Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jouw beroep een goddelijk  beroep?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jouw beroep een goddelijk beroep?

Over de zin van je werk

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heeft het werk dat ik doe, wel zin? Vraag jij je dat ook wel eens af als je achter je bureau zit, of in de auto, op weg naar de volgende klant? Als je in de verzorging werkt, in het onderwijs of jeugdwerk, dan speelt die vraag misschien minder. Dan zie je immers vaak direct resultaat van je werk: een dankbaar gezicht van een patiënt, of vooruitgang bij één van je leerlingen, die de opdrachten zo moeilijk vindt. Sommige mensen denken wel eens dat een beroep dat niet direct met geestelijke, sociale of verzorgende zaken te maken heeft, niet zo nuttig is. Je doet je werk wel en er gebeurt van alles, maar je ziet uiteindelijk weinig van het resultaat. Samen met heel veel anderen houd je een proces gaande, maar het eindresultaat staat niet aan het eind van de dag op je bureau te pronken. Vandaar de vraag: wat is de zin van mijn werk? Dien ik de Heere hier wel mee?

Brood op de plank

Vroeger dacht men niet zo na over de vraag of het wel zin had watje deed. Zin of geen zin: het werk moest gewoon gebeuren, anders kwam er geen brood op de plank. Het was daarbij voorde meeste mensen niet de vraag of elk beroep een goddelijk beroep was. Werk was een opdracht van God. Zo las je dat in de Bijbel en zo hoorde je het in de kerk. Het was de Heere Die je dat werk gaf en daarom was het goed. In de Heidelberger Catechismus vind je deze gedachte terug. Bijvoorbeeld in Zondag 42, als het achtste gebod behandeld wordt. Daar staat: ... dat ik trouwe!ijk arbeide, opdat ik de nooddruftige heipe moge. Getrouw je werk doen dus, om zo een anderte helpen: een nooddruftige, dat is iemand die in nood is. En Zondag 49 geeft als antwoord op de vraag naar de betekenis van 'Uw wil geschiede' ...opdat een ieder zijn ambt en beroep zo gewillig en getrouw moge bedienen en uitvoeren, als de engelen in de hemel doen.

In oma's tijd

Tegenwoordig moetje al heel vroeg nadenken over 'watje later worden wilt' en welk profiel of welke vakken je moet gaan kiezen. In de tweede klas van het voortgezet onderwijs begint dat al. Heb je er ooit over nagedacht, dat leeftijdsgenoten die aan het begin van de vorige eeuw leefden, al aan het werk waren toen ze dertien of veertien jaar oud waren? Het was noodzaak, omdat ze zo meehielpen om de kost te verdienen en het gezin te onderhouden.

In zo'n situatie is er geen tijd om lang na te denken over watje het liefst worden wilt. Je kon doen wat er op dat moment mogelijk was. Veel te kiezen was er dus niet. Tijd om na te denken over de vraag of het zin had watje ging doen, al helemaal niet. Nu er zoveel te kiezen valt en we ook tijd hebben om ons daar druk over te maken, is het gevaar groot dat je niet weet wat je moet gaan doen. Je zult de eerste niet zijn, die er moeite mee heeft om een beroepskeuze te maken. Mijn oma had dat 'probleem' dus helemaal niet-en jouw oma waarschijnlijk ook niet.

Bij mijn oma ging het ongeveer als volgt. Laten we haar voor het gemak Cornelia noemen.

Cornelia 's moeder overleed toen Cornelia nog erg jong was. Haar vader had niet veel tijd om voor haar te zorgen en daarom werd ze ondergebracht bij haar oma. Daar groeide ze op. Toen Cornelia een jaar of veertien was, overleed één van haar ooms. Zijn vrouw bleef achter met vier kleine kinderen en een boerderij die gerund moest worden. Goede raad was duur: er moest een oplossing gezocht worden. Want én voor de kinderen zorgen én de boerderij draaiende houden, dat was een onmogelijke opgave voor Cornelia's tante. Men bedacht dat Cornelia oud

genoeg was om de zorg voor de kinderen op zich te nemen. En zo kwam het dat zij enkele jaren grotendeels de opvoeding van haar nichtjes en neefjes op zich nam, terwijl haar tante zorgde dat het bedrijf draaiende bleef.

Zo ging dat in die tijd: Cornelia had geen keuze. Maar ik heb nooit gehoord dat ze er later spijt van gehad heeft, of dat ze achteraf ontevreden is geweest over de gang van zaken.

Het ene beroep 'meer goddelijk' dan het andere?

