Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GODZALIGE LEVEN VAN CORNELIlfS

En hij zeide tot hem: w gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God. Hand. 10 : 4b.

De Heere had aan het volk van Israël rijke weldaden geschonken. In de oudheid wandelden alle volken in de duisternis, alleen de kinderen van Abraham waren begiftigd met de zegeningen van Gods bijzondere genade en gunst. De Heere leidde het volk van Israël uit Egypte en nam het bij Horebs berg aan tot Zijn eigendom.

God beloofde aan Abraham dat de Christus des Heeren uit zijn geslacht zou geboren worden. En in de volheid des tijds werd de Zoon van God te Bethlehem geboren.

Het volk van Israël ontving het voorrecht, dat Christus Zelf hun het Woord des levens predikte. Heeft het volk van Israël de prediking van Christus gewaardeerd? Hebben ze Hem ontvangen als de Koning des levens?

Helaas, de meerderheid van Israels volk heeft Christus verworpen. Dat is ontzettend! En zelfs in onze tijd wordt de Messias nog door duizenden van Zijn eigen volk verworpen. In het grijs verleden heeft God Zijn genade verheerlijkt aan enkele mensen uit het heidendom.

Rachab, een goddeloze vrouw uit Jericho, werd door Gods genade gered. Ruth, de Moabietische, verliet de afgoden van haar volk en werd door de Heere bekeerd. Job en zijn vrienden waren kinderen des Heeren en zo waren er nog meer. Het was in de oudheid een zeer klein getal dat uit de wereld der volkeren de eeuwige zaligheid mocht beërven.

De Heere Jezus kwam tijdens Zijn omwandeling op aarde ook in contact met de heidenen. De hoofdman over honderd te Kapernaüm smeekte Christus om genezing voor zijn zieke dienstknecht. De Kananese vrouw kwam tot Hem voor haar dochter, die van de duivel bezeten was.

Na de opstanding van Christus uit de doden kwam er een grote verandering in de wereld. Het werd Pinksteren in de Kerk, de Heere schonk de rijke gaven van Zijn Geest aan duizenden Joden en Jodengenoten.

En zie. God opende eveneens voor de heidenen de deur des levens; het werd ook Pinksteren voor de heidenen.

De Heere werkt vrijmachtig. Hij schenkt Zijn genade aan wie Hij wil. God zendt Zijn knechten, de apostelen, ook tot de heidenen om hun het Woord des levens te prediken.

De Joden beschouwden de heidenen als zeer grote zondaars, dienaren van de duivelen. De Heere heeft Petrus door een visioen en een bijzondere ondei-wijzing des Geestes geleerd, dat hij het Woord van God aan de heidenen moest verkondigen.

In Cesarea leefde een man, die door God Zelf onderwezen werd in de verborgenheden van 's Heeren Koninkrijk. Deze man heette Cornelius, hij was een officier van het Romeinse leger. Cesarea was de residentie van de Romeinse stadhouder die over Palestina regeerde. De meeste inwoners van Cesarea waren heidenen, waaronder veel Romeinen. We zouden denken: , , Daar woont niemand die de Heere vreest". Cesarea was vol met allerlei plaatsen der ijdelheid, het was een stad waar de woonplaats van de satan was. En toch woonde daar enkele oprechte kinderen Gods, die in de vreze des Heeren wandelden.

Ge denkt onwillekeurig aan mensen uit een Joodse synagoge in Cesarea.

Gods Woord spreekt daar niet van. Er waren mannen uit de heidense bevolking in Cesarea die de Heere vreesden. God is zo vrij in de bediening van Zijn genade aan de harten van arme zondaren. Een Romein, een hoofdman over honderd, is door God geleid op het pad des levens. We weten niet op welke wijze Cornelius gebracht is tot de kennis van Israels God. Doch hoe het zij, Cornelius vreesde God in oprechtheid des harten.

Deze Cornelius is een beeld van Gods verkiezende liefde en Zijn soeverein welbehagen. In deze man werd vervuld, dat er velen zullen komen van het oosten en westen, om aan te zitten met Abraham, Izaak en Jakob aan de bruiloft des Lams en dat kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen worden. Cornelius een heiden behouden en vele Joden, kinderen van Abraham, verloren!

Is het ook niet zo in de tijd die wij beleven?

Mensen uit de wereld worden soms door God bekeerd en kinderen van godvrezende ouders gaan verloren. Wat leert ons dit? Dat de Heere vrij is in de bediening van Zijn genade. Doch laten we nooit vergeten, dat de mens verantwoordelijk is voor al zijn daden.

Cornelius was een krijgsman en toch een kind des Heeren. Het leven van soldaten is dikwijls zeer ruw en goddeloos, vroeger en nu.

Toch zijn er altijd uitzonderingen geweest, zoals we hier een voorbeeld hebben in Cornelius.

Hebt ge nooit gehoord van de Engelse Protector Cromwell? Hij was niet alleen een dapper generaal, maar ook een godvrezend man. Hij liet het niet toe, dat er in zijn leger gevloekt werd of andere goddeloosheden werden bedreven. Zijn soldaten werden de , , godvrezende dragonders" genoemd.

