Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet te vroeg!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet te vroeg!

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goed lezen!!!

Een van de brieven is een reaktie op ons artikel „Kontakt" in het nummer van 21 febrauri j.1. Daarin staat het volgende: „Met enige verbazing heb ik Uw laatste verhandeling over de moderne jeugd gelezen. Ik heb altijd gedacht dat „onder ons gezegd'' een stuk was van de jongelui van. de Gereformeerde Gemeente. Waarom worden wij dan, zoals zo vaak ook in de kranten, wat eenzijdig voorgelicht wat betreft de jeugd die ver buiten onze kringen staat? Ik kan het me niet voorstellen dat ouders, die leven naar Gods Woord, zich onzeker voelen. En ditzelfde geldt voor de jeugd. Ik dacht dat de ouders van de Gereformeerde Gemeente wel een andere mening hadden d.an die U naar voren bracht".

Dit is de hele inhoud van de brief. Het is wat summier en voor ons ook niet helemaal duidelijk. Toch willen we hierop ingaan. Allereerst die eenzijdige belichting. In het genoemde artikel hebben we een korte schets willen geven van een groot deel van de jeugd van nu. Mèt hun achtergronden, d.w.z. ouders die de Bijbel niet (meer) als richtsnoer in hun leven hebben en. daardoor ook hun kinderen weinig houvast kunnen geven. Onzekerheid dus bij deze ouders en hun kinderen. Is die tekening eenzijdig? Het gaat om het beeld van een bepaald soort jeugd. Jeugd, waarmee wij ook iedere dag in aanraking kunnen komen. Jeugd ook met een totaal andere overtuiging en levensopvatting. We kunnen ons niet van hen distantiëren. Ze is er en we komen op allerlei manieren met haar in aanrakind. Daarom hebben we over hen gesproken. Om te weten waarom deze jongelui zo zijn en hoe we onze houding tegenover hen moeten, bepalen. Dat doen we o.a. door het kontakt met de jeugd uit eigen milieu. Met jongens en meisjes die ook door hun ouders gewezen zijn op de waarde van Gods Woord. We hebben zelfs letterlijk gezegd: „Wellicht (en hopelijk!) herken je hierin niet je eigen ouders (respectievelijk jezelf). We geloven ook niet dat hier het beeld getekend wordt van de ouders van onze jeugd. Maar wel van vaders en moeders uit onze tijd". We hopen daarom dat het meisje, dat deze brief geschreven heeft, dit bewuste artikel nog eens rustig en goed wil overlezen.

Liefde moet groeien.

In grote lijnen verloopt de ontwikkeling van onze gevoelens ten aanzien van anderen bij ieder mens hetzelfde. Allen zijn we ons leven als baby begonnen. De baby weet nog niet bewust van het bestaan van anderen af. Hij weet hoogstens dat hij er zelf is. Zo'n klein mensje in de wieg voelt honger, kou, pijn, natheid. Dat zijn onaangename gevoelens, die zo gauw mogelijk moeten verdwijnen. Dit uit de baby door te gaan huilen. Hij geniet ervan als moeder hem ete n geeft en verzorgt. Hij speelt met zichzelf en kraait van plezier. Hij houdt van zichzelf. Alleen van zichzelf, omdat er in feite voor hem nog geen andere mensen bestaan. Deze eigenliefde kan ook later nog eens sterk geaccentueerd worden. En wel in de periode dat een jongen man wordt en een meisje vrouw. Ons lichaam, ook ons gezicht, verandert dan zo sterk dat we weer geweldig veel aandacht voor onszelf krijgen. Ook ontstaan er allerlei nieuwe en vaak verwarrende gevoelens. De eerste zaadlozing is voor de jongen een ingrijpende gebeurtenis, evenals de eerste menstruatie dat voor het meisje is. Hoe hebben we dat ervaren? Hadden onze ouders ons hierop voorbereid? Of wisten we liet van de straat? Bij sommigen is het misschien volkomen onverwachts gekomen. Zo'n jongen of meisje kan met vreselijke angstgevoelens rondlopen en denken aan een ernstige 1 ziekte. Dit intieme en tere onderwerp in de opvoeding is bij uitstek een taak voor de ouders. Voor zo'n gesprek is een sfeer van vertrouwen onmisbaar. En waar kunnen we die beter zoeken dan in de verhouding tussen ouders en kinderen? Als er in die periode geen plaats is voor een vertrouwelijk samen-praten zal het later nog veel moeilijker zijn om hiertoe te komen. Misschien zijn er ook jonge ouders onder de Daniël-lezers, die zich geplaatst

zien voor het met vertrouwen verder leiden van hun kind, ook op dit gebied. Dan kunnen we U het mooie en wijze boekje van wijlen Prof. Waterink aanraden: „Hoe vertellen we het onze kinderen? " Geen theoretisch betoog, maar zeer praktisch gericht. Een kunst, die Prof. Waterink wonder goed verstond.

