Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gedenk de Sabbatdag, dat gij die heiligt, " zo staat het beschreven in Gods Heilige Wet. Dit is het gebod om de Sabbatdag des Heeren heilig te houden. O neen, lezer, begrijp toch goed, het ligt niet in de behoefte van ons mensen. De dag des Sabbats moet gezien worden dat hij is van Goddelijke oorsprong. Die grond ligt in Gods eigen wil en Wezen, naar Zijn souvereiniteit. \

Maar ach, zo roept het verwaterde Christendom uit, dit is zo bekrompen, laten wij ook meedoen. Radio op Zondag, een weinigje aanpassen, in plaats van zo streng te wezen. En de geesten van de tijd zijn zo gevaarlijk, dat ze nog stukjes uit Oudvaders nemen, maar uit hèt verband, om het vlees te strelen. O, dat Gods dag ons eens waarlijk dierbaar mocht worden. Als Gods Geest de mens van dood levend komt te maken, wat een grootheid gaat hij zien in die dag, die God Zelf heiligde en instelde. Wat krijgt Gods kind een smart vanwege de breuk, dat de Zondag een zondedag is geworden.

Aanschouw in Nederland, aanschouw in Amerika, hoe droevig staat het met de viering van Gods dag. Denk eens aan de badplaatsen in Nederland, denk eeris wat door de macht van Rome ook in Nederland geschiedt. Enige tijd geleden is er een Mariacongres gehouden te Maastricht, toen moest op Zondag komen bisschop de Jong, toen werd de weg afgezet in de stad van dat heidense feest en onze mensen was het onmogelijk op Gods dag naar de kerk te gaan.

En hoe staat het met de viering van Gods rustdag in onze kringen? O, als de sluier eens werd opgelicht! Grod maakt Zich vrij door Zijn knechten, door het lezen der wet, nu en ook van ouds. Ja, wonder te midden van de oordelen Gods woorden er altijd enige getrouwen gevonden, die zich vrij mogen maken.

In het jaax 1866 stond er te Noordwijk aan Zee een leraar, Elisa Anne Lazonder, geb. 15 October 1839 te Schoonhoven. In die dagen nam de grote sabbatschending een aanvang te Noordwijk aan Zee. Zóu hij- niet beter zwijgen? Neen, deze tot God bekeerde prediker, bevestigd door Ds G. Boer te Ouderkerk a/d IJssel, was getrouw.

Tot richtsnoer nemende de boodschap van Jehova, vervat in Jesaja 3 vers 10 en 11, week hij niet af, herhaaldelijk de donder van Gods wet te laten horen. Maar tevens de uitnodiging Christi over te brengen voor doemschuldigen: „Kom tot Mij." O, hij kreeg genade van God de zonde op de kansel met name te noemen; i^op de straten de Sabbatschending aan te zeggen.

En wonder, de Heere gaf zulk een beslag door Zijn prediking en huisbezoek, dat er geen gerij, geen vertier meer in de Hoofdstraat en op het strand gevonden werd.

Gods volk had deze prediker' lief en aangezien het juist was in de tijd dat de Kruisgemeenten na het vertrek van Ds Passchier, het beginsel van onder het kruis gingen loslaten, viel Gods volk deze prediking bij en werd zij in het gemeen .zeer gehefd.

Deze prediker bij de gratie Gods, is tot grote zegen geweest. Het is mogelijk, dat U wel eens gelezen heeft het historisch verhaal van de oude visser, ten tijde van Ds Lazonder te Noordwijk aan Zee. Wat deed deze prediker veel, wat noodzakelijk is van al de predikanten, zo mogelijk? Huisbezoek deed hij veel. Hij sloeg geen huis over in het dorp, gaande als een profeet Eliza.

Hij had een ouderling bij zich. Daar komen ze bij het huisje van de oude visser, die niets deed dan vloeken en de spot drijven met God en Gods dienst. Laten wij hem maar voorbijgaan, zei de ouderling haastig, daar is niets mee te beginnen, de grootste vijand van het dorp. Neen, zei de getrouwe leraar, ook bij hem gaan wij op bezoek. Daar komen ze binnen, de oude visser is aan het netten boeten. Met verwondering kijkt hij op.. Wat nu? De predikant? Zo, zegt de leraar, hoe is het gegaan met de vangst dit jaar? En daar krijgen ze een gesprek over het vissersbestaan en de bewondering wordt groter als de vissersman bemerkt, dat Ds Lazonder veel van zijn bestaan afweet. Daar staat de predikant op en zegt: , , Nu ben ik bij U geweest en nu moet U ook eens bij mij komen in de kerk. Neen, daar gaat hij niet heen. Hij moet Zondags boeten. U kunt wel bij mij komen praten over het vissersbedrijf, spreekt de oude vissersman, maar naar U luisteren uit Gods Woord sprekende, dat niet. Welnu, ik beloof U, zo spreekt de prediker, als U komt dan zal ik spreken over de visvangst. Zondagsmorgens zit de oude visser, tot grote verwondering, in de kerk. Wat nu? Die oude vloeker, die Sabbatschender in de kerk?

De leraar neemt als tekst Joh. 21 : 6, de wonderbare Visvangst. Op meesterlijke wijze gaat hij eerst zijn tekst verklaren en gaf blijk van wetenschap van het vissersleven. Door de zalving van Gods Geest gaat hij dit verklaren op Schriftuurlijke, bevindelijke wijze. En als hij bij de toepassing gekomen is en de twee wegen, dood of leven ernstig gaat voorhouden en de doodstaat van het schepsel en het souvereine van het gevangen worden de gemeente mag voorhouden, roept plotseling de oude vissersman in de kerk: „Ik ben ge- - vangen in het net van vrije genade."

O wonder van vrije genade. Krachtdadig werd deze spotter in het hart gegrepen en uit vrij, souverein welbehagen werkte God met deze man, in korte tijd door. Hij is een toonbeeld geworden van genade voor doemschuldigen. De Heere mocht geven dat wij daar nog eens van vernemen mochten in deze zo bange tijd. Ds Lazonder is reeds in de hemel, zo ook de vissersman. Maar diezelfde God leeft nog! Wat gelukkig, Gods genade valt vrij. Zo was het vroeger en het is nu nog zo. En zoals de Heere vroeger Zijn volk bekeerde, zo bekeert Hij ze nog. Vergeet dat niet. Ja, al Gods kinderen krijgen wel eens een schuld thuis. O, mocht die dag mij dierbaarder worden. Wat is de Heere het waardig.

Wat was dat een heerlijke tijd, kind des Heeren. Als gij de dagen ging tellen, o, wat duurde het lang dat het Zondag was; wat was het verlangen groot om een Sabbatzegen. En al noemen U de mensen dan ziekelijk en ouderwets, maar gelukkig de lezer, die eens verwaardigd mag worden te zuchten, schaamrood van wege de afmakingen, smekende is:

Och, wierd ik derwaarts weer geleid, Dan zal mijn mond U de ere geven."

P. • H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1948

De Saambinder | 4 Pagina's

KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1948

De Saambinder | 4 Pagina's