Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ATTENTIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ATTENTIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BEDOELING

Een nieuwe rubriek onder het opschrift „ATTENTIE” vraagt thans uw aandacht. U vraagt naar de bedoeling? Ik dacht, dat het opschrift voldoende zegt. Zo nu en dan willen wij attenderen op dingen, die in het kerkelijk en godsdienstig leven plaats vinden, en die ons alien oproepen nauwkeurig toe te zien, dat het pand van de oude gereformeerde waarheid niet verloren zal gaan. Vooral onze tijd roept ons op om attent te zijn. Hoeveleeenvoudigen zijn onkundig, en worden onkundig gehouden ten opzichte van die dingen, die het kerkelijk leven beroeren en de waarheid afknabbelen. Te gemakkelijk wordt ook vaak gezegd: „Ik ben maar blij, dat ik alles niet weet, ik bemoei me er maar niet mee”, want al is dat wel het gemakkelijkst, de eis der Schrift ligt anders. De Heere wil, dat we attent zijn, vooral als het gaat om de waarheid.

In Jes. 58 lezen wij: „Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin en verkondig Mijn volk hun overtreding, en het huis Jakobs hun zonden”. Toen Sisera het volk van Israel benauwde, trok zelfs een vrouw, Debora, op om de vijand te^slaan, en tot die voorname stam Ruben klonk het verwijt: „Waarom bleeft gij zitten tussen de stallingen om te horen de blatingen der kudden? De gedeelten van Ruben hadden grote onderzoekingen des harten”. Ruben sprak welveel, maar deed tenslotte niets!

Laten wij proberen u het optrekken van de vijandelijke legers tegen de waarheid te laten zien. Ook die zich zo bedekt opstellen, en dan zien wij de vijand ver af, maar ook o zo dicht nabij. Dan zullen wij die vijand zelfs moeten ontdekken in eigen hart.

In geheel de opzet van deze rubriek hopenwij ook te kunnen voldoen aan het verzoek van vele lezers om ook belangrijk kerknieuws in ons blad te vermelden.

GEZANGEN IN DE KERK?

Eén der oorzaken van de afscheiding in 1834 was de strijd om de gezangen. Naar het schijnt is er nu weer een nieuwe strijd op komst, want u hebt het kunnen lezen in de dagbladen: „Chr. Ger. vragen meer gezangen”. De classis Amsterdam heeft namelijk besloten twee verzoeken aan de generale synode te doen tot uitbreiding van de gezangenbundel. De classis vraagt meer berijmde schriftgedeelten en gezangen, die geen direkte berijming van schriftgedeelten zijn. Bij berijmde schriftgedeelten worden in het voorstel als voorbeelden genoemd: „Daar is uit ’swerelds duistere wolken” (Jes. 9); „De dorre vlakten der woestijnen” (Jes. 35) en „Wie heeft op aard’ de prediking geloofd” (Jes. 53).

In het tweede voorstel vraagt de classis de mogelijkheid te overwegen om gezangen, die wel geen direkte berijming van schriftgedeelten zijn, maar de heilsopenbaring, waar deze in het Oude Testament nog duister, maar in het Nieuwe Testament zeer klaar is (N. B.G. art. 9) beter dan depsalmen kunnen bezingen, voor gebruik in de eredienst toe te laten, opdat de kerk van Christus met langer verhinderd zij, de naam van haar Heere Jezus in haar lied te noemen.

Zo gaan we steeds tochvooruit. Eenspontaan geestelijk leven schijnt er op eenmaal in de kerken op te bloeien. De nieuwe liturgie mag er zijn, u weet wel van zitten, staan, staan, zitten. Zitten als de Koning der koningen wordt aangesproken, maar staan als een mens, die ambtsdrager mag zijn, binnenkomt, en dan de nieuwe vertaling, die zo vlot loopt, ’t ritmisch zingen, en straks de nieuwe psalmberijming en de uitbreiding van de zo pas genoemde gezangen. Wat zullen de kerken straks vol worden als het oude straklijnige voorgoed zal zijn weggedaan.

Zouden wij hier niet moeten attenderen op een duidelijke openbaring van de geest van onze tijd? Een geest van oppervlakkigheid en vormelijkheid, waarbij vaak woorden worden gesproken van de zaken, maar waarbij de zaken van de woorden op de achtergrond worden gesteld.