De veranderingen in ons lichaam roepen dus meer aandacht voor onszelf op. Dat is een volkomen normaal verschijnsel, dat iedere jongen en elk meisje op een gegeven moment kent. Het hoort bij het volwassen worden, mits het niet gaat overheersen in je leven. De aandacht voor onszelf gaat, als het goed is, over in de aandacht voor de ander. Zo is het ook met de baby. Hij gaat moeder herkennen en van haar houden: de gevoelens van liefde zijn nu niet alleen maar op zichzelf, maar ook op de buitenwereld gericht. En bij het ouder worden wordt die buitenwereld steeds groter: vader, broers en zusjes, familie en kennissen, vriendjes en vriendinnetjes. Zo krijgt op de lagere school de jongen zijn vriendjes en het meisje haar vriendinnetjes. Maar bij het ouder worden gaan we ook aan onze toekomst denken: wat wil ik worden? Dan kan het zijn dat we een ouder iemand van hetzelfde geslacht gaan vereren. Misschien weet je nog wel hoe je vroeger als jongen grote verering kon hebben voor b.v. de dominee. Die man imponeerde je en jij wilde dat later ook worden. Of een meisje, dat veel belangstelling en liefde heeft voor b.v. een verpleegster die op de zendingsvelden werkt. Een verborgen verering voor oudere mensen van het eigen geslacht: toekomstdromen. Ook kan het gebeuren dat we verliefd raken op een oudere van het andere geslacht: een meisje wordt verliefd op een leraar of een jongen vindt het heerlijk als de vriendin van zijn oudere zus komt. Je vindt dan de jongens of meisjes van je eigen leeftijd kinderachtig. De oudere man of vrouw boeit veel meer. Dat is pas romantiek!

Na onze vriendjes of vriendinnetjes op de lagere school hebben we dus vaak meer belangstelling gekregen voor de ouderen. Eerst van hetzelfde geslacht. Daarna van de andere sexe. Allemaal gebeurtenissen die veel jongens en meisjes meemaken. Tot de spannende tijd aanbreekt dat je als jongen belangstelling krijgt voor meisjes en als meisje voor jongens van ongeveer je eigen leeftijd. De periode waarover het in deze artikeltjes eigenlijk gaat.

In tegenstelling tot vroeger is er vandaag volop gelegenheid voor een vrije vriendschappelijke omgang tussen jongens en meisjes. Een gemengde groep vrienden en vriendinnen kan een gezonde zaak zijn. Je leert op een ongedwongen en natuurlijke wijze met elkaar om te gaan, zónder dat er direct aan andere dingen gedacht hoeft te worden. En we vinden het zelfs heel belangrijk dat je in een ongedwongen sfeer er achter komt hoe jongens, respectievelijk meisjes zijn en zich gedragen, zonder dat er van een persoonlijke verhouding sprake is. Niet iedereen heeft het voorrecht om veel broers en zusters te hebben, met de gezelligheid en het kontakt met de vrienden en vriendinnen! In die vriendschappelijke omgang kan op de achtergrond ook het verlangen naar de ene ander opkomen. Een verlangen, waar we niet makkelijk over praten, maar dat iedereen kent. En dan is het fijn als we die ander in de eerste plaats bij jongens en meisjes in ons eigen milieu kunnen vinden. Dat eigen milieu houdt veel in. Daarmee bedoelen we allereerst dat we iemand zoeken met dezelfde opvoeding en overtuiging. We hebben de vorige keer gezien hoe belangrijk dat is. Maar dat niet alleen. Ook de ontwikkeling is van belang. Want daarmee hangt direct samen onze belangstelling, onze vrijetijdsbesteding en onze vriendenen kennissenkring. Sluit daarom niet te vroeg „vaste verkering", want je bent zelf nog helemaal in ontwikkeling. Doe het niet uit een gevoel van innerlijke onzekerheid of uit angst om over te schieten. Gun jezelf de tijd om anderen te leren kennen en daarmee ook jezelf. De een vind je leuk om te zien, maar met een ander kun je weer beter over je liefhebberijen praten, terwijl een derde je weer beter begrijpt ten aanzien van de meest persoonlijke vragen in je leven. Dan zou je wel willen dat die drie mensen in één persoon te vinden waren. Kies dan nog niet, want met geen van drieën kun je tot een goed huwelijk komen. Ga frank en vrij met anderen om en doe de grote stap niet te vlug. Niet voor je achttiende jaar. Liefst nog later. „Beter er óm verlegen dan er méé verlegen" wordt vaak gezegd. Die grote stap geldt niet alleen jezelf, maar ook de ander. Loop niet zó hard van stapel dat je bij de ander misschien verwachtingen oproept, waarvan later mogelijk kan blijken dat je ze helemaal niet kunt beantwoorden. Ook de ander heeft zijn/haar gevoelens en de behoefte aan geborgenheid. Daar mogen we niet mee spelen. Beloof en geef niet meer

onder ons gezegd

dan je op het moment kunt verantwoorden. Dat houdt in dat de eerste kennismakingstij d alleen bestaat uit een gezonde vriendschappelijke omgang. Dus niet direct als stelletje voor d.e dag komen. Maar ook niet te hard van stapel lopen met allerlei lichamelijke intimiteiten. Speel niet met de ander en gooi jezelf niet te grabbel!

Bleulandweg 298, Gouda.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1969

Daniel | 16 Pagina's

Niet te vroeg!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1969

Daniel | 16 Pagina's