en de invloed van Jezus onder het volk kon men niet langer dulden. Bijzonder nu de massa zeide: is niet Deze de Zoon van David? Vandaar hun felle, sterke woorden. Deze werpt de duivelen niet uit dan door Beëlzebul, de overste der duivelen. Met overtuiging zegt Jezus: hier is sprake van lastering tegen de Heilige Geest.
Lasteren is een ontzettende werkelijkheid. Het is geen onbewuste, maar het is een bewuste daad. Het lasteren treft altijd de ander. Terecht staat in het woordenboek: Lasteren is iemands eer aantasten door onbewezen beschuldigingen te uiten. Het is een groot kwaad. Het is vrucht van de zonde. In het Oude Testament wordt op verschillende plaatsen hierop gewezen. De Heere laat de lasteraar niet ongestraft. Ook kwam voor het lasteren van de Naam, de Persoon van de Heere. De straf op lastering was steniging. Ook wijst het Oude Testament op de lastering door de vijanden van Israël. David heeft op zijn weg lasteringen gehoord. Het trof hem diep. In zijn nood sprak hij tot God: Met een doodsteek in mijn beenderen honen mij mijn wederpartijders als zij de ganse dag tot mij zeggen: Waar is uw God? (Psalm 42:11). In het Nieuwe Testament worden we bijzonder gewezen op de lastering van God, de lastering van Jezus en de lastering van de Heilige Geest. Dat betekent niet dat de lastering onder mensen van geringe waarde wordt geacht of geschat. Het negende gebod heeft ook betrekking op deze overtreding. Er kan gemakkelijk over lasteren gedacht worden. Om verschillende oorzaken komt het voor. Wordt het bemerkt, wie het aangaat staat machteloos.

Eens verlicht geweest
Nu komt het voor dat naast de genoemde teksten ook spreekt en soms heel sterk wat in Hebr. 6 staat. Nabijkomend werk in kerken, in gemeenten, zelfs onder ambtsdragers. Wijzen de Evangeliën op een felle haat tegen beter weten in, in Hebr. 6 wordt gewezen op gekende werkelijkheden en daarna. Er zijn mensen die verlicht zijn geweest en hemelse gaven hebben gesmaakt. Des Heiligen Geestes deelachtig geworden zijn, dat is die buitengewone krachtige gaven hebben ontvangen en inzicht in het Woord. Zij hebben gesmaakt het goede Woord Gods. Met genoegen, met smaak heeft men het Woord Gods gehoord, het Woord doorgegeven en anderen ernaar beoordeeld of getaxeerd. Bij de overdenking treft dat dit alles er kan zijn zonder het persoonlijke, vernieuwende, heiligende werk van de Heilige Geest. Blijkt dit duidelijk in de levenswijziging van een bekende, of men hoort ervan, dan kan het bij hem of haar gaan stormen en zelfs spreken: Zo gaat het ook met jou. Herderlijke bewogenheid en Bijbels onderwijs kunnen veel ten goede doen. Wie nu de zonde tegen de Heilige Geest gedaan heeft, spreekt openlijk bewust hatelijke, lasterlijke woorden tegen de Heilige Geest. Men wijkt bewust af. Er volgt geen berouw. Er is koude, kille verharding. Daar nu dient op gelet te worden. Een aangevochtene is juist bevreesd van die houding. Vanuit de Schrift kan aangetoond worden dat men deze zonde niet gedaan heeft. De angst deze zonde gedaan te hebben is een bewijs dat de Heere in het hart werkt. De wil is aanwezig om de Heere oprecht te vrezen. Nu kan ook aangrijpen wat in Hebr. 6 staat. Men leest hoever het kan gaan. En dat beeld van nabijkomend werk kan men op zichzelf toepassen. Nu dient in het onderwijs gewezen te worden op wat er staat aan het begin van art. 6: afvallig worden. Er is een afgehele afkeer van waarbij voorheen geleefd werd en waarin men zelfs vermaak had. Het wordt bewust losgelaten en geheel afgeschreven. Zelfs bespot. Op de ingeslagen weg gaat men verder. Elke gedachte aan het verleden duwt men weg. Voorgoed. Men wil blijven die men nu is. In het gezelschap waarin men gekomen is, weet men zich thuis. Wanneer we vragen aan een vreesachtige ‘wat zou je willen’, dan worden verblijdende dingen gehoord. Treft het ons wanneer gesproken wordt uit het gemis en waar men naar uit ziet?

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 januari 2015

Bewaar het pand | 8 Pagina's

Een werkelijkheid, maar niet zonder onderwijs

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 januari 2015

Bewaar het pand | 8 Pagina's