Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jij en je grootouders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jij en je grootouders

Het vijfde gebod geldt een leven lang

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat heeft mijn vader, mijn moeder, mijn opa, mijn oma me nu nog te vertellen. Laten ze hun mond houden. Waar bemoeien ze zich mee? Ik weet het zelf wel, ik zoek het zelf wel uit. Wat heb ik met vroeger te maken, nu is alles toch anders? Ze begrijpen er niets meer van. Wie zal deze gedachten nooit hebben?

Ouderen in de Bijbel

Bij ons heeft het woord 'oud' over het algemeen een negatieve klank. Oud is: het heeft zijn tijd gehad, het is niet meer in tel. Het nieuwe, het jonge dat is waardevol.

In de tijd van de Bijbel was dat heel anders. In het Oude Testament lezen we van mensen die in stamverbanden, familieverbanden bij elkaar bleven wonen. De oudste, opa of de oudste broer, had het meeste gezag. Naar hem werd geluisterd, aan hem werden vragen gesteld. De oudsten waren mannen van de oudere generatie die in allerlei zaken over het dagelijks leven, de rechtspraak konden worden geraadpleegd. Dit respect vindt zijn oorsprong in het vijfde gebod eert uw vader en uw moeder. Aan een oudere

stond je als jongere je plaats af uit eerbied, dan behandel je hem met respect (Leviticus 19 : 32).

Wijsheid verkreeg men toen niet via opleiding op scholen, maar via voordoen van de oudere generatie. De inbreng en levenswijsheid ook ten aanzien van de Heere en Zijn Woord kan men niet missen. Men verzorgde als het goed was de oudere generatie met liefde. Als de levensavond daar was en de gebreken zich lieten voelen dan vraagt Gods Woord nog om dit eren. Het vijfde gebod geldt een leven lang. In de gebreken en moeite dient men als (klein-) kinderen trouw te zijn in allerlei vormen van zorg. Op basis van het vijfde gebod lezen we daarom in het apocriefe boek Wijsheid van Jezus Sirach (3:14) Indien hem het verstand begeeft, zo houd hem dat ten goede en (wacht u) met alle vermogen dat gij hem niet onteert.

De kroon der ouden

Kinderen en kleinkinderen ontvangen is en was een zegen van God. Een zegen die onder Israël niet vanzelfsprekend was. De kroon der ouden, zegt Salomo zijn de kindskinderen, en der kinderen sieraad zijn hun vaderen (Spreuken 17:6).

Als het goed was, hadden ouders liefde voor hun kinderen, klein-en achterkleinkinderen. We lezen van de laatste vijftig jaar van Jozefs leven heel weinig in de Bijbel. Wij zouden misschien willen weten hoe het verder ging met de regering van Jozef als onderkoning in Egypte. Voor Mozes geleid door Gods Geest is echter maar één ding belangrijk: Jozefs klein-en achterkleinkinderen werden op zijn knie geboren.

Daarin wordt uitdrukking gegeven aan de zegen die God gaf in een familie-en liefdesband. Zijn nageslacht liet Jozef Gods Woord na: e Heere kan en zal uitkomst geven uit de nood en dood van Egypte. David worstelt bij het ouder worden in zijn gebeden: aarom ook, terwijl de ouderdom en grijsheid daar is, verlaat mij niet, o God, totdat ik deze geslachte verkondige Uw arm, allen nakomelingen Uw macht (Psalm 71 : 18).

Ook in het Nieuwe Testament vinden we deze lijn terug als de apostel Johannes schrijft: k heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor dat mijn kinderen in de waarheid wandelen (3 Johannes : 4).

Levenswijsheid

De combinatie oud en wijs, die veel voorkwam in het oude oosten was onder Israël niet vanzelfsprekend. In het doorgeven van ware wijsheid ging het vooral om ervaring en levenswijsheid die voortkwam uit de vreze des Heeren. Alleen Gods Geest maakt waarlijk wijs. Van deze wijsheid hebben veel (klein-)kinderen door de eeuwen heen gezien: de Heere alleen maakt waarlijk welgelukzalig in bekering en vergeving der zonden. Van generatie op generatie blijft gelden: woorden wekken, maar voorbeelden trekken.

Wat spreekt de Bijbel ook van de verwoestende kracht van de zonde, in het geven van verkeerde voorbeelden: ie de misdaad der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die mij haten (Exodus 20 : 5b).

Generatieverschillen

Verschillen waren er tussen de generaties in de Bijbel ook. Bij de grondlegging van de tempel onder Ezra zijn ouderen en jongeren aanwezig (Ezra 3). De ouderen wenen en de jongeren juichen. Het is een wenen omdat de vorige tempel mooier was, het is juichen omdat er weer een tempel in aanbouw is. Job was bezorgd over zijn kinderen in het houden van hun feestmaaltijden. Hij offerde dan voor hun zonde, voor alle tien een offer (Job 1 : 5).

