Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De regenboog: sacrament in de open lucht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De regenboog: sacrament in de open lucht

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven... (Genesis 9:13a)

Het water is gezakt. De ark komt droog te liggen. De zondvloed is voorbij. Noach is met zijn gezin en met de paren van alle dieren de ark uitgegaan. Maar het koninkrijk van God is nog niet aangebroken. Al snel blijkt dat ook op deze aarde geen gerechtigheid woont. Noach gaat zich te buiten aan de eerste vrucht van de nieuwe wereld. De geschiedenis herhaalt zich. Noach valt in zonde en neemt zijn zoon Cham daarin mee. Als we eerlijk zijn: is de mens er op vooruitgegaan, na de zondvloed?
‘De gedachtespinsels van het hart van de mens zijn immers slecht, van zijn jeugd af.’ Deze woorden, die in Genesis 6 nog als aanleiding voor de zondvloed worden genoemd, lezen we in Genesis 8 opnieuw. Wat dat betreft zijn ook Gods verwachtingen van de mens (alsook van de mensheid) inderdaad niet zo hooggespannen. De mens blijkt na de zondvloed zijn les niet te hebben geleerd. Steeds weer stuurt de mens aan op een zondvloed, op het oordeel.
Maar wat eerst de motivatie voor de straf is, is na de zondvloed de motivatie voor Gods liefdevolle geduld. De mensen zijn hetzelfde gebleven, maar God kan een dergelijk ingrijpen niet meer over zijn hart verkrijgen. Hij heeft een verbond gesloten waarin zijn genade roemt tegen het oordeel. En de regenboog is daar het kleurrijke teken van. Een sacrament in de open lucht.

In zijn dagen al zei Calvijn dat theologen niet met natuurkundigen over dit verschijnsel moeten twisten. De regenboog heeft een natuurlijke oorzaak. God maakte het in zijn schepping zo, dat de regenboog zichtbaar wordt wanneer zonnestralen op een veelheid van waterdruppels vallen. Je kunt denken aan een regenbui, maar ook in de waterdruppels van een waterval, tuinslang of fontein en soms boven de branding in zee kan het verschijnsel zichtbaar worden.
Het licht weerkaatst tegen de achterwand van de druppels. Gelijktijdig gebeurt er dan nog iets: de lichtstraal breekt bij binnenkomst in de waterdruppel. De ene straal waaiert uit en laat zijn diversiteit aan kleuren zien. Dit heet in de natuurkunde reflectie en refractie. Deze lichtbreking levert een machtig palet aan kleuren op. Alle hoofdkleuren met hun schakeringen: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Vanwege het verschil aan lichtsnelheid tussen de onderlinge kleuren, ontstaat die brede band.

Na de zondvloed wordt, aldus Calvijn, ‘de hemelse boog, die van tevoren van nature bestond, geheiligd tot een teken en onderpand’. Het is Zijn boog, zo lezen we in Genesis 9:13. God heeft hem gegeven. Dat maakt de regenboog niet alleen tot een natuurlijk en verklaarbaar verschijnsel, maar daarnaast en daarboven hebben we toch ook oog voor het geheim van de dingen om ons heen. Willem Bilderdijk dichtte erover:
Verrukkend schone Regenboog,
Van zevenkleurig licht,
Hoe houdt ge mijn begoocheld oog;
Op uwen glans gericht!
Wie meet de ruimte die ge omspant,
De grond waarop gij rust;
Wie schept uw rijk gestrookte band
Geen toverzoete lust?
(...)
De jaren vliên, ’t heelal verkwijnt,
De tijden spoeden voort;
Gij blijft, waar ge in het zwerk verschijnt,
Bestendig als Gods woord.