Zo lees ik in de instruktie van cje classis Amsterdam: „Opdat de kerk van Christus niet langer verhinderd zij de naam van haar Heere Jezus Christus in haar lied te noemen”. Benadrukt wordt hier dus het noemen van de Naam. Ik denk in dit verband aan een uitspraak van een oud-hoogleraar: „Eenprediker kan in zijn predikatie welhonderdmaal de naam van Jezus noemen, en datinde kern van de prediking niets van Jezus gevonden wordt, terwijl anderzijds een prediker, die de naam van Jezus niet noemt, volop een echte Christus-prediker kan zijn”. Wij kennen dan ook in onze catechismus de strofe: „Ofschoon zij met de mond in Hem roemen”

Terecht is dan ook opgemerkt, dat onze oud testamentische psalmen volop Christus- of Messiaanse psalmen genoemd kunnen wor den; wat dat betreft leeft de kerk heus niet in een „vrijwillige armoede” als zij in oudtestamentische klanken de schoonheid van haar Koning en Zaligmaker bezingen mag. Daarbij komt, dat de kerk in de psalmen vindt, wat nog rijker is, namelijk de in en door Christus verzoende gemeenschap met God! Zo heeft men de psalmen wel Christocentrisch-Theologisch genoemd, d.w.z. juist de psalmen wijzen ons in Christus de weg tot de verzoende gemeenschap met God! Dat is de diep geestelijke inslag van onze psalmen, waar het naar God bedroefde zondaarshart dan ook zijn zielsvertolking in vinden mag. Helaas hebben honderden, ja duizenden genoeg aan het zingend noemen van, en zingend roemen in de naam van Jezus, terwijl de verzoende gemeenschap met God niet wordt gezocht, en de verborgen gemeenschap met God niet wordt gekend.

De geschiedenis heeft daarom reeds bewezen, dat de roep om gezangen voortkomt uit een geest van oppervlakkigheid en vormelijkheid, en vandaag aan de dag is het tevens een gecamoefleerd middel om het ritmisch en vlugge kerkgezang in de hand te werken, en de kerkgang van de eenvoudigen nog onmogelijker te maken.

OORLOG OM DE VREDE

Daar wordt nogal gesproken over de oorlog in Vietnam. In de dagbladen, op de preekstoel, tot zelfs op de Synodale vergaderingen toe. Inmiddels kwam van de (synodaal) gereformeerden een vredesoffensief tot verzoening met de vrijgemaakt gereformeerden. Dit vredesoffensief dreigt echter in „bloed en tranen” onder te gaan. Wat een felle verwijten worden op deze kerkelijke vergaderingen gehoord. ’t Gekletter van de wapenen is niet van de lucht, en dat allemaal om de vrede. Bidt om de vrede van Jeruzalem, en inmiddels wordt de 6en na de ander geschorst, ’t leven ondragelijk gemaakt. ’t Woord „honden” is reeds gevallen en de Chr. Ger., die reeds jaren, door middel van samenspreking, de vrede proberen te zoeken, worden als een satanische centrumpartij buiten gevecht gesteld, omdat zij gemeenschap zoeken met hen, die avondmaalgangers vervolgen

’t Klinkt haast ironisch, dat op deze synodale vergaderingen ook nog gesproken werd over een z.g.n. vredesweek, met een uitgesproken „vredeszondag”, maar daar kwamen ook al weer verschillende wapenen aan te pas. Ik dacht zo, als de Vietnamezen wisten van al dat oorlog voeren in de kerken, waar meer slachtoffers vallen dan op de slagvelden, dat ze beter een „vredeszondag” in Vietnam konden uitschrijven, opdat de kerken van Nederland zouden luisteren naar Gods stem: „Hoor de roede en wie ze besteld heeft”.

KERKDIENSTEN MET GLAASJES RANJA

Wonderlijke dingen kan men soms lezen. Zo las ik in één van de dagbladen over een persoon, die de gewone kerkdiensten wat saai en duf vond, en daarin graag verandering zag gebracht. Zo zag hij graag een doopdienst met allemaal kinderen aan één tafel. Voor de doop eerst een glaasje ranja, dan een korte vertelling over schepping en geboorte, en na de doop het zingen van: lang zal het kindje leven U vindt dat spotten, zegt ge?

Nu dat is ook zo. Maar dat dit leeft bij weldenkende mensen, dat is een symptoom, dat is een teken van de vervlakking van het godsdienstig geestelijk leven van onze tijd. Wij spreken dan maar niet over de roep om z.g.n. „open avondmaalstafels”, over de dreigende (..0 houding van een groep jongeren, die zelfs doordringen tot de synodale vergaderingen met de „eis”: wij willen avondmaal vieren zonder belijdenis, enz., over kinderen, die in de kerk de z.g.n. voorbede van een briefje moeten aflezen. Al deze dingen roepen ons toe: Wees attent en bewaar het pand u toebetrouwd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's

ATTENTIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 december 1967

Bewaar het pand | 4 Pagina's