We leven echter niet meer in de vorige eeuw, maar in 2002, en dat brengt met zich mee dat er andere dingen van ons gevraagd worden. Het is te negatief om te stellen dat alle mensen zich afvragen of hun werk wel zin heeft. Er zijn veel mensen die dat probleem ook nu helemaal niet hebben. Ze doen hun werk en hebben er plezier in. Elke dag stappen ze fluitend de deur uit en komen ze fluitend weer thuis. Natuurlijk zijn er ook wel dagen dat het anders is, maar dat zijn uitzonderingen.

Toch denk ik dat we de gedachte dat elk beroep een goddelijk beroep is, wat zijn kwijtgeraakt. We maken onwillekeurig onderscheid: er zijn 'nuttige' (dienende) beroepen, bijvoorbeeld werk in de zorg en het onderwijs - en niet te vergeten het werk in Gods Koninkrijk - en er zijn andere beroepen. De eerste beroepen zijn eigenlijk 'meer goddelijk' dan de laatste. Tenminste, zo ervaren we dat.

Heb ik het goede beroep gekozen?

Er is dan ook veel veranderd in onze werksituatie vergeleken met vroeger, toen de mensen nog met hun handen hun brood moesten verdienen. Overal hebben machines en computers ons letterlijk en figuurlijk het werk uit handen genomen. Veel dingen wórden voor ons gedaan, zodat we over bepaalde dingen niet meer na hoeven te denken. Wat overblijft is het 'hoofdwerk'. De meeste mensen hebben een baan waarbij ze vooral met 'hun hoofd' werken, op een kantoor, . Samen met collega's ben je bezig om iets tot stand te brengen, en wat ieder persoonlijk doet, is slechts een schakeltje in het grote geheel. Je kunt je voorstellen dat je je gaat afvragen of het wel nuttig is watje doet. Ben ik dienstbaar op deze manier? Is dit wa de Heere van me vraagt, of kan ik me nuttiger maken als ik van baan verander?

Als je begrijpt waar je gevoel van

onbehagen vandaan komt, is het gemakkelijker om deze vraag te beantwoorden. Ik noem twee mogelijkheden.

De eerste is datje wel op de goede plek zit, maar dat je misschien te weinig uitdaging hebt, of te weinig vrijheid krijgt. Ik zal dat duidelijk maken met een voorbeeld.

Marianne werkt al een aantal maanden in een bakkerij, maar ze merkt steeds meer dat het werk haar tegen gaat staan. Het enige wat ze hoeft te doen, is het helpen van de klanten en de telefoon aannemen om eventuele bestellingen op te nemen. Haar baas zorgt voor de inrichting van de winkel en etalage. Maar Marianne merkt dat ze steeds in gedachten bezig is om bepaalde dingen op de toonbank anders neer te zetten en ook in de etalage ziet ze dingen die ze aan zou willen pakken. Ze besluit om eens met haar baas over haar ideeën te praten. Na enig praten weet ze hem te overtuigen van haar plannen. Hij zegt dat ze het maar eens moet proberen. De dagen daarop brengt Marianne de nodige veranderingen aan en de klanten blijken het te waarderen. Ook haar baas merkt dat en hij geeft Marianne toestemming om voortaan naar eigen inzicht de winkel en etalage in te richten.

De tweede mogelijkheid is datje echt niet op de juiste plek zit. Je doet nu gewoon niet het werk waarin je je ei kwijt kunt. Het is nuttig om je af te vragen waar dat aan ligt, en hoe je dat op kunt lossen. Het hoeft niet te betekenen datje weer een nieuwe opleiding moet gaan volgen. Dat kan natuurlijk wel, maar het kan al helpen om binnen je vak eens te kijken welke (andere) mogelijkheden er zijn. Opnieuw een voorbeeld.

Nadat Pieter zijn opleiding Personeel en Arbeid afgerond heeft, solliciteert hij naar verschillende functies als personeelsfunctionaris. Na enkele sollicitatiegesprekken wordt hij aangenomen als assistent personeelsfunctionaris van een kleine instelling. Hij komt op een klein kantoor te werken, samen met vier andere collega's. Vandaaruit regelt hij de administratie (loonstroken, en dergelijke) van werknemers die voor de instelling op verschillende plaatsen in het land hun werk doen. Als Pieter er een jaar gewerkt heeft, moet hij bekennen dat hij het absoluut niet naar zijn zin heeft. Hij mist de uitdaging en het contact met de mensen. Wat nu? Hij besluit opnieuw te gaan solliciteren, nu in een heel andere sector, en wordt medewerker op een groot ITkantoor. Hij bezoekt klanten en brengt een softwarepakket aan de man. In het begin is het spannend, het werk is totaal nieuw en Pieter vindt het wel interessant. Na een jaar is hij echter behoorlijk gestresst geraakt en weer begint hij zich voorzichtig af te vragen of hij dit wel de juiste baan is. Hij heeft niet het gevoel dat hij erg succesvol is in het verkopen van het softwarepakket.

