Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zuiderzeemuseum

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zuiderzeemuseum

Vissersdorpjes vormen een levend museum

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zou u het vinden als men u voorstelde eens een kijkje te nemen op het eiland Urk in 1905? Dat bestaat niet, zult u natuurlijk zeggen, want de tijd terugdraaien is onmogelijk. Maar toch kunnen we zien hoe de mensen daar op Urk in die tijd leefden en werkten. Want in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen heeft men sinds 1990 een unieke presentatievorm voor een gedeelte van het museum: in en rond de panden van Urk demonstreert men het dagelijks leven omstreeks 1905.

Het is maandag, wasdag. Een groepje mensen betreedt de Urker bult en baant zich een weg door het vele wasgoed dat, dwars over de straat gespannen, hangt te drogen. Tegen een van de gevels staat een ladder. Een man is bezig turfblokken door het zolderluik naar binnen te brengen. „Wat is dat nu?", vraagt een van de bezoekers. „Turf natuurlijk, dat zult u thuis ook wel stoken," antwoordt de man. Lachend zeggen de bezoekers dat die tijd gelukkig voorbij is. De man komt langzaam de ladder af en even later zit het hele gezelschap in huis aan de keukentafel. In de hoek staat een vuurduvel, waarin een turf smeult.

Binnen en buiten
Het Zuiderzeemuseum bestaat uit twee gedeelten: een binnenen een buitenmuseum. Het doel van het museum is te voorkomen dat we de periode van vóór de Afsluitdijk (die gesloten werd op 28 mei 1932) zouden vergeten. Het binnenmuseum opende zijn deuren in 1950, aan het buitenmuseum is 15 jaar gebouwd, het werd in 1983 geopend. Het binnenmuseum heeft naast tijdelijke tentoonstellingen, als vaste onderdelen de grote hal > met veertien houten zeilschepen die in een recent verleden de toenmalige Zuiderzee en de binnenwateren bevoeren. Op de begane grond van het WestIndisch Pakhuis is een overzicht van de walvisvaart tussen de 17e en 19e eeuw. Boven is dan de grote visserijtentoonstelling, terwijl in drie zalen links van de ingang een beeld van de strijd tegen het water wordt gegeven op een duidelijke manier.

Heel jaar geldig
In deze reportage willen wij ons echter richten op het buitenmuseum. Trouwens, voor één dag is een bezoek aan beide afdelingen te veel van het goede. Hieraan is tegemoet gekomen door de toegangskaart voor één van de afdelingen (naar uw keus) het hele jaar geldig te laten blijven, tot u hem gebruikt. In het Buitenmuseum zijn ruim 130 huisjes, winkels, werkplaatsen, enz. samengebracht, met alles wat er om en bij hoort, alsmede diverse schepen in de haven. De bestrating, erfafscheidingen, beschoeiing en beplanting zijn gelijk aan de historische situatie. De elektriciteitsvoorziening gebeurt bovengronds. Veel panden zijn steen voor steen overgebracht naar Enkhuizen, andere, zoals het kaaspakhuis uit Landsmeer, zijn in hun geheel verhuisd. Bij de dijk Lelystad-Enkhuizen is een groot parkeerterrein aangelegd, waar u de auto kwijt kunt om vervolgens met de speciale boot naar het museum te varen. Bij aankomst zien we direct al de drie schoorstenen van de kalkovens uit Akersloot. In deze ovens werden schelpen tot kalk gebrand. Deze kalk werd geblust en was dan een grondstofvoor cement.

Vissersdorpen
Verschillende kernen van vissersdorpen zijn aanwezig. Zo zijn er, behalve de "Urker bult", ook panden uit Zoutkamp, VoUenhove, Harderwijk, Volendam en Marken. In veel plaatsen lagen vroeger veel panden vlak achter de dijk. De bewoners waren voor hun drinkwater aangewezen op regenwater. Doordat hun huis zo vlak aan de zilte Zuiderzee lag, hadden ze vaak te kampen met zoute neerslag. De onderlinge verschillen tussen de buurtjes uit de vissersdorpen zijn goed zichtbaar. Let u bij voorbeeld eens op de bestrating. De ene buurt wordt gekenmerkt door rode klinkers met spierwitte hekjes, in een andere buurt is dat heel anders, net als vroeger in de dorpen. Ook het stadje Harderwijk is vertegenwoordigd, met het Oliestraatje. Deze buurt was in de Hanzetijd een handelscentrum, maar in de loop van de 17e eeuw vestigden zich er boeren en werden de koopmanshuizen verbouwd tot boerderij. Vandaar dat de huizen soms een bijzondere indeling hebben. Aan het eind van het straatje staat de kapel uit Wieringen. In deze kapel is het standsverschil, dat vroeger ook onder de kerkgangers bestond, goed te zien. De rijken hadden hun eigen stoelen met hun naam erop. De iets minder bedeelden brachten de dienst door in banken met deurtjes, dan kwamen de banken zonder deurtjes en het gewone volk moest blijven staan. Op de orgelgaanderij staat een mooi kabinetorgel.

Schuitenhelling
Weer een heel ander aspect is de Schuitenhelling met bijbehorende werfschuur uit Wervershoof Helling en schuur zijn gebouwd in 1873 door een zekere Herman Zwart. Hij bouwde en repareerde er schuiten voor tuinders en boeren. De boomgaard die erbij hoort is typisch Westfries: er staan appel-, pere- en pruimebomen door elkaar. Er tussenin zijn verschillende bessestruiken geplant. Dan is er de Stoomwasserij uit IJsselmuiden, die werd gedreven door de famihe Van der Kamp. Ze woonden in het huis tegenover de wasserij. Aan het begin van deze eeuw ruilde Van der Kamp de paardekracht van zijn wasserij in voor stoomkracht. U zult zich kunnen voorstellen wat een enorme omwenteling dit toentertijd was. De strijd tegen het water werd niet alleen op en aan het water gevoerd, maar ook en niet het minst achter de dijken. Want de polders liggen onder de zeespiegel, waardoor kwel- en regenwater naar buiten moest worden geloosd. De windmolen is hiervoor heel lang een onmisbare kracht geweest, totdat stoom- en daarna elektrische gemalen dit werk over

Klederdracht
We zijn met heel grote stappen door het museum gegaan, want er is natuurlijk veel meer te zien. We noemen nog even het ouderwetse postkantoor, een schooltje uit 1910, een zeilmakerij, een schildersbedrijf, de stadsgracht met de "plee" boven de gracht, palingrokerij, enz. enz. Als je dan nog het geluk hebt dat er op dezelfde dag een gezelschap rondloopt in originele Westfriese klederdracht, dan is dat een gouden randje om een fijne dag!

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 1993

Terdege | 68 Pagina's

Zuiderzeemuseum

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 juli 1993

Terdege | 68 Pagina's