Wat is er echter ook sprake van eenheid tussen geslachten als God werkt. Jakob spreekt dan van: en ware de God van mijn vader... bij mij geweest was (Genesis 31 : 42) en Paulus schrijft over de band tussen Timotheüs met zijn grootmoeder Loïs en zijn moeder Eunice (2 Timotheüs 1 : 5).

Wijsheid vandaag

'Ze zijn er wel, maar ze begrijpen me niet'. Voor hoevelen van ons zal dit niet gelden, als we denken aan onze grootouders. De tijd waarin wij leven is 8 "» Daniël zo anders dan toen opa en oma zo oud waren ais wij nu. Materieel hebben we het veel beter, daarnaast leren we veel meer dan onze grootouders. Hoeveel grootouders zijn er niet die alleen op wat we nu de basisschool noemen, gezeten hebben. Zij stammen nog uit de tijd dat levenswijsheid van de ouderen in tel was. Door de gewijzigde opleiding en de eisen die de maatschappij stelt, telt tegenwoordig vooral de mate van scholing. Bedrijven zoeken jonge mensen met kennis die upto date is. Vandaar dat in de samenleving de waardering voor jonge mensen omhoog is gegaan en de waardering voor ouderen is gedaald.

Hetzelfde werk als opa

Van geslacht op geslacht kon men vroeger spreken over het agrarische leven waar velen van afhankelijk waren. Wat de kleinkinderen deden, hadden opa en oma in hun jonge jaren ook gedaan. Als het over het werk ging, de zorgen om rond te komen dan begrepen de generaties elkaar heel gemakkelijk. Opa kon vertellen wat hij in een tijd van grote droogte had gedaan. Datzelfde bood voor de kleinzoon in zijn leven een oplossing. De afhankelijkheid van de Heere in het werk, in regen en droogte, in zorg voor kinderen met een schaars inkomen was in de tijd toen opa en oma jong

waren veel groter. Wie doet vandaag nog hetzelfde werk als opa? Als we al hetzelfde doen wat heeft de techniek ook in de landbouw alles niet veranderd. Gebrek, te weinig inkomsten, wie weet wat dat vandaag is? Welvaart verduistert het zien op de Heere, het de Heere nodig hebben in de dagelijkse nood. Wat leven wij vooral voor ons eigen-ik. Door dit individualisme valt het belang van sociale verbanden weg.

Samen leven?

We wonen vaak verder van onze grootouders dan vroeger toen iedereen op het dorp bleef wonen. Toen je

hetzelfde op het dorp meemaakte. Ook daarover kunnen we niet meer met elkaar praten. Het maatschappelijke leven jaagt ons steeds meer voort. Wij moeten al jong mondige mensen zijn, die alles moeten kunnen verwoorden. Onze grootouders zijn opgegroeid in een maatschappij waar alles veel trager ging en naar hun mening niet werd gevraagd. Onder andere deze verschillen maken, dat we vaak niet het geduld hebben om te wachten op de woorden van opa en oma, soms geen tijd hebben om er regelmatig te komen. En kom je ergens weinig dan heb je elkaar ook steeds minder te zeggen.

Zonden werken vandaag nog verwoestend door in de relatie tussen generaties. Er zijn familieverbanden verscheurd doordat (groot-) ouders geen liefde hadden voor hun nageslacht, zich vergrepen aan hun nageslacht. Samen leven kan dan onmogelijk zijn geworden. Wat kan dat bitter zijn.

Samen praten

Wat wordt samen leven aan de andere kant ook niet bemoeilijkt door dingen te verzwijgen voor het voorgaande geslacht. 'Daar moetje ze niet mee belasten', wordt er dan gezegd. Maar wat kan het pijnlijk zijn voor (grootouders als ze het toch horen. Wat geeft dat het gevoel van 'ik tel niet mee' met als gevolg 'ik hou mijn mond maar.'

Toch is het goed om je grootouders deelgenoot te maken van dingen die er in je leven gebeuren. Naar hun mening te vragen over gebeurtenissen in kerk en wereld. Te informeren naar wat hun bezig heeft gehouden vandaag, gisteren.

Wat is het boven alles een zegen als grootouders kunnen vertellen over wat de Heere doet en deed in het leven. Zeker als dat het hele doen en laten van opa of oma doortrekt.

Liefdesband

'Het blijven je kinderen, je kleinkinderen maar eigenlijk zijn het vreemden'. Hoeveel ouderen zullen dit niet denken of uitspreken als ze bezoek hebben gehad van hun nageslacht. En toch wat zien ze uit naar een bezoek, een telefoontje van de kinderen, de kleinkinderen. Wat kan er blijk worden gegeven van een hartelijk meeleven en wat wordt daarin uitgezien naar een reactie op dat meeleven. Veel grootouders voeren met elkaar of met anderen (soms ook grootouders) dagelijks heel wat gesprekken over hun nageslacht. Gesprekken waaruit zorg en liefde spreekt. Regelmatig spreek ik oma's en opa's die zich ook heel veel zorg maken over het geestelijk klimaat, waarin hun kleinkinderen opgroeien, over het afwijken van de Heere en Zijn Woord. Schrijnend is het als een oma moet zeggen: "Mijn kleinkinderen zullen mogelijk nog eenmaal Gods Woord horen als ik begraven word. Ik vraag aan de Heere of Hij dan Zijn Woord wil gebruiken in hun leven." Wat spreekt daar een zorg uit voor het eeuwig welzijn van het nageslacht.