Op een dag ziet hij een advertentie in de krant, die hem geweldig aanspreekt. Er wordt een personeelsfunctionaris gevraagd bij een grote dienstverlenende instelling. Deze instelling is pas gefuseerd en het is de taak van de nieuwe personeelsfunctionaris om de medewerkers van de verschillende instellingen een nieuwe werkplek te geven, die bij hen past. Pieter verwacht niet dat hij aangenomen zal worden, maar niet geschoten is altijd mis, denkt hij. Tot zijn grote verbazing wordt hij uitgenodigd voor een gesprek en enige tijd later voor nog een tweede gesprek. Ze willen hem graag hebben. Hij zegt natuurlijk 'ja', ook al heeft hij nog steeds het gevoel dat hij hier te jong en onervaren voor is. Al na enkele maanden blijkt dat hij nu wel op de juiste plek zit. Elke dag doet hij met veel plezier

zijn werk en geniet hij enorm van het contact met zijn collega 's.

Handvol met rust

Elk beroep nog steeds een goddelijk beroep? Ja! Je vindt het misschien overdreven om het zo te stellen, maar het staat vast dat de Heere ons de mogelijkheden geeft om te werken. Wij maken daar gebruik van. Zo kunnen we de Heere dienen met ons werk. Als je dat voor ogen houdt, komen de dingen in een ander licht te staan.

Je werk is tegenwoordig een stukje van jezelf, en daarom vinden wij het belangrijk dat het voldoening geeft. Dat is iets van deze tijd, maar zo werkt het nu eenmaal in onze maatschappij. Als je vindt datje die voldoening mist, kun je proberen om voor jezelf een doelstelling te maken: mijn werk is goed, omdat ik dit of dat bereik. Dat kun je dan voor jezelf invullen. Zo werk je als het ware iedere dag naar iets toe. Maar realiseer je ook datje werk niet het belangrijkste is in dit leven. Het neemt je wel het grootste deel van de dag in beslag, dat is waar, maar het mag je niet helemaal opslokken. Salomo, de Prediker, waarschuwt ons daarvoor: Een handvol met rust is beter dan beide de vuisten vol wet arbeid, en kwelling des geestes.

Wachtpost

Er is een gevaar dat we ons gevoel van onbehagen teveel op de voorgrond stellen. Ik wil jullie de gedachten van Calvijn hierover niet onthouden. Hij was iemand die vaak benadrukte dat we in alles maat moeten houden. Calvijn wist hoe we ons als mens druk kunnen maken over de vraag of ons leven wel op de juiste manier verloopt. In zijn Institutie zegt hij het ongeveer zo:

De Heere heeft iedereen in zijn leven op een wachtpost gesteld, zodat je niet heel je leven hoeft te rond te dwalen op zoek naar een plaats die het best bij je past. Het is voor ons voldoende om te weten dat in elke situatie waarin we verkeren, de Heere ons roept om goed te handelen en onze plicht te vervullen. Als je dit voor ogen houdt, is je leven heel goed ingericht. Dan is er niemand die doorzijn eigen onbezonnenheid gedreven, meer probeert dan zijn roeping inhoudt. Dan weet je dat je je grenzen niet hoeft te overschrijden. Als je zo trouw bent op de wachtpost waar de Heere je stelt, word je ook getroost als er moeilijkheden komen. Dan weet je dat de Heere je op deze plek heeft gesteld en je ook hier tot een Leidsman zal zijn. En bovendien is het een uitnemende vertroosting om te weten dat er geen werk zo onaanzienlijk en gering is, dat - als je maar gehoorzaamt aan je roeping - niet in Gods oog schittert en voor kostbaar gehouden wordt (Institutie III, X, 6).

Bij het schrijven van dit artikel heb ik gebruik gemaakt van drs. M.A. de Ronde, Zin in werken, een uitgave van de CHE, Ede

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Daniel | 30 Pagina's

Jouw beroep een goddelijk  beroep?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 september 2002

Daniel | 30 Pagina's