Het Hebreeuws kent het woord ‘regenboog’ niet. Het woord dat in Genesis 9 gebruikt wordt, is hetzelfde woord ‘boog’ als dat gebruikt wordt voor de boog van een jager en het schiettuig van de soldaat. Daar lijkt de regenboog ook wel wat op. Alsof je er zo een pijl op kunt leggen en afschieten. Een boog, zoals ik die als jongen maakte van een dunne buigzame tak, waaraan een elastiek gespannen werd van de ene zijde naar de andere. Andere takken dienden als pijlen. Maar laten we niet vergeten, dat pijl en boog in de geschiedenis het vernietigingswapen bij uitstek zijn geweest. Een dodelijk afstandswapen.
Een Assyrisch reliëf uit de elfde eeuw voor Christus laat ons zien hoe twee handen vanuit de wolken tevoorschijn komen. De ene hand maakt een zegenend gebaar, de andere hand houdt een boog vast. Dit reliëf geeft een treffend beeld. Nu zien we in de regenboog de hemelse Scherpschutter, die zojuist van de oorlog is teruggekeerd, met de boog nog in zijn hand. Het is gebleken hoe secuur het wapen werd gehanteerd. Maar de boog wordt in de wolken gezet. Hij is nu een boog in ruste, zoals het antieke geweer boven de schoorsteen. Gods toorn is gestild.
De boog is omgekeerd, afgewend van de aarde. Hij houdt nu de wateren tegen. Daar richt zich de boog nu dus op. Op de sluizen van de hemel, het uitspansel, die denkbeeldige koepel om ons heen. We moeten daarvoor terug naar de tweede scheppingsdag. Daarover staat in Genesis 1:6-8: ‘En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water! En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water dat onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo. En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.’
Een stukje uit het refrein mist op deze tweede dag: ‘En God zag dat het goed was’. Zou het te maken hebben met het oordeel dat deze wateren boven het uitspansel later zouden moeten uitvoeren? Nu dit oordeel in de zondvloed is voltrokken zal God de sluizen van de hemel niet zomaar weer ontsluiten. Zo is de regenboog een teken van Gods genade en verbond. Hij draagt het dak, als een ribbe in een gewelf. De regenboog is als een ribbe van het uitspansel. De hemelkoepel, die de wateren van boven, de dreigende chaos, tegenhoudt.

Maar Noach zal zijn twijfels hebben gehad, wanneer donkere wolken zich boven hem samenpakten. Wanneer de regen opnieuw met bakken uit de hemel kwam. Wat zal het voor Noach betekend hebben, wanneer het begon te regenen. Zal hij niet teruggedacht hebben aan dat moment, zo’n jaar geleden, dat het ook zo begon en de regen niet meer ophield? Zal de angst niet zijn teruggekeerd?
Te midden van donkere wolken was daar het teken van hoop: de regenboog. Het is niet noodzakelijk dat voor het verschijnen van de regenboog een donker decor aanwezig is. Maar wel geldt dat hoe zwaarder en dreigender de wolken zijn, des te schitterender en duidelijker de regenboog zichtbaar is.
Wanneer gevoelens van angst de boventoon gaan voeren, wanneer donkere wolken zich boven je leven samenpakken, somberheid de kop opsteekt – en daar kunnen we veel bij invullen, wat kan er ook veel aanleiding voor zijn – dan zal Ik mijn boog doen zien. En dat is het wonder: wanneer jij die regenboog ziet, zegt God, weet, dat Ik er ook naar kijk en aan mijn verbond denk (Genesis 9:17).
Wat is het geweldig om te weten dat, wanneer wij de regenboog zien en er over nadenken, er Eén is die dat ook doet! Die aan Zijn verbond gedenkt dat niet kan wankelen. Het is zoals die moeder, die gedurende enkele tijd ver van haar kind verwijderd was, en zei: ‘Wanneer je ’s avonds naar de maan kijkt, dan mag je weten, dat ik hetzelfde doe. Dan ontmoeten zich daarin onze blikken. Zo ben ik toch een beetje bij je.’
Wij zien de regenboog, maar hij valt ook God op. Ontroerende gedachte is het, om God als het ware voor het hemelvenster te zien staan, wanneer de regenboog er is. Hij kijkt er net zo goed met aandacht naar, en Hij gedenkt. Dan klopt daarin zijn hart van liefde. Het brengt Hem tot daden. Hij denkt aan zijn verbond en niet aan de zonde van zijn volk.
De zondvloed zal niet meer komen. Niet omdat de mensen beter zijn geworden, maar omdat er één dag een wolk is geweest boven Christus, die zó donker was dat alles duister werd, midden op de dag. Donker van alle zonde die Hij wilde dragen. Al Gods golven, al Gods baren zijn over de Zoon heen gegaan. De regenboog bleef verborgen achter drie uren duisternis.
Misschien denkt u wel, nu zijn we waar we wezen moeten. Want het genadeverbond is meer dan het verbond met Noach, het natuurverbond, waarbij geen sprake is van verzoening, van vergeving. Dat zal zo zijn, maar we mogen die twee nooit losmaken van elkaar. Want de bodem van het genadeverbond is Gods natuurverbond. Ze zijn helemaal met elkaar vervlochten, zoals we op kunnen maken uit Jesaja 54:9-10.
‘Want dit zal voor Mij zijn als bij de wateren van Noach, toen Ik zwoer dat de wateren van Noach niet meer over de aarde zouden komen; zo heb Ik gezworen dat Ik niet meer op u toornen zal en u niet meer bestraffen zal. Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer.’