Door toename van de welvaart ook onder de oudere generatie dreigt het gevaar dat een liefdesband niet anders omvat dan materiële zaken.

In contacten met ouderen ontmoet je in het pastoraat onder ouderen veel eenzaamheid, het naar de rand van de samenleving zijn gedrongen (soms letterlijk in een verzorgings-/verpleeghuis), niet meer serieus genomen te worden. Daarnaast het gevoel van 'ik heb het niet goed gedaan' naar mijn (klein)kinderen in de zorg voor hen.

Op de hoogte blijven

Er zijn grootouders die proberen met wat er gebeurt in kerk en maatschappij op de hoogte te blijven. Ze staan met heel hun verleden in het heden. Deze grootouders hebben over het algemeen betere contacten met de op groeiende generatie jongeren. Het geïnteresseerd zijn in het leven van kleinkinderen bevordert de band. De zorg voor kleinkinderen is anders dan voor de kinderen maar kan toch goed zijn. Door eerst naar kleinkinderen te luisteren, naar hun omstandigheden te vragen, is er zeker ook ruimte om de kinderen iets van de levenservaring mee te geven. Hun zorg kan in de contacten met kleinkinderen nog een weg vinden.

Bij het ouder worden, is er behoefte aan contact met de jongere generatie. Hoevelen in verzorgings-en verpleeghuizen leven niet op als verzorgende of andere jongeren regelmatig met hen praten. Wat ligt hier ook een taak voor kerkelijke jongeren. Je kunt in je jonge jaren soms dingen horen van oudere gemeenteleden waar je regelmatig langs gaat die je leven lang meegaan. Een band tussen mensen, tussen een ouder gemeentelid en een jonger gemeentelid is er niet met één bezoek, daarvoor zijn meerdere ontmoetingen nodig. Maar wat kan dat waardevol zijn voor zowel de ouderen als de jongeren. We schaden onszelf als jongeren en als maatschappij als we levenservaring en levenswijsheid van de ouderen niet meenemen op onze levensweg.

Alles verliezen?

Ingrijpend is het voor ouders om kinderen te verliezen zeker ook bij het ouder worden. Het verlies van kleinkinderen kan grootouders eveneens diep raken. Onder zulk groot verlies gaat de moed om verder te leven nog al eens verloren. Een vader van negentig die zijn zoon van vijfenzestig ziet voorgaan in de dood kan soms zelf van verdriet een aantal weken later sterven. Wat kan er door een zieke oma worden geklaagd op haar bed: "Was ik maar voor mijn kleindochter gestorven."

De zorgmogelijkheden nemen bij het ouder worden af. Er zijn grootouders die door lichamelijke en geestelijke beperkingen niets meer kunnen doen voor hun nageslacht. Ze zijn soms afhankelijk van hen en hebben hun zorg nodig. Dat valt over het algemeen erg zwaar.

De zorg in het bidden voor het opgroeiende geslacht kan echter blijven tot op de laatste levensdag. Wat is het een voorrecht voor kleinkinderen als ze biddende grootouders hebben. Grootouders die van zichzelf moeten zeggen: "We kunnen niet bidden." Als Hagar echter door God werd verhoord in haar gebed om water voor Ismaël, zou de Heere dan vandaag een gebed om levend water voor een kleinkind niet kunnen en willen verhoren?

Wat maakt het een indruk op kleinkinderen als ze zien dat opa of oma in de nabijheid van de Heere leven en vanuit die genade ook hun nageslacht voorhouden, voorbidden: "Heere bekeer ze zo zullen ze bekeerd zijn."

Verschillen, moeite tussen generaties zullen er op aarde blijven vanwege de zonde en de gebrokenheid. De Heere zal echter voor Zijn volk waar maken: lzo zegt de Heere: k ben wedergekeerd tot Sion en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalem zal geheten worden stad der waarheid, en de berg des HEEREN der heirscharen, een berg der heiligheid. Alzo zegt de HEERE der heirscharen: r zullen oude mannen en oude vrouwen zitten op de straten van Jeruzalem; een ieder zal zijn stok in zijn hand hebben vanwege de veelheid der dagen. En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten (Zacharia 8:4-5).

(Bij het samenstellen van dit artikel is gebruik gemaakt van gegevens die mevrouw J. de Wolf-Kaashoek uit Yerseke verzamelde)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2001

Daniel | 32 Pagina's

Jij en je grootouders

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 2001

Daniel | 32 Pagina's