Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lezers vragen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lezers vragen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De heer H. te W. las in de Dordtse Kerkorde (art. 65): 'Daar de lijkpredikatiën niet zijn, zal men ze niet instellen en daar ze nu airede zijn aangenomen, zal naarstigheid gedaan worden, om deze met de gevoegelijkste middelen af te doen.' Hij vraagt zich af, wat wordt bedoeld met deze lijkpredikatiën en waarom onze vaderen er zo tegen zijn?

Dit artikel is door onze gereformeerde vaderen opgesteld tegen de begrafenisplechtigheden zoals de Roomse kerk die had. Rome kende haar lijkpredikaties en de begrafenis was bij haar een kerkelijke uitvaartdienst. Het lichaam van de overledene werd in de kerk gebracht en de priester hield over de kist een soort preek met gebeden voor de zielenrust van de gestorvene. Na besprenging met wijwater werd de dode in gewijde aarde begraven. Ds. K. de Gier merkt daarover op: 'Tegen het vasthouden aan deze kerkelijke lijkdiensten bestonden bij de Reformatie twee ernstige bezwaren: 1 ^ Het eenvoudige kerkvolk, dat niet geheel los was van de Roomse zuurdesem, kon er een bijgelovige betekenis aan blijven hechten en de gebeden als een voorbede voor de afgestorvenen beschouwen;

2^ Het gevaar is zeer groot dat in de prediking al te zeer de "lof der gestorvenen" en niet de ernst van de dood aan de levenden wordt verkon­ digd.' {De DKO - een verklaring). praktische

Ook keerde men zich aanvankelijk tegen het luiden van klokken tijdens de begrafenis. Dit klokluiden gaf aanleiding tot bijgeloof, namelijk om de boze geesten er door te verdrijven en ook om de mensen op te wekken om voor de overledene te bidden. De Synode van Dordrecht (1574) bepaalde zelfs: "t Luiden der klokken omtrent de begrafenis der doden achten wij, dat alleszins afgezet behoort te worden.' In de loop van de eeuwen is echter het klokluiden bij een begrafenis een oud en goed gebruik geworden. Niet de Roomse bijsmaak wordt gevoeld, maar het luiden van de klok draagt bij ons het karakter van de publieke bekendmaking van de begrafenis. De klokken prediken op onze begrafenissen: Memento mori, gedenk te sterven! 'Want de mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers zullen in de straat omgaan.' Over de lijkpredikaties besloot de Synode van Dordrecht (1578): 'Daar ze gewoonlijk zijn gehouden te worden en het getal der dienaren genoegzaam is, dewelke mitsgaders de ouderlingen dezelve oordelen niet onnut te zijn, zullen ze gedeeld worden ter tijd toe dat zij ter bekwamer gelegenheid zonder ergernis zullen mogen afgezet worden. Nochtans met deze waarschuwing, dat zij meer een vorm hebben van een ongepremediteerde vermaning, dan van een predikatie, dewelke van den gebede begonnen en met dankzegging gesloten wordt. Dat men ook in dezelve der afgestorvenen lof niet verkondige.'

De waarschuwingen van onze Dordtse vaderen zijn uiterst actueel en van grote betekenis in onze dagen. De kernboodschap uit artikel 65 is: de christelijke soberheid bij het begraven van onze doden! Laten wij dat ter harte nemen. Laat het eenvoudig en plechtig zijn. De begrafenis is geen officiële kerkdienst met orgelspel en het gebruikelijke psalmgezang. Het is een familieaangelegenheid, waarbij de familie de predikant of een ouderling uitnodigt om leiding aan de begrafenis te geven. Hij zal in het woonhuis, het kerkgebouw of de aula een gedeelte van de Schrift lezen en naar aanleiding hiervan een woord van troost en vermaning spre- ken tot de aanwezigen en een gebed doen.

Men had ook nogal bezwaar tegen het brengen van de kist in de kerk. In Appingedam (1608) nam de kerkelijke vergadering een besluit: 'Het is niet goedgevonden, dat de doden in de kerk gebracht en daarover gepredikt wordt.' De kerk zal ook in onze dagen de lijn van onze gereformeerde vaderen en de geest van dit artikel moeten voorstaan bij onze begrafenissen. Oprechtheid, eerbied en soberheid! Deze drie zaken moeten uitkomen in onze overlijdensadvertenties, in onze rouwkleding en in al onze rouw- en begrafenisgewoonten. Wat is het onmisbaar nodig voor ambtsdragers om ook hierin getrouwmakende genade van God te ontvangen. In de droeve plechtigheid komt de boodschap tot ons: Weest ook gij bereid! Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God! De HEERE gebruike de begrafenistoespraken (zoals ook in het verleden is gebeurd!) om te leren sterven éér het sterven wordt. Hij geve ons geen rust éér dat op goede gronden mag worden gekend de enige troost in leven en sterven: in Christus geborgen te zijn door het zaligmakend geloof. Hij doe bij het open graf Zijn volk uitzien en verlangen naar de dag van hun volkomen verlossing.

Werkendam,

ds. M. Karens.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Lezers vragen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 2001

De Saambinder | 12 Pagina's