Het verbond dat God sloot met ‘alle levende wezens van alle vlees’ staat niet los van het kruis van Golgotha. Daar werd de boog weer van de wand genomen en heeft God zijn pijl van toorn tegen de zonde op de boog gelegd. Toen bleek hoe dodelijk dat wapen is.
In Christus komen al die noties van zonde en schuld en oordeel, verzoening en verlossing samen. Het water als beeld van de dood, van de zonde, van de chaos. Het licht als symbool van God, in Wie geen duisternis is. Het samenspel van water en licht, van oordeel en genade is voortaan voor Noach en zijn nageslacht het teken van Gods verbond.
Jezus Christus is op het breukvlak van God en mensen gaan staan. En is daar gebroken. In Hem ontmoeten Gods blik en de onze elkaar.

Wat dat betreft was en is de regenboog ook nog maar een voorloper. Teken van een voorlopig bestaan en de aankondiging, de belofte van een nieuwe wereld. Het is de Arc de Triomphe op de heirweg naar het Rijk dat komt. ‘Hef uw hoofden op, o poorten, en verhef u, eeuwige deuren, opdat de Koning der ere binnengaat.’ De regenboog wacht zo op Christus en roept om Hem.
‘Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus’, zo schrijft Paulus in Romeinen 3. Dat geldt ook voor de mens van na de zondvloed. Maar die mag nu leven onder de boog van Gods trouw en daarbij in het besef dat de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont, nog zullen komen. De wereld die Noach binnenging na de zondvloed is hier nog ‘maar’ een verwijzing naar.
De weg gaat nog steeds verder. De belofte van Zijn toekomst wenkt nog steeds aan de horizon. En de realisering van deze belofte wijkt nog steeds achter de horizon. Waarom? God weet het. Blijkbaar is zijn geduld nog niet op.
Nòg getuigen de stralen van de zon, teruggekaatst door dat wat van oordeel spreekt, van het verbond van God, van zijn geduld, van zijn trouw. Zijn licht breekt uiteen in zeven kleuren. Voor elke dag genoeg. Zolang de regenboog zichtbaar is, is er hoop en verwachting.

Het is waar: de regenboog is nu nog niet altijd zichtbaar. God koos als teken het vluchtigste wat er is, het ijle spel van waterdruppels en licht. We hebben het teken van het verbond niet bij de hand, we kunnen het niet vastgrijpen. Maar wel reist het als teken altijd met je mee. De boogvorm, de kegel van licht ontstaat namelijk in je oog. Als je naar de regenboog toegaat, zal die kegel van licht met je mee vooruitgaan en zijn vorm behouden.
En omdat de boogvorm in je oog ontstaat, zien geen twee mensen de regenboog precies hetzelfde. Altijd zie je hem, vanuit je eigen positie, vanuit de plek waar je zelf bent. Altijd sta je er zelf tussen. Achter je de zon en voor je de boog.
Meestal is het maar een vluchtig verschijnsel. Maar niet minder blijft het een teken door God gegeven, een sacrament in de open lucht. God zegt dat als de boog in de wolken is, Hij hem zal zien. Dan is het ook de bedoeling dat wij hem zien. Laten we elkaar er maar op wijzen: ‘Zie je de regenboog?’ Dat gaat verder en dieper dan de goedkope troost van de bekende uitdrukking ‘Na regen komt zonneschijn’.
Want al leven we nog in een gebroken schepping, het is wel deze schepping waarop een belofte rust. Hij, Die op de troon gezeten is, voorgoed omgeven door een regenboog, zei: ‘Zie, Ik maak alle dingen nieuw’. Er is hoop!

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2012

Theologia Reformata | 102 Pagina's

De regenboog: sacrament in de open lucht

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 september 2012

Theologia Reformata | 102 Pagina's