Mochten er in onze dagen meer generaals en soldaten zijn zoals Cromwell en zijn mannen! Een Christen moet een voorbeeld zijn van godzaligheid, de wereld moet aan ons kunnen zien dat we een andere Koning dienen.

Cornelius had een zeer goede naam in Cesarea bij Jood en heiden. Hij gaf aalmoezen aan armen en ellendigen, maar inzonderheid aan het volk dat God vreesde.

Cornelius was een rechtvaardig man, maar bovenal een godzalig mens. Deze Cornelius had een teder gebedsleven, een verborgen wandel met God. Welk een schoon getuigenis wordt ons in het Woord des Heeren van deze man.gegeven. Godzaligheid en vrezende God met geheel zijn huis. Cornelius was een zegen voor zijn gezin en in zijn omgeving. De boom wordt aan de vrucht gekend. Het geven van aalmoezen is altijd geen vrucht van genade, milddadigheid kan voortvloeien uit ons karakter. We kunnen door het geven van gaven niet in de hemel komen, neen, dat is alleen vrije genade.

Weet u wat wel waar is? Wanneer God ons het nieuwe leven schenkt, hebben we alles over voor de dienst des Heeren. Het is een slecht teken als we weinig of niets over hebben voor de arbeid in Gods Koninkrijk. Een echt kind des Heeren, een Cornelius, is mild in het geven en heeft ook een biddend leven.

Wie had Cornelius bidden geleerd? Hij had het niet van zijn moeder geleerd, noch van zijn vrienden. God had hem door Zijn Geest bidden geleerd. De Heere schenkt aan Zijn volk de Geest der genade en der gebeden en zo leren ze worstelen aan Gods troon.

Cornelius had als een arme smekeling met de Heere geworsteld om genade en ontferming. En God had zijn noodgeschrei gehoord en zijn ziel in de ruimte gesteld. Waarom bad Cornelius gedurig, daar hij toch een kind des Heeren was? Hij begeerde meer licht en genade, hij gevoelde in zijn ziel dat hij nog zoveel miste.

Hij had gehoord van de Verlosser die uit Israël zou komen. Het was het verlangen van zijn ziel om die Verlosser Israels persoonlijk te leren kennen.

Cornelius had rijke vertroostingen Gods ontvangen in zijn ziel en toch gevoelde hij dat er meer nodig was.

De Heere kent de begeerten van Cornelius. Hij weet de worstelingen van zijn ziel. God zal zijn begeerte vervullen en een apostel tot hem zenden om hem te onderwijzen in de weg der zaligheid.

De Heere kan Cornelius deze kennis onmiddellijk schenken door de werking van Zijn Geest, .maar het behaagt Hem meestal om middelen te gebruiken om hem meer licht te geven. Petrus zal het middel zijn om hem en zijn vrienden de zaligmakende kennis van Christus te verkondigen.

Zo handelt de Heere meestal met Zijn volk op aarde, flij gebruikt speciaal de prediking des Woords om Zijn volk te onderwijzen. '

Christus moet ons door de Vader Zelf geopenbaard worden, want anders kennen we Hem niet. Verstandelijke kennis is te kort voor de eeuwigheid. Beschouwende kennis over Christus is geen gemeenschap met Hem. We hebben de zalige bediening des Geestes nodig om Christus te leren kennen voor ons hart. Het moet voor onze ziel een tiende ure worden, dan ontvangen we persoonskennis van Christus. We zien Hem in die genezende ure met het oog des geloofs als het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Wat een schoonheid straalt er dan af van Christus! Hij alleen kan ons redden en met God verzoenen. We hebben bevindelijke kennis en geestelijk licht nodig om Christus te zien, anders blijft Hij voor ons onbekend. Zalig ogenblik, wanneer Christus' heerlijkheid ons geopenbaard wordt. Zo we dit beleven, smelt onze ziel weg van heilige bewondering en aanbidding.

Cornelius was biddende tot God in zijn huis en ziedaar, de Heere antwoordt hem. God zendt hem een engel met een hemelse boodschap. Deze engel zegt tot hem, dat God zijn gebed heeft gehoord. Hij hoort tot zijn blijdschap dat de Heere Zich over hem ontfermd heeft.

Wondervolle beloften, heerlijke toezeggingen, zalige vertroostingen, stromen van blijdschap en zaligheid vervullen het hart van Cornelius. De God van hemel en aarde wil hem, de heiden, de vreemdeling, de zondaar, genade en gunst bewijzen. Het is voor Cornelius zo groot, zijn ziel is overvol van blijdschap en heilige ontroering. Zijn gebed is bij God in gedachtenis gekomen, de Heere denkt aan hem in Zijn gunst. God zal hem een gezant zenden om hem Christus te prediken.

Hij zal persoonlijk de Verlosser leren kennen voor zijn ziel. Hoe is het met ons voor de grote eeuwigheid? Zijn we voortdurend biddende tot God om licht en genade? Is Christus onze Verlosser door genade geworden?

Middelburg

Ds. G. A. Zijderveld

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1973

De Banier | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 1973

De Banier | 8 Pagina's